Eenheid in geloof en werk handhaven
WAAR wij ook kijken, overal wordt dit goddeloze oude samenstel van dingen door beroering en strijd gekenmerkt. Een schrille tegenstelling bieden Jehovah en zijn hemelse organisatie, onder wie harmonie en eenheid heersen. Het is daarom slechts passend dat alle opgedragen dienstknechten van Jehovah God op aarde ook in eenheid met hem en met elkaar dienen te zijn. De psalmist geeft een treffende beschrijving van die eenheid onder elkaar: „Zie! Hoe goed en hoe aangenaam is het wanneer broeders in eenheid te zamen wonen!” — Ps. 133:1, NW.
Jehovah God heeft zich dit juist voorgenomen, namelijk om „aan de volledige grens van de bestemde tijden . . . alle dingen weer bijeen te vergaderen in de Christus, de dingen die in de hemelen en de dingen die op de aarde zijn”. Dit brengt Jehovah tot stand door middel van zijn heilige geest, zijn organisatie en zijn Woord. Als gevolg hiervan zien wij eenheid en samenwerking tussen de „kleine kudde” van aangestelde Koninkrijkserfgenamen en de grote schare der „andere schapen”. — Ef. 1:10; Matth. 25:34-40; Joh. 10:16.
Of wij ons nu in de ene of in de andere van deze twee ’kooien’ van Jehovah’s „schapen” bevinden, op ons rust individueel de verplichting om allereerst eenheid in geloof te handhaven. Dit vereist van ons dat wij te allen tijde voor hulp en verlichting naar Gods geest opzien, ijverig zijn Woord bestuderen en regelmatig met zijn volk samenkomen. — 1 Kor. 1:10.
Zulk een eenheid van geloof, geest en hart is absoluut belangrijk om onze predikingsopdracht zo effectief en zo vlug mogelijk uit te voeren. Ons werk bestaat in het planten en begieten van het woord van God in de harten van hen die rechtvaardigheid liefhebben. Over deze zelfde eenheid van werk sprekend, inspireerde God een van zijn profeten te schrijven: „Dan zal ik volkeren de verandering tot een reine taal geven, opdat zij allen de naam van Jehovah aanroepen, opdat zij hem schouder aan schouder dienen.” — Zef. 3:9, NW.
Om op deze wijze te dienen, moeten wij waken voor elke geest van onafhankelijkheid die binnensluipt, want de wereld is ervan doortrokken. Hoe kunnen wij dit doen? Door nederigheid van geest, onderworpenheid, liefde en alle andere vruchten van de geest aan te kweken. Hierdoor zullen wij niet alleen in staat zijn onze eenheid in geloof en werk te handhaven, maar dit ook met vreugde te doen. — 1 Petr. 5:5.