Kunt u zich dit herinneren?
Hebt u de laatste uitgaven van De Wachttoren zorgvuldig gelezen? Indien ja, dan zult u de volgende belangrijke punten stellig herkennen. Ga dit eens bij u zelf na.
● Wat zijn enkele van de dingen die wij moeten doen willen wij het huis van Jehovah God niet veronachtzamen?
Gemeentevergaderingen bezoeken, voor Gods huis bidden, ter ondersteuning ervan materiële bijdragen schenken, zich op de vergaderingen voorbereiden, aan de velddienst deelnemen. — Blz. 114-118.
● Waarom is het niet goed wanneer wij gewillige slaven van zonde zijn?
Omdat wij, hoewel het nú enig genot kan schenken, daardoor eeuwig leven in geluk verbeuren. — Blz. 141.
● Wat is „het teken van de Zoon des mensen”?
Het is de handeling van Gods Zoon, Jezus Christus, die bestond in het ontvangen van de autoriteit uit handen van zijn Vader om in een eeuwig koninkrijk te regeren. — Blz. 166.
● Waarom ging Jezus Christus volgens zijn gewoonte naar de synagoge?
Om de Hebreeuwse Geschriften te horen voorlezen en bespreken, en om te prediken en te onderwijzen. — Blz. 174.
● Hoe kan een christen zeggen of zijn metgezellen van het juiste slag zijn?
Hij zal weten dat hij juiste metgezellen heeft gekozen wanneer hij voelt dat hij als resultaat van zijn omgang met hen geestelijk is opgebouwd en versterkt, tot grotere ijver en getrouwheid is aangemoedigd en Jehovah’s goedheid en goedertierenheid meer beseft. — Blz. 208.
● In welk opzicht kan er worden gezegd dat Christus naar de aarde wederkomt?
Door zijn aandacht erop te richten en ten aanzien ervan handelend op te treden. — Blz. 214.
● Is Satan volgens de Schrift louter het „beginsel van kwaad”?
Neen. Hij is een werkelijk levende persoonlijkheid in het onzichtbare geestenrijk, niet louter het „beginsel van kwaad”. — Blz. 243-246.
● Wat is het „wilde beest” uit Openbaring 13:1?
Het politieke wereldstelsel onder Satans bestuur. — Blz. 252, 253.
● Wat zal het binden van Satan de Duivel voor de mensheid betekenen?
Het zal mensen de gelegenheid geven eeuwig in geluk op een paradijsachtige aarde onder een volmaakt goddelijke regering te leven. — Blz. 254.
● Hoe voorzag de apostel Paulus tijdens zijn prediking in zijn onderhoud, in tegenstelling tot de geestelijkheid van de christenheid in het algemeen?
Door tenten te maken, zodat hij geen dure last voor de gemeente zou worden (2 Thess. 3:8-10). — Blz. 272.
● Hoeveel personen trekken direct of rechtstreeks voordeel van het nieuwe verbond en hoevelen indirect?
Direct trekken 144.000 er voordeel van; indirect zal de gehele mensheid — zowel de levenden als de doden — er voordeel van trekken. — Blz. 302, 313, 314.
● Is Gods eed betreffende een koninklijk priesterschap gelijk dat van Melchizédek van toepassing op de 144.000 gezalfde volgelingen van Christus?
Neen; deze betreft een persoonlijk verbond dat God alleen met Jezus Christus heeft gesloten. — Blz. 305.
● Is het juist, leugen en bedrog aan de kaak te stellen?
Ja. Jezus Christus deed dit en vervulde aldus een liefdedienst. De mensen hadden de waarheid nodig omdat valse leerstellingen en praktijken hen naar de vernietiging leidden. — Blz. 323, 324.
● Welke stad is het centrum van het christendom?
Het hemelse Sion of hemelse Jeruzalem. — Blz. 331, 332.
● Waarop duidt het „gewillig” volbrengen en de „beloning”, waarover de apostel Paulus in 1 Korinthiërs 9:17 sprak?
Het „gewillig” volbrengen bestond in het op eigen kosten volbrengen van het predikingswerk. De „beloning” was niet eeuwig leven, maar zijn recht zich te mogen beroemen op iets dat hij zonder verplichting deed. — Blz. 338.
● Waarom wordt naar de zesenzestig boeken van de bijbel verwezen als naar een „canon”?
Omdat ze een maatstaf vormen waarmee men kan bepalen of het geloof, de leer en het gedrag juist zijn. — Blz. 363.
● Wat zijn enige factoren die men in gedachten dient te houden wanneer men een nauwkeurig begrip wenst te hebben van wat men in de bijbel leest?
De verhouding van de ene bijbelse leerstelling tot de andere, het verband waarin het schriftgedeelte staat, de omstandigheden waaronder de oorspronkelijke geschriften werden opgetekend, de tijd van een bepaalde gebeurtenis en hoe het materiaal in het grotere geheel van Gods voornemen past. — Blz. 369.
● Gebruikt Petrus thans de sleutels van het Koninkrijk?
Neen. Hij gebruikte ze om de deur van Koninkrijksgelegenheden met Pinksteren voor de joden te ontsluiten en deze vervolgens, door tot Cornelius te prediken, voor de heidenen te openen. Er bestaat voor hem nu verder geen reden meer om deze sleutels te gebruiken. — Blz. 374-377.