Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w60 15/9 blz. 547-549
  • Staat onze beschaving voor haar ondergang?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Staat onze beschaving voor haar ondergang?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1960
  • Vergelijkbare artikelen
  • Ontwikkel moreel besef
    Ontwaakt! 2019
  • Hoe waardevol is „waardenonderwijs”?
    Ontwaakt! 1985
  • Andere tijden, andere waarden
    Ontwaakt! 1990
  • Op drift op een zee van veranderende normen en waarden
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2007
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1960
w60 15/9 blz. 547-549

Staat onze beschaving voor haar ondergang?

DE OPMERKELIJKE materiële vooruitgang die wij de laatste zestig jaar hebben kunnen gadeslaan, heeft onze beschaving vanuit het paarden- en rijtuigentijdperk in het straaljager- en vlammende raketten-tijdperk geschoten. De omwenteling is verbazingwekkend geweest en dit vooral omdat ze in zo’n korte periode van de menselijke geschiedenis heeft plaatsgevonden. Bestaat er echter, nu wij in de technologische ontwikkeling een grote hoogte hebben bereikt, dan niet het gevaar van ineenstorting van onze beschaving, zoals dat ook met vroegere beschavingen is gegaan wanneer ze een bepaalde hoogte hadden bereikt? Zal onze beschaving uiteenvallen als gevolg van een morele degeneratie van binnen uit? Vele mensen vrezen dat het zo zal gaan. Zij zien verontrustende overeenkomsten tussen onze beschaving en die welke al reeds zijn ondergegaan.

Het Canadese blad, de Victoria Daily Times, deed de volgende uitlating in die richting: „Het materialisme — de val van vroegere beschavingen — bedreigt de toekomst van de Westelijke maatschappij, aldus de waarschuwing die senator D. Cameron op een bijeenkomst van 300 onderwijsdeskundigen liet horen. . . . Hij zei dat er een ’angstaanjagende parallel’ was te trekken tussen onze huidige maatschappij en reeds ten onder gegane beschavingen die ’rijk, slap, onverschillig en apathisch werden — en ten onder gingen’”. Een soortgelijke uitspraak werd door het blad Wilkes-Barre Record gedaan: „Een goed leven bestaat niet slechts uit dingen. Een goed leven omvat ook karakter, beslistheid, vastberadenheid en de bereidheid een offer te brengen wanneer het algemeen belang een offer vraagt. Ongeacht hoe rijk een natie ook mag worden, wanneer haar bewoners in een strik van luie zelfvoldaanheid vallen, wanneer haar waarden meer en meer beperkt worden tot zuiver materiële, dan is die natie uiteindelijk tot de vernietiging gedoemd”.

Het feit dat onze moderne maatschappij meer belangstelling heeft gekregen voor een comfortabel leventje, materiële bezittingen, gemakkelijke baantjes en een snelle wagen dan voor ethische zaken, toont aan dat haar waardebepaling achteruitgaat. De grootte van iemands inkomen — hoe hij eraan komt doet niet ter zake — schijnt de basis voor zijn maatschappelijke positie te zijn. Met het oude Rome was het voor zijn val precies zo gesteld. De man van thans die veel geld bezit, is de man die wordt bewonderd, die in de gemeenschap zeer wordt gewaardeerd en in het algemeen door verkiezingen in een politiek ambt wordt geplaatst. Zijn materiële bezittingen maken meer indruk op het volk dan de morele deugden van een arme. De auto waarin hij rijdt, het huis dat hij bewoont, de kleding die hij draagt en de zaak die hij drijft, dat zijn de dingen die in deze materialistische beschaving zijn positie bepalen. Toch vormen deze dingen niet de belangrijkste waarden in het leven. Alleen een degenererende maatschappij zal er zo over denken.

Hoewel vele mensen vol waardering over morele waarden spreken, zijn er maar heel weinigen die er werkelijk in overeenstemming mee leven. Dit blijkt duidelijk uit de onthullingen over geknoei onder politieke leiders met een schijnbaar smetteloze moraal, over omkoperij en zelfs diefstal van de zijde van hen die de wet moeten handhaven, over steekpenningen in de zakenwereld en diefstal door employés met een schijnbaar goede reputatie. Wijzen dergelijke daden niet op een beschaving die moreel ziek is?

„Onze waardebepalingen en idealen staan op hun kop”, aldus dr. L. Gould van het Carleton-college. „Wij verrichten lippendienst voor geestelijke waarden, maar geven de voorkeur aan minkbontjassen en Cadillacs”. De waardebepalingen van deze wereld rechtvaardigen dikwijls het stelen, mits het maar gedaan wordt van rijken. Daar een groot aantal Canadese en Amerikaanse employés op deze manier redeneert, lijden werkgevers er jaarlijks een totaal verlies van een kleine vier miljard gulden. Dit is ongeveer tweemaal zoveel als er door beroepsmisdadigers van de mensen wordt gestolen. Is het stelen van een rijke maatschappij moreel gezien niet even slecht als wanneer een arme man er de dupe van is? Hoe is het mogelijk dat de morele standaard achteruitgaat?

Daar de moderne maatschappij een degeneratie van morele en geestelijke waarden heeft toegestaan, hoeft het ons ook helemaal niet te verbazen wanneer het bedrog en de misdadigheid onder de hedendaagse jeugd blijft toenemen. Vormt hun moraal niet een weerspiegeling van de maatschappij waarin zij leven? Volwassenen kunnen beslist niet van hun kinderen verwachten dat dezen volgens de hoge morele maatstaf zullen leven waar zij zich zelf niet aan houden. Met betrekking hiertoe zei H.M. Grant, schoolinspecteur van de Moncton-scholen in Canada: „Het gebeurt maar al te vaak dat de mensen de scholen vragen iets te onderwijzen waar zij zich zelf over het geheel genomen niet aan houden”. Verder zei hij dat er een toenemend aantal bewijzen voor de verslechtering van de sociale en morele gesteldheid voorhanden is.

Om een beschaving groot en duurzaam te maken, is er heel wat meer nodig dan alleen maar materiële vooruitgang. Hoge morele maatstaven en liefde voor de Allerhoogste Soeverein, Jehovah, zijn eveneens noodzakelijk. Daar de technische vooruitgang de moderne maatschappij in eigen ogen wijs heeft gemaakt, heeft ze Jehovah God de rug toegekeerd. Haar materialistische waardebepaling trekt haar af naar het atheïsme en haar denkers laten, in een poging om, zonder een Schepper te erkennen, een verklaring te vinden voor het bestaan van de mens, hun fantasie de vrije loop. Een dergelijke atheïstische denkwijze bouwt geen respect voor de goddelijke beginselen van moraliteit op. Het haalt deze juist neer. Het moedigt de mensen ertoe aan maatstaven in te stellen die tot verval leiden, waardoor zij een toestand scheppen waarin niemand meer zijn naaste kan vertrouwen.

Hoe kunnen wij, daar onze beschaving dezelfde materialistische en losbandige loopbaan volgt als de beschavingen die zijn ondergegaan, verwachten dat ze zal blijven bestaan? Op dezelfde wijze als God een eind maakte aan de beschaving van voor de Vloed, en evenals hij een eind maakte aan de beschaving van Sodom en Gomorra vanwege haar morele verdorvenheid, zo zal hij ook een eind maken aan de huidige beschaving. Hij heeft haar gewogen en te licht bevonden. Ze zal vallen in de „oorlog op den groten dag van den almachtigen God” (Openb. 16:14; 2 Petr. 3:5-7). De toenemende veronachtzaming van morele maatstaven is een voorzegde aanwijzing dat het einde van deze wereld nabij is. Mensen die rechtvaardigheid liefhebben, kunnen de hoop koesteren na haar val een nieuwe beschaving met hoge morele en geestelijke maatstaven te zien verschijnen. Deze zal tot in alle eeuwigheid blijven bestaan daar ze Gods zegen ontvangt.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen