Wolken sprinkhanen
In Travels in Arabia Deserta schrijft C.M. Doughty over een invasie van sprinkhanen: „De wolken van sprinkhanen van het tweede broedsel . . . vlogen dagenlang, zo dik als regen en van dicht bij de grond tot hoog in de lucht, als neerdwarrelende stofjes in een zonnestraal, over ons heen. Als vogels streken ze neer waarbij ze hun lange vleugels omlaag lieten hangen; ze drongen onze tenten binnen en beten in hun blinde honger zelfs in onze schenen terwijl wij koffie zaten te drinken. Ze werden vrij vliegend door de wind aangewaaid, zoals ook in de Psalmen staat dat ze ’als sprinkhanen worden weggedreven’ . . . De kinderen brengen bijeenvergaderde sprinkhanen, aan een stokje gestoken, binnen, en de nomaden roosteren ze op hete kolen; daarna trekken ze er de geschroeide delen van af, breken er de kop af, waarna het insektenlichaam dat overblijft, goed vlees levert; bij deze laatste zwermen is het vlees erg goed, daar deze dieren in de tijd dat al het groen verdroogd is, geboren zijn”.