Als gezin heilige dienst verrichten
„Ik [verzoek] u dringend . . . uw lichaam aan te bieden als een slachtoffer dat levend, heilig en aan God welgevallig is, een heilige dienst met uw denkvermogen.” — Rom. 12:1.
1, 2. (a) Aan welke vereisten moet een christelijk gezin voldoen om aanvaardbare „heilige dienst” te verrichten? (b) Noem enkele van de problemen die een belemmering zouden kunnen vormen voor de „heilige dienst” van een christelijk gezin.
IN DE christelijke gemeente wordt het gezin als de fundamentele eenheid erkend. Indien er liefde, vrede en eenheid in de gezinskring heersen en de gezinsleden zich bewust zijn van de belangrijkheid „heilige dienst” voor Jehovah te verrichten, kan het gezin een fijne positieve kracht voor de christelijke gemeente vormen (Rom. 12:1). Het is een uitdaging zo’n gezinseenheid tot stand te brengen en in stand te houden.
2 Er zijn in deze tijd veel dingen die voor christelijke gezinnen een belemmering vormen hierin succesvol te zijn. Zowel man als vrouw vinden het bijvoorbeeld vaak nodig een baan te hebben, zodat zij genoeg geld verdienen om het gezin te onderhouden. In deze situatie kan er een verwijdering komen tussen de gezinsleden. Soms kan een gezin, als gevolg van de onevenredig grote zuigkracht van dit samenstel van dingen, ontwricht raken door het verlangen van de gezinsleden om boven hun stand te leven in plaats dat zij acht slaan op de bijbelse raad om tevreden te zijn met hun „onderhoud en onderdak” (1 Tim. 6:8, Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap). De geest van onafhankelijkheid en het verlangen van elkeen om te doen waar men zelf zin in heeft in plaats dat men samenwerkt, vormen ook factoren die scheiding brengen tussen gezinsleden in plaats dat ze de onderlinge eenheid versterken. Maar welke invloeden zich ook doen gelden, er bestaat een handelwijze die, indien ze wordt gevolgd, een enorme hulp kan vormen voor christelijke gezinnen.
3. Welke handelwijze wordt aangeraden?
3 Deze handelwijze wordt uiteengezet in een verklaring die in de Bergrede wordt gedaan. De Heer Jezus zei: „Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd” (Matth. 6:33). In deze bespreking zal nader worden beschouwd wat bij die handelwijze betrokken is. Er zal niet worden ingegaan op de huishoudelijke aspecten van het gezinsleven, maar op de positieve stappen die een gezin kan doen om eerst het Koninkrijk te zoeken en de dingen te bevorderen die een gelukkig, liefdevol christelijk gezin tot resultaat hebben, een gezin dat op doeltreffende wijze „heilige dienst” voor God kan verrichten.
’EERST HET KONINKRIJK ZOEKEN’
4. Als gevolg van welk overgeërfde toestand hebben wij onderricht nodig om te weten hoe wij Jehovah kunnen behagen? (Jer. 10:23)
4 Als iemand iets in zijn leven op de eerste plaats laat komen, dan wil dit zeggen dat het voor hem van primair of van het allergrootste belang is. Jezus heeft gezegd: „Wil iemand achter mij komen, dan moet hij zichzelf verloochenen en zijn martelpaal dag aan dag opnemen en mij voortdurend volgen” (Luk. 9:23). Van iemand die een ware volgeling van Jezus wil zijn en zichzelf wil verloochenen, wordt verlangd dat hij werkelijk ’eerst het Koninkrijk zoekt’. Wegens de onvolmaakte neiging van onze geest en ons hart, die wij ten gevolge van overgeërfde zonde vanaf onze geboorte hebben meegekregen, moeten wij allen worden onderricht of onderwezen over datgene wat er van ons wordt verlangd om God te kunnen behagen (Gen. 8:21; Rom. 5:12). Ons moet worden geleerd ’eerst het Koninkrijk te zoeken’, omdat wij, als wij aan onszelf worden overgelaten, altijd eerst onze eigen persoonlijke verlangens en wensen zullen zoeken. Jehovah heeft derhalve onderricht verschaft dat via zijn Woord tot ons komt en ons juiste leiding schenkt.
5. Hoe uitgebreid was volgens Deuteronomium 6:6-9 het opleidingsprogramma dat Jehovah voor de Israëlieten uit de oudheid had aangegeven?
5 Jehovah gebood zijn uitverkoren volk, de Israëlieten uit de oudheid, hun kinderen in zijn wetten en geboden te onderwijzen. Zij moesten de leringen thuis, wanneer zij van huis weg waren, wanneer zij rustten en wanneer zij werkten, tegenover hun kinderen herhalen (Deut. 6:6-9). Met betrekking tot het verrichten van „heilige dienst” voor God is datzelfde onderricht passend voor gezinnen in deze tijd. Wanneer ons wordt onderwezen ’eerst het Koninkrijk te zoeken’, leren wij verantwoordelijkheden op ons te nemen. Tot deze verantwoordelijkheden behoort, dat wij anderen laten delen in wat wij hebben.
ANDEREN MET ONS LATEN DELEN
6. (a) Naar welk aspect van onze verantwoordelijkheid om anderen met ons te laten delen, gaat onze belangstelling in het bijzonder uit? (b) Hoe groot is de verantwoordelijkheid van ouders in deze aangelegenheid? (c) Van welke belemmering maakte Paulus in 2 Korinthiërs 2:14-16 gewag, en wat brengt dit bij heel wat mensen teweeg?
6 Wij willen er hier niet bij blijven stilstaan wat het betekent anderen in materieel opzicht met ons te laten delen, hetgeen vanzelfsprekend eveneens essentieel is voor werkelijk geluk (Hand. 20:35). Onze belangstelling gaat ernaar uit anderen met ons te laten delen door hun de gelegenheid te schenken evenals alle ware christenen hoop te stellen in Gods koninkrijk. Een van de schitterendste eigenschappen die een ouder in het hart van zijn kind kan planten, is het verlangen het „goede nieuws” van het Koninkrijk met anderen te delen. Reeds vanaf een jeugdige leeftijd kunnen kinderen erin worden onderwezen er een aandeel aan te hebben met anderen over het „goede nieuws van het koninkrijk” te spreken (Matth. 24:14). Dit vergt veel krachtsinspanningen van de zijde van de ouders, omdat de Koninkrijksboodschap van dien aard is dat de meerderheid van degenen aan wie deze boodschap wordt aangeboden, ze niet grif aanvaardt of wenst. Dat komt doordat Satan, „de god van dit samenstel van dingen”, de geest van de mensen heeft verblind voor het „glorierijke goede nieuws over de Christus” (2 Kor. 4:4). De apostel Paulus zei over de wijze waarop wij ons kwijten van de verantwoordelijkheid de Koninkrijksboodschap bekend te maken en de uitwerking die het heeft wanneer wij dit doen: „God . . . gebruikt ons om overal de kennis van Christus te verspreiden als een zoete geur. Want wij zijn de wierook die Christus brandt voor God, niet alleen onder de mensen die gered worden maar ook onder hen die verloren gaan. Voor de laatsten een kwalijke reuk die dodelijk is, maar voor de eersten een verfrissende geur die leven brengt” (2 Kor. 2:14-16, Het Nieuwe Testament in de omgangstaal). Het probleem is, dat de grote meerderheid van de mensheid deze uiterst belangrijke boodschap als iets dodelijks beschouwt, als iets dat onaanvaardbaar is voor hen. Het kan moeilijk en ontmoedigend zijn er een aandeel aan te hebben deze boodschap onder zulke mensen te verbreiden.
7. Welke aanmoediging hebben kinderen nodig, opdat zij ermee zullen voortgaan het onderwijs dat zij ontvangen, in praktijk te brengen?
7 Dit legt grote nadruk op de taak van christelijke ouders om hun kinderen erin op te leiden een aandeel aan deze „heilige dienst” te hebben. Door deze dienst wordt de „kennis van Christus” verbreid, welke kennis voor enkelen een oorzaak van grote vreugde is, maar door velen totaal wordt verworpen. Ouders hebben de gelegenheid en de verplichting hun kinderen vanaf hun prille jeugd op te leiden, zodat zij voorbereid en toegerust zijn om een aandeel te hebben aan deze „heilige dienst” en de boodschap over Christus en het Koninkrijk aan anderen bekend te maken. Kinderen hebben veel hulp nodig om te beseffen dat, ook al bezien velen de glorierijke boodschap van God als doodaanbrengend, zij als de jonge bekendmakers van het „goede nieuws” hun vreugde en ijver niet mogen verliezen. Ook moeten zij hun handen niet laten verslappen en er niet mee ophouden nog langer „heilige dienst” voor Jehovah te blijven verrichten. — 1 Kor. 9:16, 17.
8. (a) Hoe belangrijk is het voorbeeld van ouders bij het verrichten van „heilige dienst”? (b) Waarom is het goed wanneer ouders een rechtstreeks aandeel hebben aan deze opleiding?
8 Het is dan ook meteen duidelijk dat ouders de zware en blijvende verantwoordelijkheid hebben om de ijver en toewijding die zij bezitten, in hun eigen leven te weerspiegelen door geregeld aan het werk van de Koninkrijksbekendmaking deel te nemen. Zij moeten het tot een deel van hun eigen routine in het leven maken om samen met hun kinderen aan de Koninkrijksdienst deel te nemen en hen er niet altijd maar op uit sturen om onder de hoede van anderen te werken. Niemand anders kan deze verantwoordelijkheid van de ouders op zich nemen. Een goed voorbeeld stellen, is de beste manier om juiste doeleinden en beweegredenen in het hart van kinderen te planten. Houd het uitdrukkelijke schriftuurlijke bevel in gedachte: „Leid een knaap op overeenkomstig de weg voor hem; ook als hij oud wordt, zal hij er niet van afwijken” (Spr. 22:6). Om een juiste opleiding te kunnen geven, dient de vader of de moeder — of beiden waar dit mogelijk is — bij zijn of haar kinderen te zijn. Zij moeten gezamenlijk als gezin „heilige dienst” verrichten.
9. Vermeld twee heilzame resultaten van deelneming aan heilige Koninkrijksdienst.
9 Het delen van het „goede nieuws” met anderen schenkt iemand niet alleen de voldoening te weten dat hij doet wat Jehovah heeft geboden, maar heeft nog meer heilzame resultaten. Ouders stellen hierdoor hun kinderen juiste doeleinden voor ogen die zij in het leven moeten nastreven. Dat de grote meerderheid van de jonge mensen loze doeleinden nastreeft, schenkt hun geen werkelijk en blijvend geluk. Het nastreven van een doel dat aangenaam is in Jehovah’s ogen, leidt tot godsvrucht met tevredenheid, het waardevolste doel dat er bestaat. Terwijl de wereld in het algemeen er grote moeite voor doet tevredenheid te verwerven, bemerken godvruchtige gezinnen in de christelijke gemeente dat het niet al te moeilijk is dit doel te bereiken, als zij de gelegenheid ertoe maar willen aangrijpen. Er zijn veel voldoeninggevende mogelijkheden beschikbaar. — Ef. 5:15, 16.
PIONIERSDIENST
10. Hoe kan in het christelijke gezin tot de pioniersdienst worden aangemoedigd, en welk nut werpt dit af?
10 Gedurende het dienstjaar 1980 namen over de gehele wereld meer dan 137.000 getuigen van Jehovah aan de een of andere vorm van de volle-tijdbediening, de pioniersdienst, deel. Het schonk deze personen grote voldoening zo’n volledig aandeel aan de Koninkrijksbekendmaking te hebben. Deze vorm van „heilige dienst” schonk hun veel zegeningen van Jehovah. Soms kunnen gezinsleden er regelingen voor treffen dat een van hen in de volle-tijd pioniersdienst gaat. Ten einde dit doel te bereiken zal elkeen in het gezin misschien iets moeten opofferen, maar de beloningen maken dit alleszins de moeite waard. Hebt u de mogelijkheid overwogen of een van de leden van uw gezin aan deze vorm van „heilige dienst” kan deelnemen? Veel ongehuwde personen en echtparen die de pioniersdienst op zich nemen, eerst als hulppioniers en daarna als gewone of speciale pioniers, bemerken dat zij zelfs in de positie verkeren hun bediening tot andere terreinen van „heilige dienst” uit te breiden.
ZENDINGSDIENST
11. (a) Welk andere terrein van „heilige dienst” hebben velen betreden? (b) Hoe waardevol is dit gebleken bij het verrichten van „heilige dienst”?
11 Op de Wachttoren-Bijbelschool Gilead, die nu reeds ruim 38 jaar bestaat, worden mensen opgeleid en toegerust om naar buitenlandse gebieden te gaan, waar prachtige gelegenheden zijn om ’eerst het Koninkrijk te zoeken’. Veel christelijke vaders en moeders zijn bereid geweest het genoegen op te geven hun kinderen dicht bij zich in de buurt te hebben, maar hebben hen ertoe aangemoedigd hun bediening uit te breiden door anderen in het buitenland te helpen. Duizenden ongehuwde broeders en zusters, alsook echtparen, zijn gezegend met het voorrecht in het buitenland zendingsdienst te verrichten. Zij zijn door veel zegeningen in die vorm van „heilige dienst” verrijkt en hebben eraan mogen meehelpen het „goede nieuws” tot de verst verwijderde delen der aarde te verbreiden. Tot op deze dag verrichten afgestudeerden van de eerste klassen van de Gileadschool dienst in vreemde landen, en in veel gevallen vormen zij het hechte fundament van het werk waarmee tientallen jaren geleden werd begonnen. Bent u, bij het verrichten van uw „heilige dienst” als gezin, in de positie een of meer van uw kinderen ertoe aan te moedigen dit terrein van activiteit te overwegen? — Mal. 3:10.
BETHELDIENST
12. Welk aandeel kan Bethel hebben in de „heilige dienst” van sommige gezinnen?
12 Over de gehele aarde bevinden zich bijkantoren en daarmee verbonden Bethelhuizen van het Wachttorengenootschap, waar volledig opgedragen jonge mannen en vrouwen hun Schepper in hun jeugd kunnen dienen (Pred. 12:1). Deze vorm van „heilige dienst” schenkt ook veel vreugde aan degenen die ervoor in aanmerking komen, aangezien zij een dienst kunnen verrichten ten behoeve van hun broeders en zusters die het predikings- en onderwijzingswerk verrichten. Veel gezinnen zijn gezegend met het voorrecht kinderen of familieleden te hebben die in een Bethelhuis dienst verrichten. Hoewel iemand die op dit terrein van volle-tijdactiviteit werkzaam is, niet in dezelfde mate aan de openbare bediening kan deelnemen als pioniers of zendelingen, nemen degenen die op Bethel dienst verrichten, toch ook deel aan de prediking van huis tot huis en de verbreiding van de Koninkrijksboodschap (Hand. 20:20). Bovendien verrichten zij uiterst belangrijke diensten die ertoe bijdragen dat het wereldomvattende predikingswerk voortgang kan vinden.
WAT ZULT U DOEN?
13. Welke gelegenheid blijft voor christelijke gezinnen openstaan?
13 Paulus schreef in zijn brief aan de Korinthische gemeente dat hij nog enige tijd in Éfeze bleef omdat ’er een grote deur die tot activiteit leidt voor hem was geopend’ (1 Kor. 16:9). Voor Jehovah’s volk in deze tijd blijft er een grote deur van activiteit, „heilige dienst”, openstaan. Wij leven in de tijd van de laatste vervulling van veel bijbelse profetieën over de „tijd van het einde”, de tijd waarin het goede nieuws van het Koninkrijk in de gehele wereld tot een getuigenis gepredikt moet worden (Dan. 12:4; Matth. 24:14). Wat zullen de christelijke gezinnen van Jehovah’s Getuigen doen? De behoefte is bijzonder dringend, aangezien de tijd beperkt is. Aan voorzieningen ontbreekt het niet, want Jehovah heeft ervoor gezorgd dat godvrezende personen zijn Woord de bijbel bezitten alsook publikaties die de „getrouwe en beleidvolle slaaf” ten behoeve van hen heeft verschaft (Matth. 24:45-47). Ook hebben veel gezinnen zich voor dit werk beschikbaar gesteld, en Jehovah is ermee voortgegaan duizenden toe te voegen aan de rijen van degenen die aan de Koninkrijksbekendmaking deelnemen. — Vergelijk Jesaja 60:22.
14. (a) Welke toepasselijke vragen kunnen gezinnen zichzelf stellen? (b) Hoe komt het dat wij ons bekwaam kunnen voelen om een aandeel te hebben aan „heilige dienst”?
14 De vragen zijn derhalve: Wat doet u? Grijpt u de gelegenheid aan die u thans hebt, als gezin en ook individueel, om „heilige dienst” voor de Schepper te verrichten? Moedigt u anderen ertoe aan dit te doen? Getuigt uw gezinseenheid ervan dat ze gebaseerd is op een deugdelijk fundament en dat de gezinsleden de vruchten van het Koninkrijk wensen voort te brengen? Toen Paulus over de noodzaak sprak als een welriekende geur te zijn die niet alleen uitgaat tot degenen die worden gered, maar ook tot degenen die verloren gaan, zei hij vervolgens: „Wie is daarvoor geschikt? Wij zijn niet als zoveel anderen die van Gods boodschap een handeltje maken; nee, wij verkondigen haar met oprechte bedoelingen, in opdracht van God, ons bewust van zijn aanwezigheid, en in eenheid met Christus.” — 2 Kor. 2:16, 17, NTO.
15, 16. (a) Hoe zouden sommigen hun aandeel aan het bevorderen van de Koninkrijksbelangen kunnen vergroten? (b) Wat zijn de zegeningen van toegenomen „heilige dienst”?
15 Door liefde, vrede en eenheid in de gezinskring te bevorderen, door ’eerst het Koninkrijk te zoeken’ en daaraan de grootste belangrijkheid toe te kennen en door ervoor te gaan zitten om de kosten te berekenen, zouden christelijke gezinnen tot de conclusie kunnen komen dat zij inderdaad een groter aandeel kunnen hebben aan het bevorderen van de allerbelangrijkste boodschap die ooit op deze aarde is bekendgemaakt, het „goede nieuws” van Gods opgerichte koninkrijk. Als gevolg van hun oprechte, verenigde krachtsinspanningen zullen zij Jehovah’s zegen genieten, en hij voegt geen pijn toe aan de zegeningen die hij schenkt. — Spr. 10:22.
16 Waarom zou u er als gezin niet rustig voor gaan zitten om te beschouwen wat u thans doet en wat u zou kunnen doen? Wanneer wij eerlijk zijn, zullen de meesten van ons ongetwijfeld moeten toegeven dat wij als gezin met een beetje meer moeite ons aandeel aan Jehovah’s „heilige dienst” kunnen vergroten. Houd in gedachte dat Jehovah niet meer van ons vraagt dan redelijk is. Onze liefde voor hem, voor ons gezin en voor de mensheid in het algemeen dient ons ertoe aan te sporen onszelf te onderzoeken en vast te stellen wat wij zouden kunnen doen. Denk na over de verschillende aspecten van uw „heilige dienst”, uw glorierijke bediening als Christus’ discipel (2 Kor. 4:7). Leg de kwestie in gebed aan Jehovah voor en vraag in verband met de krachtsinspanningen die u doet, om zijn leiding en hulp. U zult thans reeds veel zegeningen ontvangen, te zamen met godvruchtige tevredenheid, terwijl de toekomst de belofte inhoudt van leven dat werkelijk leven is, in Gods nieuwe samenstel van dingen. — Matth. 25:34; 1 Tim. 6:6, 17-19.
PUNTEN DIE MEN ALS GEZIN KAN BESPREKEN
● Waarom dienen gezinnen, afgezien van onze persoonlijke toepassing van Jezus’ woorden in Matthéüs 6:33, zich erom te bekommeren die woorden verenigd als gezin toe te passen?
● Hoe kunt u een groter aandeel hebben aan het gezinsprogramma om kinderen erin te onderwijzen de Koninkrijksboodschap met anderen te delen?
● Welke praktische regelingen kunt u bedenken die in uw gezin toegepast kunnen worden waardoor kinderen een vollediger aandeel aan dit werk kunnen hebben?
● Welke speciale aspecten van „heilige dienst” zouden redelijke doeleinden kunnen zijn voor u of voor een ander lid van uw gezin?
● Hoe zouden de leden van uw gezin kunnen samenwerken opdat op zijn minst een van u zo’n doel zou kunnen bereiken?
[Illustratie op blz. 24]
In een Bethelhuis dienst verrichten, kan een bron van grote voldoening zijn. Het vormt een belangrijke bijdrage tot de wereldomvattende „heilige dienst”