Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w76 15/7 blz. 421-423
  • Exodus — Toen Jehovah God zichzelf bekendmaakte

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Exodus — Toen Jehovah God zichzelf bekendmaakte
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1976
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • DE ISRAËLIETEN IN EGYPTE
  • VAN RAMESES TOT DE BERG SINAÏ
  • AAN DE VOET VAN DE BERG SINAÏ
  • Bijbelboek nummer 2 — Exodus
    „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”
  • Jehovah’s wegen leren kennen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2005
  • Hoofdpunten uit het boek Exodus
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2004
  • Mozes
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1976
w76 15/7 blz. 421-423

Exodus — Toen Jehovah God zichzelf bekendmaakte

WAT bevat het boek Exodus een rijkdom aan inlichtingen! Het verhaalt de geboorte van een van de oudste natiën op aarde en deelt ons mee hoe Israël werd uitverkoren, uit Egyptische slavernij werd bevrijd en in een verbond met Jehovah God werd gebracht. Het bevat de schitterendste wetgeving die ooit aan een volk is gegeven en brengt verslag uit over talloze verbazingwekkende wonderen die plaatsvonden. En het belangrijkste is wel dat in dit bijbelboek wordt onthuld hoe de ware God Jehovah, de Schepper, zich als nooit tevoren bekendmaakte. Bovendien staat het vol met profetische voorbeelden en schaduwen van betere dingen die zouden komen.

Alles goed en wel, zullen sommigen van onze lezers misschien zeggen, maar hoe kunnen wij er zeker van zijn dat Exodus werkelijk historisch is en door Mozes is geschreven? In de eerste plaats zijn er zeer veel verwijzingen in de rest van de bijbel die de gebeurtenissen van Exodus als historisch behandelen en het verslag van deze dingen aan Mozes toeschrijven.a Ook de openhartigheid van Exodus getuigt van de authenticiteit van dit boek, want Mozes spaart noch zichzelf noch zijn volk. En verder is er ook het getuigenis van de oude joodse traditie, die de Pentateuch, waar Exodus een deel van vormt als authentiek beschouwt en als een schriftgedeelte dat door Mozes is geschreven.

Chronologisch kan Exodus, waarin ongeveer 145 jaar van Israëls geschiedenis wordt behandeld, in drie gedeelten worden verdeeld: het verblijf van de Israëlieten in Egypte (1:1–12:36), hun tocht van Rameses in Egypte naar de berg Sinaï in Arabië (12:37–18:27) en hun verblijf in de wildernis bij de berg Sinaï (19:1–40:38). Gedurende elk van deze drie periodes heeft Jehovah zich werkelijk bekendgemaakt — zijn naam, zijn voornemen en zijn eigenschappen — zowel door woorden als door daden. Dit alles heeft Mozes klaarblijkelijk omstreeks 1512 v.G.T. op schrift gesteld.

DE ISRAËLIETEN IN EGYPTE

In de eerste twee hoofdstukken worden de ervaringen van Jakobs nakomelingen in Egypte verhaald. Zij nemen daar zo snel toe dat de Farao’s hen tot slaven maken, maar zij blijven zich nog steeds vermenigvuldigen. Daarom gelast de Farao dat alle manlijke baby’s gedood moeten worden. Een kind dat door zijn moeder in een kistje in het water van de Nijl wordt gezet, ontkomt aan dit lot. De prinses van Egypte ontdekt de baby, adopteert hem en noemt hem Mozes, dat „uit het water gered” betekent. Mozes wordt in Farao’s huis opgevoed. Op veertigjarige leeftijd kiest hij de zijde van zijn onderdrukte volk door een Egyptenaar te doden en is hij gedwongen naar Midian te vluchten. Daar trouwt hij en leeft hij gedurende nog eens veertig jaar als een herder.

Op zekere dag ziet Mozes dan een brandende struik die evenwel niet wordt verteerd, en uit de struik hoort hij hoe Jehovah’s engel hem roept. Er wordt hem verteld dat de grond waarop hij staat, heilig is, en hij wordt in kennis gesteld van zijn opdracht naar Egypte terug te keren en zijn volk van de onderdrukking aldaar te bevrijden. Als Mozes vraagt wie hij moet noemen als degene die hem heeft gezonden, antwoordt God door bemiddeling van zijn engel: „Dit dient gij tot de zonen van Israël te zeggen: ’IK ZAL BEWIJZEN TE ZIJN heeft mij tot u gezonden.’” — Ex. 3:14.

Mozes vraagt om „geloofsbrieven” om aan te tonen dat Jehovah hem werkelijk verschenen was. Jehovah stelt hem er derhalve toe in staat om ter plaatse drie wonderen te verrichten. Als eerste veroorzaakt Hij dat zijn staf in een slang verandert en daarna weer een staf wordt, en vervolgens veroorzaakt Hij dat zijn hand melaats wordt en daarna weer geneest. Jehovah gebiedt Mozes deze twee wonderen, te zamen met het wonder om water in bloed te veranderen, voor de ogen van de oudere mannen van zijn volk te verrichten. Mozes is echter bijzonder beschroomd, en daarom draagt Jehovah zijn broer Aäron op, als zijn woordvoerder op te treden.

In de hoofdstukken vijf en zes wordt verteld hoe Mozes en Aäron voor Farao verschijnen om te vragen of de Israëlieten naar de wildernis mogen gaan om slachtoffers aan Jehovah te brengen. Farao zegt echter minachtend en uitdagend: „Wie is Jehovah, zodat ik zijn stem zou gehoorzamen om Israël heen te zenden?” En om de situatie te verergeren, verzwaart Farao de lasten van de Israëlitische slaven. Jehovah verzekert Mozes derhalve dat Hij Farao door middel van zijn macht tot andere gedachten zal brengen zodat hij de Israëlieten zal laten gaan, terwijl hij verder verklaart: „Aan Abraham, Isaäk en Jakob ben ik altijd verschenen als God de Almachtige, maar wat mijn naam Jehovah betreft, daarmee heb ik mij niet aan hen bekend gemaakt.” Het is waar dat zij de naam Jehovah zelf wel hadden gehoord, maar nu zou Jehovah als nooit tevoren een naam voor zichzelf maken: „Gij zult stellig weten dat ik Jehovah . . . ben.”b — Ex. 5:2; 6:3, 7.

Vervolgens bericht het verslag dat Mozes voor de ogen van Farao verscheidene wonderen verricht, die zijn tovenaars in sommige gevallen schijnen na te doen. Opdat Farao Jehovah zal leren kennen, wordt Mozes ertoe in staat gesteld verdere wonderen te verrichten die als plagen over Egypte komen — als eerste wordt water in bloed veranderd, gevolgd door de plaag van de kikvorsen, van de muggen en van de hondsvliegen, de plaag van ziekte van hun levende have en een plaag van zweren op mens en dier. Na de zesde plaag wordt tot Farao gezegd: „Hiertoe juist heb ik [Jehovah] u laten bestaan, om u mijn kracht te tonen en ten einde mijn naam over de gehele aarde te laten bekendmaken” (Ex. 9:16). In overeenstemming met die verklaring maakte Jehovah zich verder bekend door een hagelbui te zenden vermengd met vuur, door een verwoestende plaag van sprinkhanen en door drie dagen lang een duisternis te laten heersen die zo dicht was dat ze gevoeld kon worden. Dat deze plagen van Jehovah afkomstig waren, werd onderstreept door het feit dat Israël er vanaf de vierde plaag niet door werd getroffen. Dit alles wordt in de hoofdstukken 7 tot en met 10 behandeld.

In afwachting van de tiende plaag schrijft Jehovah vervolgens een „pascha”-viering voor. De Israëlieten moeten op 10 Nisan voor elk huisgezin een lam of een bokje nemen, het op 14 Nisan doden, het bloed ervan op de deurposten en bovendrempels van hun huis sprenkelen, het braden en het na zonsondergang met bittere kruiden en ongezuurd brood eten, terwijl alle families binnenshuis blijven. Omstreeks middernacht trekt Jehovah’s engel door het land ten einde alle eerstgeborenen van Egypte, van Farao’s eerstgeborene tot die van het nederigste lastdier, te doden. — Ex. 11:1–12:36.

VAN RAMESES TOT DE BERG SINAÏ

Wanneer Jehovah zich op deze wijze bekendmaakt, wordt Farao ertoe gebracht de Israëlieten te laten gaan. Eerst komen zij in Rameses bijeen. Farao heeft echter al gauw spijt van zijn handelwijze en jaagt de Israëlieten met zijn militaire strijdmacht zo snel mogelijk achterna. Ten einde ontkoming te verschaffen aan de Israëlieten, die ingesloten schijnen te zijn, maakt Jehovah zich aan hen bekend door een brede opening in de Rode Zee te maken. Farao en zijn leger jagen de Israëlieten door deze opening achterna, maar nadat de Israëlieten veilig de overkant hebben bereikt, laat Jehovah de zee op Farao en zijn leger terugstromen, waardoor zij allen verdrinken. Wat een grote vreugde was dit voor de Israëlieten, maar wat vormde dit voor de Egyptenaren een tragische manier om Jehovah te leren kennen! — Ex. 12:37–15:21.

Vandaar tot aan de berg Sinaï in Arabië leren de Israëlieten Jehovah voortdurend beter kennen. Hij verandert bitter water in zoet water, verschaft vlees in de vorm van een zwerm kwartels en zendt hun vanuit de lucht een smakelijke, graanachtige substantie die zij „manna” noemen. — Ex. 15:22–18:27.

AAN DE VOET VAN DE BERG SINAÏ

In de derde maand nadat de Israëlieten Egypte verlaten hebben, legeren zij zich aan de voet van de berg Sinaï. De resterende hoofdstukken van Exodus verhalen gebeurtenissen die gedurende de volgende negen maanden plaatsvinden. Zowel door middel van het gesproken woord als door bovennatuurlijke verschijnselen komen zij daar nog meer over hun God Jehovah te weten, vooral over zijn majesteit, ontzagwekkendheid, wijsheid, gerechtigheid, liefde en macht.

Daar gaan zij een verbond met Jehovah aan en geeft hij hun zijn wetten, waarvan de „Tien Woorden” — of de Decaloog — de belangrijkste zijn. Deze bleken de basis te zijn voor de wetten van vele beschaafde natiën in de hedendaagse tijd. De Israëlieten mochten geen concurrerende goden voor het aangezicht van Jehovah hebben; zij mochten geen beeld of gelijkenis aanbidden; zij mochten Jehovah’s naam niet ijdel gebruiken; zij moesten de zevende dag van de week, de sabbat, heilig houden; zij moesten hun ouders eren en zij ontvingen het gebod dat zij niet mochten moorden, geen overspel mochten plegen, niet mochten stelen en geen vals getuigenis mochten afleggen en dat zij niets mochten begeren wat aan hun naaste toebehoorde. — Ex. 19:1–24:18.

Veertig dagen lang is Mozes op de berg om instructies te ontvangen betreffende Jehovah’s manier van aanbidding en betreffende de bouw van een draagbare tempel of tabernakel (Ex. 25:1–31:18). De Israëlieten, die het moe worden nog langer op hem te wachten, maken en aanbidden een gouden kalf. Wanneer Mozes de berg afdaalt en dit ziet, wordt hij zo kwaad, dat hij de twee tafelen waarop de Tien Woorden geschreven staan, stukgooit. Nadat de afgodendienaars een passende straf hebben ontvangen, gaat Mozes opnieuw de berg op en ontvangt hij twee nieuwe tafelen.

Deze keer wordt het Mozes vergund Gods heerlijkheid te zien en hoort hij een stem bekendmaken: „Jehovah, Jehovah, een God barmhartig en goedgunstig, langzaam tot toorn en overvloedig in liefderijke goedheid en waarheid, . . . die dwaling en overtreding en zonde vergeeft, maar hij zal geenszins vrijstelling van straf geven.” Door middel van deze uitspraak hielp Jehovah Mozes en zijn volk opnieuw hun God beter te leren kennen. — Ex. 34:6, 7.

Wanneer Mozes opnieuw naar de Israëlieten terugkeert, wordt er een begin gemaakt met de bouw van de tabernakel of tent van aanbidding. Tegen het einde van het eerste jaar van hun exodus uit Egypte hebben de Israëlieten deze tent en de gehele voorgeschreven inrichting voltooid. Nadat de tent is opgezet en volledig is ingericht, verheerlijkt Jehovah God opnieuw zijn naam door de tabernakel met zijn heerlijkheid te vervullen en te bedekken.

Het boek Exodus handelt waarlijk over de tijd dat de Israëlieten, alsook hun vijanden, Jehovah beter leerden kennen dan zij hem ooit gekend hadden, zoals hij ook had beloofd. Wanneer wij deze dingen vernemen, ze ter harte nemen en er in overeenstemming mee handelen kunnen ook wij de ware God Jehovah beter leren kennen, hetgeen ons eeuwig tot voordeel zal strekken.

[Voetnoten]

a Zie voor details Aid to Bible Understanding, de bladzijden 547, 548 en „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig”, de bladzijden 19-24.

b Deze uitdrukking komt alleen in het boek Exodus negen keer voor.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen