Kunt u zich dit herinneren?

Hebt u de laatste uitgaven van De Wachttoren zorgvuldig gelezen? Indien ja, dan zult u de volgende belangrijke punten stellig herkennen:

● Waarom zullen alle natiën binnenkort onvermijdelijk frontaal met God in botsing komen?

In plaats van Gods soevereiniteit te erkennen en zijn beginselen zoals deze in de bijbel staan uiteengezet op te volgen, staan de natiën erop dat de aarde door politieke menselijke regeringen bestuurd wordt; zij strijden tegen Gods Messiaanse koninkrijk en vestigen de hoop van de mensen op de samengestelde politieke organisatie, de Verenigde Naties. — Blz. 629, 630.a

● Hoe kunnen wij onszelf versterken ten einde onze rechtschapenheid te handhaven?

Door persoonlijk de bijbel en de bijbelse studiehulpmiddelen van het Genootschap te lezen en te bestuderen en door slechte omgang te mijden, vergaderingen te bezoeken, aan de prediking van Gods voornemens deel te nemen en geregeld te bidden. — Blz. 719-722.

● Wat betekent het ’volmaakt te zijn evenals uw hemelse Vader volmaakt is’?

Het betekent dat iemand op een volledige, volkomen wijze liefde moet tonen zonder deze liefde op bekrompen wijze tot zijn eigen vrienden te beperken, maar door ze tot anderen uit te strekken, zelfs tot degenen die hem vijandig gezind zijn. — Blz. 762, 763.

● Wat zal ouders helpen een goede geestelijke band met hun kinderen te behouden?

Spreek met hen op hun leeftijdsniveau; luister naar hun sympathieën, naar hun antipathieën, en naar hun mening; help hen een oplossing voor hun problemen te vinden; redeneer met hen; vertrouw hen en maak samen plannen. — Blz. 12-16.b

● Waarom is het onverstandig dat christenen die nog niet oud genoeg zijn om te trouwen, afspraakjes maken?

Omdat afspraakjes de druk en aantrekkingskracht van seksuele verlangens zo dikwijls vergroten op een tijdstip waarop deze verlangens niet op juiste wijze bevredigd kunnen worden. Men loopt op de zaken vooruit, zodat de jongeman of het meisje in het verwerven van juist díe bekwaamheden, eigenschappen, kennis en evenwichtigheid die later tot een heel gelukkig huwelijk zouden leiden, belemmerd wordt. — Blz. 17-19.

● Wat is de betekenis van de schriftplaats in Openbaring 19:10: „Het is het getuigenis afleggen omtrent Jezus dat tot profeteren inspireert”?

De gehele opzet en bedoeling van alle profetieën is naar Jezus Christus vooruit te wijzen, omdat Jehovah’s voornemen zich rond Christus en het Koninkrijk concentreert. — Blz. 63.

● Hoe hebben de geestelijken van de christenheid getoond dat zij hun eigen naam boven die van God stellen?

Zij hebben hun leugens tegen God volgehouden door leerstellingen als het hellevuur en de Drieëenheid te onderwijzen en de soldaten van hun natie de hemel in te bidden. — Blz. 70, 71, 73.

● Hoe kunnen wij er blijk van geven dat wij Gods naam meer respecteren dan onze eigen naam?

Door de bijbel als het Woord van God te aanvaarden; door onszelf door middel van Christus aan God op te dragen; door met Jehovah’s volk omgang te hebben en door met hen aan het getuigenis afleggen van Gods naam een aandeel te hebben. — Blz. 82.

● Wat is christelijke rijpheid?

De staat van geestelijke volwassenheid, zodat men in geestelijk opzicht niet langer een „klein kind” is. Deze rijpheid wordt bereikt door de christelijke waarheid in haar volle omvang te aanvaarden en er oprecht in te volharden er in overeenstemming mee te leven. — Blz. 86, 89.

● Welke verhouding bestaat er onder degenen die ouderlingen in de christelijke gemeente zijn?

De ouderlingen in de gemeente zijn allen gelijk en allen kwijten zich van de plichten om over de geestelijke toestand van de gemeente te waken. Zij worden aangesteld door het christelijke besturende lichaam en werken onder leiding van dit lichaam. — Blz. 115, 117.

● Hoe zouden christenen zich schuldig kunnen maken aan het ’vermoorden van de rechtvaardige’, zoals in Jakobus 5:6 staat?

Door op nederige christelijke broeders neer te zien of te weigeren hen te helpen, of zich er door hebzucht, jaloezie of trots toe te laten leiden bepaalde broeders van hen te haten. Christus „de rechtvaardige„ beschouwt dat wat zijn broeders wordt aangedaan als iets wat hemzelf wordt aangedaan. — Blz. 255.

[Voetnoten]