Vragen van lezers
● Hoe zijn de woorden van Micha 1:6, 7 ten aanzien van Samária in vervulling gegaan?
Door bemiddeling van zijn profeet Micha verklaarde Jehovah God: „Ik zal Samária stellig maken tot een puinhoop . . . En haar gehouwen beelden zullen alle stukgeslagen worden, en alle geschenken, haar als haar loon gegeven, zullen in het vuur verbrand worden; en al haar afgoden zal ik tot een verlaten woestenij maken. Want van dat wat als loon aan een prostituée wordt gegeven, heeft zij ze bijeengebracht, en tot dat wat als loon aan een prostituée wordt gegeven, zullen ze terugkeren.” — Micha 1:6, 7.
Als een vervulling van dat profetische oordeel hebben de Assyriërs in 740 v.G.T. Samária verwoest, waardoor ook haar vele beelden werden vernietigd.
Wat valt er echter te zeggen over de geschenken die de afgodische Israëlieten naar de centra van valse aanbidding brachten? Deze geschenken zouden het „loon aan een prostituée” genoemd kunnen worden. Waarom? Omdat ze werden aangeboden ter ondersteuning van valse aanbidding en een schending vormden van hun verbond met Jehovah God, aan wie zij waren gebonden net zoals een vrouw aan haar man is gebonden. Overeenkomstig de algemene gewoonte van die tijd werden kostbare voorwerpen die uit de heiligdommen van overwonnen volken afkomstig waren, in de tempels van de overwinnaars geplaatst. (Vergelijk Ezra 1:7.) Dit beduidde dat de goden van de veroveraars de overwinning hadden behaald op de goden van de onderworpen volken. Het loon van Israëls geestelijke prostitutie (de geloftegaven van afgodische aanbidders), verhief dus de valse religie van de Assyriërs. Aldus kon er gezegd worden dat de geschenken die afgodische Israëlieten aan hun goden gaven, ’tot dat wat als loon aan een prostituée wordt gegeven, terugkeerde’ door geschenken voor Assyrische goden te worden.