Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w76 15/10 blz. 640
  • Vragen van lezers

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vragen van lezers
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1976
  • Vergelijkbare artikelen
  • Begrafenis, grafsteden
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Begrafenis, grafsteden
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Specerij
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Specerij
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1976
w76 15/10 blz. 640

Vragen van lezers

● Betekent 2 Kronieken 16:14 dat koning Asa werd gecremeerd?

Neen, het „begrafenisvuur” waarvan hier sprake is, ontstond door het verbranden van welriekende kruiden.

Toen de getrouwe koning Asa stierf, werd hij met ere begraven. Wij lezen: „Men begroef hem . . . in zijn grote grafstede die hij zich in de stad van David gedolven had; en men legde hem op het bed dat men gevuld had met balsemolie en verschillende soorten van zalf die door vermenging tot een speciale zalf waren bereid. Voorts ontstak men een buitengewoon groot begrafenisvuur voor hem.” — 2 Kron. 16:14.

Sommige lezers hebben gemeend dat dit op het ’verbranden’ van zijn lichaam duidde. De Hebreeën waren echter niet gewoon hun doden te cremeren; zij begroeven hen in grotten, graftombes of aarden graven. Crematie als een onderdeel van een eerbare begrafenis kwam klaarblijkelijk slechts in ongewone gevallen voor, zoals in het geval van Saul en zijn zonen. — 1 Sam. 31:8-13.

De Hebreeën gebruikten echter wel welriekende kruiden en oliën als onderdeel van hun begrafenissen (Joh. 19:40). Na vermeld te hebben dat zulke zoet ruikende stoffen bij Asa’s begrafenis gebruikt werden, maakt het verslag dan ook melding van „een buitengewoon groot begrafenisvuur voor hem”. Merk op dat het vuur „voor” hem was, en niet „van” hem. Het vers zelf geeft derhalve te kennen dat wat werd verbrand, de welriekende kruiden waren, hetgeen een aangename geur verspreidde.

Zulke ’begrafenisvuren’ worden alleen in het geval van koningen vermeld. Toen Jeremia de vredige dood van koning Zedekía voorzei, merkte hij op: „Zoals er vuren waren voor uw vaderen, de vroegere koningen . . . zo zal men voor u een vuur ontsteken” (Jer. 34:5). Maar nadat God de ontrouwe koning Joram van Juda aan een ongeneeslijke ziekte had laten sterven, ontving de koning geen grootse begrafenis. Er wordt ons gezegd: „Zijn volk ontstak voor hem geen vuur” en hij werd niet in de „grafsteden van de koningen” begraven (2 Kron. 21:18-20). Er werden bij zijn begrafenis geen welriekende kruiden verbrand.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen