Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w74 1/10 blz. 579-587
  • Hoe vrouwen werkelijk bevrijd kunnen worden

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hoe vrouwen werkelijk bevrijd kunnen worden
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1974
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • WERELDS SUCCES BEHALEN
  • WAAROM DE VROUWENEMANCIPATIE?
  • DE BEWEGING OPRICHTEN
  • WAT GING ER VERKEERD?
  • UITWERKING OP HET GEZIN
  • EEN ONVERWACHTE BRON
  • GEHUWDE MANNEN EN VROUWEN
  • SLECHTS THEORIE?
  • EEN BEVRIJDING DIE HET WAARD IS OM ERVOOR TE STRIJDEN
  • Wat zegt de beweging voor vrouwenemancipatie?
    Ontwaakt! 1972
  • Schuilt er enige waarheid in wat zij zeggen?
    Ontwaakt! 1972
  • De vrouwenbeweging brengt veranderingen teweeg
    Ontwaakt! 1988
  • „Vrouwen die hard werken in de Heer”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1991
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1974
w74 1/10 blz. 579-587

Hoe vrouwen werkelijk bevrijd kunnen worden

● Eeuwenlang zijn vrouwen door mannen uit vele natiën onderdrukt en mishandeld. Nu eisen steeds meer vrouwen vrijheid en gelijkheid.

● Keurt de bijbel deze beweging voor emancipatie van de vrouw goed?

● Leest u eens hoe één strijdster voor de rechten van de vrouw de enige werkelijke succesvolle manier ontdekte waardoor voor vrouwen de noodzakelijke bevrijding bewerkstelligd zal worden.

„VROUWEN, VERENIGT U! HET ZUSTERSCHAP IS KRACHTIG!” Onder deze leus demonstreerden vrouwen uit protest tegen de Miss-Amerikaverkiezing die in 1969 in Atlantic City werd gehouden. Ik was daar om verslag uit te brengen over de demonstratie voor de radionieuwsdienst van de CBS. Die opdracht, die ik slechts door een toevallige samenloop van omstandigheden had verkregen, bleek een keerpunt in mijn leven te zijn.

Ik was geen officiële radiojournaliste. Mijn positie was toen die van persvertegenwoordigster en publiciste voor de nieuwsdienst van de CBS. De deelneemsters aan de protestdemonstratie weigerden echter met mannelijke journalisten te praten, en daarom had men mij aangezocht de reportage te verzorgen, aangezien er toen geen radiojournalistes van de CBS in de staat New York gevestigd waren.

Ik wist destijds maar weinig van de beweging voor vrouwenemancipatie af, en wat ik ervan hoorde, klonk mij voor het merendeel als zeer extreem in de oren. Maar toen ik mij in het onderwerp ging verdiepen, was ik verbaasd te bemerken dat ik veel dingen net zo bezag als zij.

Zij waren inderdaad kwaad. Zij hadden klachten. Maar het lijkt mij toe dat iedereen met een onbevooroordeelde geest zou moeten toegeven dat zij bepaalde problemen juist bezagen en hierin een verandering ten goede wilden aanbrengen.

Voordat ik naar de schoonheidswedstrijd ging, interviewde ik eerst, tijdens een CBS-radiouitzending, Robin Morgan, een van de organisatrices van de beweging. Zij legde uit:

„Het beeld dat zo’n schoonheidswedstrijd van vrouwen geeft, is louter dat van een soort hersenloos ’seksobject’. De deelneemster moet daar maar een beetje staan glimlachen, zonder een woord te mogen zeggen, en moet zich in badpak vertonen. . . . De hele opzet om heen en weer te paraderen, als op een soort veetentoonstelling, voor een jury die het vlees beoordeelt, is naar onze mening een mensonterend en barbaars ritueel.”

Hoe meer ik luisterde, des te meer ik mij met deze vrouwen en wat zij voorstonden, vereenzelvigde. Zij schenen werkelijk oprecht te zijn; het leek mij toe dat zij niet alleen maar aan zichzelf dachten, maar ernaar streefden betere en evenwichtiger betrekkingen met mannen tot stand te brengen.

Zoals Robin uitlegde, werden ook mannen onderdrukt als gevolg van de culturele definities van „mannelijkheid” en „vrouwelijkheid”: „Mannen worden onderdrukt door wat wij de Hemingway-mystiek noemen, dat je pas een echte man bent als je vrouwen afranselt, stomme dieren doodschiet en een heleboel drinkt.”

Haatte zij mannen? Dat wilde ik graag weten.

„Ik haat mannen van het John Wayne-type”, antwoordde zij. „Dus in dat opzicht ben ik een mannenhater. Maar nee, over het algemeen haten wij de mannen niet. Ik geloof dat wij onszelf graag willen leren liefhebben en andere mensen willen leren liefhebben.”

Dit verschilde van wat men mij over de wensen van de beweging voor vrouwenemancipatie had verteld. Het waren mijn wensen. Het duurde dan ook niet lang of ik schaarde mij volledig achter de doelstellingen van de beweging en werd ten slotte een strijdster voor de emancipatie van de vrouw.

Ik geloof nog altijd dat zowel vrouwen als mannen bevrijding of emancipatie nodig hebben, en ik kan naar waarheid zeggen dat ik nu harder werk dan ooit om anderen de oplossing voor de onderdrukking van de mensheid te tonen.

Niet alle vrouwen sympathiseren met alle doelstellingen van de vrouwenbeweging. U vraagt u daarom misschien af: Wat voor soort van vrouwen gaan zich voor de beweging inzetten? Mijn eigen verhaal kan in dit verband illustratief genoemd worden.

WERELDS SUCCES BEHALEN

Ik groeide op in de Amerikaanse staat Connecticut, in een rijke voorstad van de stad New York, en genoot onderwijs aan een particuliere meisjesschool. Mijn familie was zeer ontwikkeld, vooral op literair gebied, en interesseerde zich bijzonder voor de ontwikkeling van de geest.

Ik trouwde op achttienjarige leeftijd en kreeg een zoon. Toen ik drieëntwintig jaar was, eindigde het huwelijk in echtscheiding. Hierdoor bleef ik achter met de noodzaak werk te zoeken, ten einde in het levensonderhoud van mijn zoon en mij te voorzien.

Ik kreeg betrekkingen aangeboden als secretaresse, maar deze sloeg ik af omdat ik redeneerde dat als ik als secretaresse begon, ik het nooit verder zou brengen. Ik moest op een hoger plan beginnen om op dat hogere plan te komen, gezien de bestaande discriminatie van de vrouw in het arbeidsproces. Ik wist dat ik bepaalde bekwaamheden had, maar hier werd niet de serieuze aandacht aan geschonken die eraan gegeven zou worden als ik een man was geweest. Deze ervaring gaf mij een geduchte klap en opende mijn ogen voor de problemen van vrouwen op de arbeidsmarkt.

Bijna per ongeluk vond ik ten slotte iemand die bereid was mij een kans te geven als verslaggeefster voor het politieke tijdschrift The Reporter. Dit leidde tot mijn positie van publiciste bij de CBS-nieuwsdienst. Ten slotte werd ik hoofd van de CBS-nieuwsdienst voor de gehele binnenlandse nieuwssector, de eerste vrouw die een dergelijke positie bekleedde.

In mijn leidinggevende functie had ik een secretaresse en een staf van schrijvers onder mij. En ik kende iedereen bij de CBS, van president tot loopjongen. Ik zag Walter Cronkite bijna elke dag, aangezien ik verhalen over hem schreef alsof hij ze zelf had geschreven. Hij keek zo’n verhaal meestal even door en keurde het dan goed. Vervolgens gaven wij het aan uitgevers in verschillende steden in het gehele land, die het dan drukten alsof zij persoonlijk een interview met Cronkite hadden gehad of alsof hij het artikel speciaal voor hen had geschreven.

Dit was een bijzonder eervolle baan. Ik genoot maatschappelijk aanzien. Ik bezat geld. Ik was jong en aantrekkelijk. Aangezien ik alles bezat waarnaar de cultuur ons leert te hunkeren, waarom werd ik dan, zo zou u zich kunnen afvragen, een voorvechtster voor vrouwenemancipatie?

WAAROM DE VROUWENEMANCIPATIE?

Hoewel ik erin was geslaagd een goede betrekking te verkrijgen, wist ik dat betrekkelijk weinig vrouwen, ten gevolge van de discriminatie van de vrouw in het arbeidsproces, in het bedrijfsleven even goed slaagden als mannen. Ik werd dan ook een voorvechtster voor vrouwenemancipatie, aangezien een belangrijke doelstelling van de beweging was, deze situatie te verbeteren.

Nog een oorzaak van de ontwikkeling van de vrouwenemancipatie en de reden waarom ik er belangstelling voor had, hield verband met de stijgende kosten van het levensonderhoud en de moderne levensopvatting, als gevolg waarvan vrouwen moeten werken om te helpen het gezin te ondersteunen en vervolgens bij hun thuiskomst ook nog moeten koken en schoonmaken en de huishouding doen. Echtgenoten weigeren in de meeste gevallen iets te doen wat buiten hun zogenaamde „mannelijke” rol valt, aangezien zij zulke werkzaamheden „vrouwenwerk” vinden. Wij vonden dat deze zware fysieke last op vrouwen unfair was, en de vrouwenbeweging wilde hier verandering in brengen.

Ook binnen de gezinsregeling is de rol van de vrouw veranderd. Wij brengen niet, zoals sommigen van onze grootmoeders, vijftien kinderen groot, terwijl wij ook niet onze eigen stoffen weven, koeien melken, ons eigen brood bakken, enzovoort. Een gemiddeld gezin heeft zo’n twee of drie kinderen, hetgeen betekent dat tegen de tijd dat een vrouw veertig is, haar kinderen haar niet meer zo hard nodig hebben. Dus net in de tijd dat haar man bijna het hoogtepunt van zijn carrière heeft bereikt, is zij thuis, in veel gevallen zonder te weten hoe zij haar tijd moet doorbrengen.

Zelfs met dit alles zou het lot van de vrouw draaglijk zijn geweest indien er in de afgelopen jaren zestig geen verandering was gekomen in de houding ten opzichte van seks. Wij wisten, als vrouwen, dat een groot percentage van de mannen reeds traditioneel ontrouw was aan hun vrouw. Maar nu deden mannen openlijk en zonder hun excuses aan te bieden wat zij vroeger in het geheim deden, terwijl zij op vrouwen druk uitoefenden om net zo’n losse houding ten opzichte van seks aan te nemen. Toch heeft de gemiddelde vrouw een sterke aversie tegen ontrouw als een levenswijze. Het druist tegen haar aard in. De openlijke seksuele ontrouw van mannen heeft vele vrouwen dus rechtstreeks tot de vrouwenemancipatie geleid.

Wij waren het ook moe nog langer als seksobjecten bezien te worden. Vrouwen hebben er een gruwelijke hekel aan wanneer hun baas, die de macht bezit hen aan te nemen en hen te ontslaan, hen tot een seksuele verhouding tracht te dwingen. Dit is een wijdverbreid probleem voor vrouwen in de werkende wereld.

Ik werd in 1971 ontslagen, en ik wist wel bijna zeker dat dit kwam doordat ik had geweigerd met mijn baas van de CBS uit te gaan. Toen ik de kwestie onder de aandacht bracht van een van de vice-presidenten, zei hij kalm, in plaats van woedend te zijn zoals ik dit was: „Zoiets komt dagelijks voor.”

Hij had gelijk. Het voorstel was normaal. Mijn antwoord niet. Ik deed hem een proces aan waarin ik een schadevergoeding van $2 miljoen eiste en de beschuldiging uitte dat de vrouw in het arbeidsproces gediscrimineerd werd.

Al deze kwesties, en nog veel meer, zijn werkelijke problemen waarmee vrouwen geconfronteerd worden. Het is duidelijk dat er een oplossing voor moet komen. Maar hoe? Vrouwen begonnen de antwoorden te zoeken.

DE BEWEGING OPRICHTEN

Het onbehaaglijke gevoel dat zich van steeds meer vrouwen meester maakte als gevolg van de wijze waarop de hedendaagse wereld hun leven op nadelige wijze had beïnvloed, werd duidelijk onder woorden gebracht in Betty Friedans boek The Feminine Mystique, dat in 1963 werd uitgegeven. De uitwerking van dit boek zou met een binnenbrand vergeleken kunnen worden. Overal in het land begonnen vrouwen te beseffen dat zij niet alleen waren in hun ontevredenheid.

In 1966 vormde Friedan de (Amerikaanse) Nationale Organisatie voor Vrouwen, met als doel er in organisatorisch verband voor te zorgen dat er een einde kwam aan de discriminatie van de vrouw. Het duurde niet lang of er werden soortgelijke organisaties opgericht. De basis van de zich ontwikkelende organisaties van de vrouwenbeweging waren de zogenaamde „actiegroepen”. Deze groepen, die elk uit acht tot tien vrouwen bestonden, besloten elke week samen te komen om de problemen van vrouwen te bespreken. Ze rezen als paddestoelen uit de grond.

Het was een vrolijke en opwindende tijd voor mij en voor veel vrouwen die net de emancipatie van de vrouw begonnen te ontdekken. Wij besteedden er vele uren aan om goed door te praten hoe wij over ons vrouw-zijn dachten, waarbij wij ervaringen uitwisselden en theorieën ontwikkelden. Wij bemerkten dat een heleboel onderdrukte wrevel aan de oppervlakte begon te komen, en naarmate wij elkaar deelgenoot maakten van de nare dingen die mannen ons hadden aangedaan, wonden wij ons steeds meer op. Terzelfder tijd groeiden wij als vrouwen ook dichter naar elkaar toe.

Dit gevoel van solidariteit, van vertrouwen, van liefde, dat wij „zusterschap” noemden, was voor ons allemaal nieuw, en iets heel moois. Wij waren allemaal opgegroeid met de neiging andere vrouwen als potentiële rivalen te bezien voor de aandacht van de een of andere man. Nu begonnen wij te trachten elkaar als vriendinnen te beschouwen en als medeslachtoffers die zich op elkaar moesten kunnen verlaten.

Vaak ontwikkelden deze „actiegroepen” zich tot grotere organisaties. Mijn „groep”, die voornamelijk was samengesteld uit vrouwen die in de journalistiek werkzaam waren, vormde bijvoorbeeld de kern van wat „New York Media Women” werd. Deze groep haalde de voorpagina’s toen ze het redactiegebouw van Ladies’ Home Journal bestormde en veranderingen eiste in de inhoud van de verhalen en in het personeelsbeleid, ten einde de image van de vrouw die door het tijdschrift werd gegeven, op een hoger plan te brengen.

De beweging voor vrouwenemancipatie bracht een ommekeer teweeg in de houding ten opzichte van de vrouw. In het arbeidsproces, in het onderwijs en in de sport is de discriminatie van de vrouw in aanzienlijke mate opgeheven.

Ook hebben processen, zoals mijn eigen proces tegen de CBS, een geweldige invloed gehad op de werkgelegenheid voor vrouwen. Toen ik bij de CBS werkte, was er slechts één verslaggeefster bij de afdeling buitenland. Binnen enkele maanden nadat ik mijn zaak voor het gerecht aanhangig had gemaakt, hadden zij vijf verslaggeefsters.

Hoewel er veel tot stand is gebracht, zag ik al gauw ernstige problemen in de beweging zelf, en deze begonnen mij ernstig zorgen te baren.

WAT GING ER VERKEERD?

In theorie vond ik de idealen van de vrouwenbeweging prachtig, maar toch schenen ze in de praktijk niet uitvoerbaar te zijn. Zodra vrouwen macht begonnen te proeven, kwam er bijvoorbeeld een einde aan het zusterschap — een van onze dierbaarste idealen. De theorie had geen rekening gehouden met menselijke zelfzucht.

Ik ben verscheidene malen getuige geweest van een bittere machtsstrijd binnen groepen van de vrouwenbeweging, waarbij vrouwen elkaar minstens even gemeen bejegenden als ik dit ooit mannen heb zien doen. In „New York Media Women”, evenals in de beweging in haar geheel, werkten veel vrouwen onmiskenbaar „met de ellebogen” om maar beroemd en succesvol te worden, terwijl zij de beweging als hun persoonlijke instrument hiertoe beschouwden.

Toen bleek dat de idealistische theorieën niet gerealiseerd konden worden, begonnen radicale elementen de beweging in nieuwe en voor mij beangstigende richtingen te stuwen.

Wij hadden ons bijvoorbeeld sterk geconcentreerd op het probleem van verkrachting. Hoe kunnen vrouwen zich hiertegen beschermen? De oplossing die de beweging hiervoor had, bestond in karate en judo. Ik was het hiermee eens en oefende mij in karate, omdat ik onder geen beding ooit aan de genade van enige man overgeleverd wenste te zijn.

Ik kan me nog goed herinneren dat een groep van ons bijeenkwam om te bespreken hoe wij op pad zouden gaan om mannen van wie bekend was dat zij vrouwen hadden verkracht of afgeranseld, letsel toe te brengen of zelfs te doden. Dit was van onze zijde bittere ernst. Maar zou het moreel juist geweest zijn? In mijn ogen was het dat niet — het druiste in tegen alles wat ik als mens wilde zijn. Het leek wel alsof de beweging haar morele stuwkracht had verloren. Ze was bereid de verandering er met geweld door te krijgen, ongeacht de middelen die hiervoor nodig zouden zijn. Een belangrijk thema van de beweging dat me nog meer afschuw inboezemde, was dat van de lesbische liefde. Ik ontdekte na verloop van tijd dat velen van de vrouwen die ik had bewonderd en die leidinggevende functies in de beweging bekleedden, lesbiennes waren. De beweging moedigde vrouwen er in feite zelfs toe aan lesbiennes te worden. Dat was natuurlijk niet de oorspronkelijke opzet van de beweging geweest, maar het vloeide er nu eenmaal wel uit voort.

De vrouwenbeweging had zich oorspronkelijk ten doel gesteld een betere verhouding tussen mannen en vrouwen tot stand te brengen, gebaseerd op wederzijds respect. Wij hadden werkelijk geloofd dat de mannen, zodra zij van onze grieven op de hoogte waren geraakt, de deugdelijkheid ervan zouden inzien en zouden veranderen. In plaats daarvan reageerden de mannen met vijandschap en spot en verschansten zij zich achter hun opvattingen.

Veel vrouwen kwamen dan ook tot de ontdekking dat emancipatie betekende hun man te verliezen. Hun mannen gingen eenvoudig weg en vonden vrouwen die „vrouwelijker” waren. De in de steek gelaten vrouwen deden er op hun beurt vaak geen moeite meer voor te trachten op goede voet met mannen te komen. Dus toen hun mannen bij wijze van protest wegliepen, liepen ook zij weg — naar andere vrouwen.

In mijn ogen was lesbische liefde echter een perversie en een weerzinwekkende praktijk. Ik was niet van plan om te strijden voor het recht van een vrouw een lesbienne te zijn.

UITWERKING OP HET GEZIN

Als moeder begon ik mij zorgen te maken over nog een zich ontwikkelend aspect van de beweging — de kijk op kinderen en het gezin. Er werd tot echtscheiding aangemoedigd. Op vrouwen die trouwden en in verwachting raakten, werd neergezien als ouderwets en burgerlijk. Vrijwillige sterilisatie werd als een „geëmancipeerde” daad beschouwd, de levensstijl waartoe werd aangemoedigd was, in communes te leven die uitsluitend uit vrouwen bestonden, terwijl door kunstmatige inseminatie verwekte kinderen als de droom van de toekomst werden beschouwd.

Door zulke zienswijzen aangemoedigd, begonnen veel vrouwen hun gezin in de steek te laten. Ik kreeg onlangs enkele statistieken onder ogen die waren uitgegeven door Tracers Company of America, experts in het vinden van vermiste personen. In het begin van de jaren zestig lieten naar verhouding 300 mannen op één vrouw hun gezin in de steek. Tegen het einde van de jaren zestig was deze verhouding 100 op één geworden. Thans is de verhouding één op één! Nu doen vrouwen precies datgene waarvoor zij mannen hebben gehaat.

Maar ik hield van mijn zoon en was gelukkig met hem. Dat ik wegens mijn werk gedwongen was hem zo vaak alleen te laten, vormde een voortdurende bron van verdriet voor mij. Ik maakte mij zorgen over wat er van hem terecht moest komen als hij door een aantal babysitters werd opgevoed, en ik wenste dat mij een andere keus openstond. De vrouwenbeweging beantwoordde eenvoudig niet de fundamentele vragen: Wat gebeurt er met de kinderen als beide ouders werken? En wat meer is, wat gebeurt er met hen als beide ouders weigeren nog langer ouder te zijn, omdat het ouderschap hen belemmert in het najagen van hun persoonlijke geluk?

Ik was verward en teleurgesteld. De vrouwenbeweging bezat niet de antwoorden. Maar wat mij vooral kwelde, was dat ik zo hard had gestreden om andere vrouwen bij een beweging te betrekken die zulk een slechte uitwerking had op hun verhouding tot zowel mannen als hun gezin.

Toch leed het geen twijfel dat emancipatie of bevrijding hard nodig was. Wij vrouwen hadden beslist enkele werkelijke problemen onderkend die ertoe bijdroegen dat het leven voor miljoenen personen zo ellendig was. Welke oplossingen bestonden hier dan voor? Ik gaf het niet op hiernaar te zoeken.

EEN ONVERWACHTE BRON

Een vriendin opperde dat de antwoorden in de bijbel gevonden konden worden. Ik was bijzonder sceptisch. Voor een feministe is de bijbel louter een boek dat door een aantal mannen is geschreven — en waarin de negatieve houding van mannen ten opzichte van vrouwen wordt weerspiegeld. Ik besloot echter op zijn minst een onderzoek in te stellen. Ik wist hoe velen de doelstellingen van de vrouwenbeweging verkeerd hadden voorgesteld. Daarom besefte ik dat het niet fair zou zijn een oordeel over de bijbel te vellen zonder deze eerst bestudeerd te hebben.

Ik had de bijbel nog nooit gelezen. Op zekere dag nam ik derhalve een exemplaar van de bijbel ter hand en opende deze toevalligerwijs bij Jesaja hoofdstuk vierenvijftig, waar ik begon te lezen: „’Want uw voortreffelijke Maker is uw echtgenoot-eigenaar, Jehovah der legerscharen is zijn naam . . . Want Jehovah heeft u geroepen alsof gij een vrouw waart die geheel verlaten en bedroefd van geest was, en als een vrouw uit de jeugdtijd die toen verworpen werd’, heeft uw God gezegd.” Hoe kon deze God Jehovah zulke vrouwelijke gevoelens kennen, vroeg ik mij af. De fijngevoelige afschildering van de situatie bewoog mij ertoe meer te weten te komen over deze soort van God.

Hoewel de persoon die mij naar de bijbel had verwezen, zelf geen getuige van Jehovah was, zei ze over hen dat zij de enigen waren die de bijbel juist uitlegden. In mei 1971 ging ik derhalve naar een plaatselijke Koninkrijkszaal van Jehovah’s getuigen en trof er daar regelingen voor dat een Getuige met mij zou studeren. De antwoorden die werden gegeven, begonnen geleidelijk aan opheldering te verschaffen.

De nadruk die de bijbel op liefde legt en op de noodzaak medemensen naar juiste waarde te schatten, trok mij werkelijk erg aan. De volgende schriftplaatsen zijn bijvoorbeeld slechts enkele van de vele die indruk op mij maakten:

„Wordt vriendelijk jegens elkaar, teder mededogend, elkaar vrijelijk vergevend, zoals ook God door Christus u vrijelijk vergeven heeft.” ’Doet niets uit twistgierigheid of uit egotisme, maar acht met ootmoedigheid des geestes de anderen superieur aan uzelf.’ „Neemt de leiding in het betonen van eer aan elkaar.” — Ef. 4:32; Fil. 2:3; Rom. 12:10.

Er wordt nergens ook maar gesuggereerd dat deze raad alleen voor vrouwen geldt; neen, zo dienen mensen, mannen en vrouwen, elkaar te beschouwen en te bejegenen. Ik gaf me gewonnen!

Ik had een afschuw gekregen van de wereldse zienswijze dat mannen nu eenmaal als bijen van bloem tot bloem „móeten” vliegen — dat immoraliteit zogenaamd natuurlijk voor hen is. Nu ontdekte ik dat de bijbel zegt: ’Neen! Doe dat niet! Het huwelijk moet eerbaar gehouden worden!’ In Romeinen hoofdstuk één wordt homoseksueel gedrag bovendien veroordeeld en ’ontuchtig’ genoemd. Wat een opluchting!

GEHUWDE MANNEN EN VROUWEN

„Maar”, zo zullen veel vrouwen beslist vragen, „hoe staat het dan met die schriftplaats waarin staat: ’Laten vrouwen onderworpen zijn aan hun man als aan de Heer, want de man is het hoofd van zijn vrouw’?” (Ef. 5:22, 23) Toen ik deze tekst voor het eerst las, vond ik dit ook bijzonder onaangenaam. Ik vroeg mij af: Het kan toch alleen maar verslavend voor een vrouw zijn een echtgenoot als hoofd boven zich te hebben? De persoon met wie ik studeerde, spoorde mij er echter toe aan het gehele beeld te beschouwen en het beginsel van deze schriftplaats niet te beoordelen op grond van wat ik onder mannen in de wereld had gezien.

Men toonde mij aan dat christelijke echtgenoten eveneens een hoofd boven zich hebben aan wie zij onderworpen zijn en dat zij het bevel hebben gekregen hun vrouw net zo te behandelen als Jezus zijn aardse volgelingen had behandeld (1 Kor. 11:3). In Efeziërs hoofdstuk 5 wordt hier het volgende over gezegd: „Mannen, blijft uw vrouw liefhebben, evenals ook de Christus de gemeente heeft liefgehad en zich voor haar heeft overgeleverd.” Ik dacht bij mijzelf: Als mannen dit werkelijk zouden doen, als zij hun vrouw zo lief zouden hebben dat zij bereid zouden zijn om voor hen te sterven, zou er nooit een beweging voor vrouwenemancipatie zijn geweest!

Ook werd mij de schriftplaats getoond waar de bijbel mannen gebiedt hun vrouw eer toe te kennen (1 Petr. 3:7). Tja, die opvatting maakte het hele idee van mannelijke gezagsuitoefening voor mij wel een stuk aanvaardbaarder.

Maar ik vroeg mij nog steeds af: indien God, die het huwelijk heeft ingesteld, wilde dat mannen zo waren, hoe is alles dan zo mis gegaan? Ik kwam door mijn studie te weten dat toen de mens in de hof van Eden zondigde, hij zich een heleboel problemen op de hals haalde, met inbegrip van ziekte en de dood. Bij het lezen van het bijbelse verslag, was ik echter ontzet over de straf die Eva ontving: „Uw sterke begeerte zal naar uw man uitgaan, en hij zal over u heersen.” — Gen. 3:16.

Wat een weerzinwekkende gedachte! Betekende dit dat ik, om de bijbel te kunnen accepteren, overheersing als het lot van de vrouw moest aanvaarden? Neen, naarmate ik me verder in de stof verdiepte, kwam ik te weten dat God zich heeft voorgenomen de man en de vrouw heel binnenkort in hun oorspronkelijke volmaakte toestand te herstellen. Zonde, ziekte en de dood zullen voor altijd verwijderd worden (Openb. 21:3, 4). Betekende dit dat er dan ook een einde zou komen aan deze overheersing door zondige mannen?

Ja. Ik kwam vol blijdschap te weten dat hoewel het beginsel van liefdevolle gezagsuitoefening als hoofd zal blijven, er een einde zal komen aan de zelfzuchtige overheersing door mannen. Zou het, in dit verband gezien, niet aangenaam zijn een man als hoofd te hebben die even liefdevol is als Christus?

En dat was nog niet alles, want ik leerde dat ik niet hoefde te wachten totdat Jehovah God de aarde in een paradijs verandert. Christelijke mannen, ware christenen, worden verondersteld nu reeds overeenkomstig Gods rechtvaardige maatstaven te leven. Was dit ook het geval?

SLECHTS THEORIE?

Ik werd ertoe aangespoord geregeld de vergaderingen van Jehovah’s getuigen bij te wonen en met hen en hun gezinnen om te gaan om dit voor mijzelf te kunnen beoordelen. Ik was verbaasd. Zij beoefenen werkelijk wat de bijbel leert. Toen begon ik in te zien hoe dit kwam.

Zij geloven allemaal dat de bijbel waar is — dat de Schepper van het universum mensen werkelijk heeft geïnspireerd om de bijbel te schrijven. Vandaar dat de Getuigen oprecht, naar hun beste vermogen, proberen overeenkomstig Gods Woord te leven. Als gevolg hiervan behandelen zij anderen inderdaad vriendelijk en met mededogen en beijveren mannen zich inderdaad om hun vrouw lief te hebben en hun eer toe te kennen.

Bovendien besefte ik dat als zij tot God bidden: ’Onze Vader in de hemel, uw koninkrijk kome’, zij werkelijk geloven dat Gods regering over de aarde zal regeren. Zij geloven werkelijk in de bijbel als daarin wordt gezegd: „De God des hemels [zal] een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. . . . Het zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan.” — Dan. 2:44.

EEN BEVRIJDING DIE HET WAARD IS OM ERVOOR TE STRIJDEN

Ik begreep dat Jehovah’s getuigen geloven dat de vernietiging van dit samenstel door God nabij is en dat degenen van de mensheid die het waard zijn, bewaard zullen worden ten einde een rechtvaardige nieuwe ordening binnen te gaan. Naarmate ik hier meer over nadacht, leek ook dit mij steeds redelijker toe. De Schepper moet namelijk beslist ontzet zijn over de grove zelfzucht en immoraliteit die in elk deel van deze wereld is doorgedrongen! En ik was ervan overtuigd dat mensen deze situatie niet zelf kunnen corrigeren.

Naarmate ik de bijbel verder ging bestuderen, raakte ik er steeds meer van overtuigd dat wat God tot stand zal brengen, veel grootser zal zijn dan wat wij in de vrouwenbeweging ooit hadden kunnen hopen te verwezenlijken. Want onder Gods koninkrijk zullen niet alleen de problemen van vrouwen worden opgelost maar zal de Schepper erop toezien dat de gehele mensheid van elke soort van onderdrukking, met inbegrip van zelfs ziekte en de dood, wordt verlost. Dit heeft hij in zijn Woord beloofd, en er bestaat alle reden om te geloven dat hij zijn belofte zal nakomen.

Ik ben dus nog steeds een voorvechtster voor de emancipatie of bevrijding van zowel vrouwen als mannen, alleen op een andere manier. In plaats van elke week vele uren door te brengen op „actiebijeenkomsten” of wettelijk strijd te voeren voor de rechten van de vrouw, gebruik ik nu mijn tijd om mensen te tonen dat zij alleen de hoop kunnen koesteren een gelukkig leven te leiden wanneer zij de voortreffelijke beginselen van Gods Woord in hun leven toepassen. Dit is de enige weg die tot ware bevrijding zal leiden in het paradijs, de „nieuwe aarde” onder Gods rechtvaardige Koninkrijksregering (2 Petr. 3:13). — Ingezonden.

[Inzet op blz. 580]

’Een oorzaak van de ontwikkeling van de vrouwenemancipatie hield verband met de stijgende kosten van het levensonderhoud en de moderne levensopvatting.’

[Inzet op blz. 581]

„De openlijke seksuele ontrouw van mannen heeft vele vrouwen . . . rechtstreeks tot de vrouwenemancipatie geleid.”

[Inzet op blz. 582]

„Zodra vrouwen macht begonnen te proeven, kwam er . . . een einde aan het zusterschap — een van onze dierbaarste idealen.”

[Inzet op blz. 583]

„Ik was niet van plan om te strijden voor het recht van een vrouw een lesbienne te zijn.”

[Inzet op blz. 585]

„De nadruk die de bijbel op liefde legt en op de noodzaak medemensen naar juiste waarde te schatten, trok mij werkelijk erg aan.”

[Inzet op blz. 586]

„Mij [werd] de schriftplaats getoond waar de bijbel mannen gebiedt hun vrouw eer toe te kennen.”

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen