Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w71 15/9 blz. 573-575
  • De rol van de Hyksos in de Egyptische geschiedenis

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • De rol van de Hyksos in de Egyptische geschiedenis
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1971
  • Vergelijkbare artikelen
  • Hyksos
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Egypte, Egyptenaar
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Egypte, Egyptenaar
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • De bijbel en de Egyptische geschiedenis
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1969
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1971
w71 15/9 blz. 573-575

De rol van de Hyksos in de Egyptische geschiedenis

EVENALS in deze tijd, zetten geschiedschrijvers in de oudheid alleen datgene op papier wat zij voor hun doel belangrijk of noodzakelijk achtten. Vaak werden de verslagen gekleurd door het vooroordeel en de persoonlijke gezichtspunten van de geschiedschrijvers. Niet zelden namen zij hun toevlucht tot klinkklare leugens om hun natie te verheerlijken. Dit zijn enkele van de factoren die het erg moeilijk maken zich een nauwkeurig beeld te vormen van wat er vroeger is gebeurd. Het dient ons derhalve te doordringen van de noodzaak voorzichtig te zijn wanneer wij bijbelse verhalen trachten te begrijpen in het licht van de oude geschiedenis zoals die door de hedendaagse geschiedschrijvers aan ons wordt doorgegeven.

Een punt in kwestie is wat algemeen wordt aangeduid als de „Hyksosperiode”. Er wordt algemeen aangenomen dat de Hyksos een buitenlands volk waren die in Egypte aan de macht zijn gekomen. Met betrekking tot het verslag in het bijbelboek Genesis plaatsen talrijke geleerden Jozefs verblijf in Egypte en later dat van zijn vader Jakob en zijn familie in de tijd van de Hyksosheersers. Zij doen dit voornamelijk op grond van de veronderstelling dat een buitenlandse heerser eerder de niet-Egyptische Jozef tot de positie van tweede regeerder in het rijk zou verheffen dan een echte Egyptische heerser dit zou doen (Gen. 41:40). Dit doet de vraag rijzen: Is de zienswijze van deze geleerden in overeenstemming met het bijbelse verslag?

Indien Jozef in de tijd dat Egypte onder buitenlandse overheersing stond, tot zijn positie werd verheven, zou het hof van Farao redelijkerwijs voornamelijk uit buitenlanders hebben bestaan. De Schrift verschaft echter geen bewijzen die hierop duiden. In plaats hiervan bemerken wij dat de hofbeambte Potifar een Egyptenaar was (Gen. 39:1) en dat Jozef zelf door inheemse Egyptenaren werd omringd wier vooroordelen nauwgezet werden gerespecteerd (Gen. 43:32). Er bestaat dus in werkelijkheid geen deugdelijke basis voor, te trachten het verslag van Jozef in een periode van vreemde overheersing te passen. Bijgevolg moeten wij andere bronnen onderzoeken om vast te stellen welke rol de Hyksos dan wel in de Egyptische geschiedenis hebben gespeeld.

De eerste-eeuwse joodse geschiedschrijver Josephus is de bron van de naam „Hyksos”. In het deel van zijn werk getiteld „Tegen Apion” beweert Josephus dat hij woordelijk het verslag van de Egyptische geschiedschrijver Manetho (derde eeuw v.G.T.) aanhaalt. Dit verslag, als Josephus geloofd kan worden, verbindt de Hyksos rechtstreeks met de Israëlieten!

Hoewel Josephus het verband dat er tussen de Hyksos en de Israëlieten bestaat, aanvaardt, bestrijdt hij veel details die in het verslag worden aangetroffen. Hij is van mening dat het woord „Hyksos” beter met „krijgsgevangen herders” dan met „herderskoningen” weergegeven kan worden. Volgens Josephus beweert Manetho dat de Hyksos zich zonder strijd van Egypte meester maakten en dat zij daarna steden en tempels verwoestten. Vele jaren later zouden de Egyptenaren zijn opgestaan om een lange en verschrikkelijke oorlog tegen hen te voeren. Ten slotte belegerde een Egyptische legermacht van 480.000 man de Hyksos in hun belangrijkste stad Avaris. Toen werd er, vreemd genoeg, een overeenkomst gesloten waarbij het de Hyksos werd toegestaan het land ongehinderd met hun gezinnen en bezittingen te verlaten, waarop ’zij naar Judéa gingen en Jeruzalem bouwden’. — Tegen Apion, Boek I, par. 14.

In een verdere verwijzing zou Manetho hier nog over hebben uitgeweid. Hij schrijft, wat Josephus een verzonnen verhaal noemt, over een grote groep van 80.000 melaatse en aan andere ziekten lijdende personen die in Avaris mochten wonen nadat de herders waren vertrokken. Deze personen kwamen later in opstand, riepen de „herders” (Hyksos?) terug, verwoestten steden en dorpen en ontheiligden de Egyptische goden. Uiteindelijk werden zij verslagen en uit het land verdreven. — Tegen Apion, Boek I, par. 26, 28.

Hedendaagse geschiedschrijvers zijn van mening dat Josephus’ aanhalingen onnauwkeurig zijn als hij de Hyksos met de Israëlieten in verband brengt. Maar zij houden wel vast aan de gedachte van een verovering door de „Hyksos”. Dit komt voornamelijk doordat zij weinig of geen inlichtingen uit oude Egyptische bronnen kunnen vinden waarmee zij de verslagen kunnen aanvullen over de periode waarin, naar wordt verondersteld, de „dertiende tot de zeventiende dynastie” heeft geregeerd. Om deze reden hebben geleerden aangenomen dat er tijdens de „dertiende en veertiende dynastie” een ontbinding van de macht plaatsvond. Gebaseerd op willekeurige brokjes inlichtingen, Egyptische volksverhalen en veel gissingen, concluderen zij dat Egypte gedurende de „vijftiende en zestiende dynastie” onder de overheersing van de Hyksos heeft gestaan.

Wat hun ’verovering’ betreft, sommige archeologen beschrijven de Hyksos als „noordelijke horden . . . die in snelle wagens door Palestina en Egypte trokken”. Anderen verwijzen naar een ’geleidelijke verovering’, dat wil zeggen, een geleidelijke infiltratie van migrerende nomaden of semi-nomaden die het land hetzij stukje bij beetje veroverden of zich door een snelle staatsgreep aan het hoofd van de bestaande regering stelden. In een recent werk (The World of the Past, 1963, blz. 444) verklaart de archeoloog J. Hawkes: „Men is niet langer van mening dat de Hyksosheersers . . . de invasie van een zegevierende horde Aziaten vertegenwoordigen. De naam schijnt Heersers van de Hooglanden te betekenen en zij waren rondtrekkende groepen Semieten die reeds geruime tijd voor handelsdoeleinden en andere vreedzame bedoelingen naar Egypte waren gekomen.” Deze zienswijze maakt het echter moeilijk te verklaren hoe zulke „rondtrekkende groepen” de macht over Egypte hebben kunnen krijgen, vooral met het oog op het feit dat de „twaalfde dynastie”, vlak vóór deze periode, het land tot een hoogtepunt van macht gebracht zou hebben.

Het voorgaande illustreert dat er heel wat verwarring bestaat, niet alleen in de oude Egyptische geschiedenis, maar ook onder de hedendaagse uitleggers ervan. Hieruit volgt dat er geen concrete conclusie over de deugdelijkheid van de „Hyksosperiode” bereikt kan worden.

Het is echter mogelijk dat Manetho’s verslag, zoals dit door Josephus wordt aangehaald, slechts een verminkte Egyptische overlevering is. Wij dienen nooit uit het oog te verliezen dat het optekenen van geschiedenis in Egypte, zoals in veel landen in het Nabije Oosten, onafscheidelijk verbonden was met de priesterschap, onder wier beschermende toezicht de schrijvers werden opgeleid. Het zou derhalve uitermate ongewoon zijn als er niet de een of andere propagandistische uitleg was uitgedacht ter verklaring van de faliekante mislukking van de Egyptische goden om de ramp te voorkomen die Jehovah God over Egypte en zijn bevolking bracht. Er kunnen op de bladzijden van de geschiedenis, zelfs van de hedendaagse geschiedenis, veel voorbeelden aangewezen worden van een grove onjuiste voorstelling van zaken. De onderdrukten zijn afgebeeld als de onderdrukkers en onschuldige slachtoffers als gevaarlijke en wrede aanvallers. — Ex. 12:12, 29-32; 14:15-31.

Indien Manetho’s verslag (dat ruim duizend jaar na Israëls exodus uit Egypte werd geschreven) dus met een zekere nauwkeurigheid door Josephus is bewaard, vertegenwoordigde het waarschijnlijk de verdraaide overleveringen die door achtereenvolgende generaties van Egyptenaren zijn doorgegeven ten einde de waarheid over Israëls verblijf in hun land weg te redeneren. Als dit het geval is, dan zouden de Hyksos de Israëlieten zijn geweest, hoewel heel erg verdraaid voorgesteld.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen