Een onderzoekende beschouwing van het boek Openbaring
ALS u de dingen zou opsommen die u gelukkig zouden kunnen maken, zou u dan het bijbelboek Openbaring op uw lijstje zetten?
De meeste mensen waarschijnlijk niet. Toch kan iedereen die een goed begrip van Openbaring heeft, instemmen met de woorden van de apostel Johannes aan het begin van dit boek: „Gelukkig is hij die de woorden van deze profetie voorleest en zijn zij die ze horen en die onderhouden al wat daarin geschreven staat.” — Openb. 1:3.
’Maar’, zegt u misschien, ’ik kan zo moeilijk wijs worden uit wat in Openbaring staat.’ Een van de oorzaken daarvan is, dat een groot deel van het boek in symbolische taal is geschreven. Om de betekenis te vatten, hebben wij kennis nodig van zowel de bijbel in zijn geheel als van de wijze waarop God door de jaren heen met zijn volk heeft gehandeld.
Het is mogelijk dat u nog een obstakel bent tegengekomen voor het begrijpen van Openbaring. Doordat er zoveel verschillende visioenen of beschrijvende beelden in staan, zijn velen geneigd de rode draad die door het geheel loopt, uit het oog te verliezen. Zij concentreren zich als het ware op de afzonderlijke bomen en verzuimen van een afstand het hele bos in ogenschouw te nemen. Laten wij met dit in gedachten het boek Openbaring eens beschouwen op een manier die laat zien hoe de verschillende onderdelen of visioenen met elkaar verband houden. Merk bij wijze van sleutel op, hoe de ene reeks, zoals de zeven zegels, leidt tot een volgende serie, de zeven trompetten. De afbeelding op bladzijde 26 zal u daar ongetwijfeld bij helpen. Wij zullen gaandeweg slechts enkele verklarende commentaren geven, aangezien meer materiaal hierover beschikbaar is in de hieronder genoemde boeken.a
Het openbaren begint
Het boek Openbaring is omstreeks 96 G.T. door de apostel Johannes in briefvorm geschreven aan „zeven gemeenten” in Klein-Azië, een afbeelding van de gehele gemeente van met de geest gezalfde christenen (1:4). De inleiding (1:1-3) identificeert God als de bron en Jezus als het kanaal van de Openbaring. Ze verzekert geluk voor hen die de woorden van de profetie horen en onderhouden.
Na Jehovah en Jezus te hebben genoemd, stelt de apostel zichzelf voor en geeft hij te kennen dat wat volgt, in het bijzonder betrekking heeft op „de dag des Heren” (sedert 1914). Hij heeft een visioen van de glorierijke verschijning van de uit de dood opgewekte Jezus, via wie het boek aan Johannes werd gegeven. Er moeten brieven worden geschreven aan zeven gemeenten (1:4–3:22). Daar Jezus op de hoogte is van de geestelijke situatie waarin de desbetreffende christenen verkeren, spreekt hij prijzende woorden en geeft hij raad en waarschuwingen. Dit dient ons het vertrouwen te geven dat God hen die in de hemel als koningen over de aarde zullen regeren, een opleiding geeft.
Nadat Johannes Degene gezien heeft die het kanaal van de openbaring vormt, heeft hij vervolgens een visioen van Degene van wie de openbaring afkomstig is (4:1-11). God is glorierijk en ontzagwekkend en verdient onze bewondering en aanbidding. Rondom Gods troon bevinden zich levende schepselen die zijn hoedanigheden beklemtonen. Vierentwintig oudere personen (christenen die in de hemel regeren) aanbidden de Schepper en erkennen tevens dat alle schepselen dit eveneens dienen te doen. Jehovah heeft een verzegelde boekrol, maar wie kan die openen? — 5:1-4.
Johannes ziet hoe het Lam, Jezus de boekrol neemt. Hoofdstuk 5 zet uiteen dat Christus deze eer waardig is. Wij dienen hem dus eer toe te kennen en belangstelling te hebben voor de in de boekrol vervatte boodschap betreffende Gods voornemen, die in onze tijd haar uitwerking zal hebben op hemel en aarde. In plaats van de boekrol alleen maar te lezen, ziet Johannes hoe de inhoud van de boekrol in levende beelden wordt opgevoerd. Christus begint de zeven zegels ervan te openen.
Het eerste onthult hoe Jezus als koninklijk heerser uittrekt naar de uiteindelijke overwinning. Het tweede tot en met het vierde zegel beelden via andere ruiters buitengewone oorlogen, hongersnood en dood af (zoals wij sinds de Eerste Wereldoorlog hebben gezien), waardoor grote aantallen mensen in Hades, het graf, terechtkomen. Bij het verbreken van het vijfde zegel wordt de verzekering gegeven dat God de vervolgde en tot martelaren gemaakte christenen zal wreken. Wat Johannes ziet wanneer het zesde zegel wordt geopend, toont aan dat er veranderingen zullen zijn in hemel en op aarde en dat de mensen zullen proberen zich voor de komende gramschap van God te verbergen. — 6:1-17.
Tijdens een pauze voordat het zevende zegel wordt geopend, ziet Johannes welk werk er gedaan moet worden voordat God de vernietigende storm van de verdrukking laat losbarsten (7:1-17). De voltooiing van het verzegelingswerk van de 144.000 moet worden volbracht. (Later [14:1-3] wordt getoond dat het volbracht is.) Doordat de engelen de vernietigende verdrukking in bedwang houden, wordt de „grote schare” in de gelegenheid gesteld Gods goedkeuring te verwerven en hem te zamen met de 144.000 te aanbidden. Nu wordt het zevende zegel verbroken en volgt er een korte periode van gebed en voorbereiding op wat komen gaat. — 8:1-6.
Zeven trompetten
Zeven engelen moeten op zeven trompetten blazen (Gods aardse dienstknechten begonnen op hun congressen van 1922-1928 oordeelsboodschappen bekend te maken). Bij het openen van een reeks van zeven zegels gaat het openen van het laatste zegel dus over in een visioen van zeven andere dingen, trompetten. Er worden vijf met trompetgeschal te vergelijken boodschappen betreffende elementen van Satans organisatie bekendgemaakt. De vijfde omvat een plaag van met sprinkhanen te vergelijken predikers; daarvan wordt ook gezegd dat ze de eerste van drie weeën is. Wanneer de zesde trompet weerklinkt, wordt gewag gemaakt van de bevrijding van hen die zich gebonden bevinden bij de Eufraat, waar het oude Babylon gelegen was. (In de hedendaagse tijd werden sommige christenen na de Eerste Wereldoorlog uit Babylonische gevangenschap bevrijd.) Het visioen toont ook een leger van 200.000.000 man ruiterij. — 8:7–9:21.
Het weerklinken van de zesde trompet wordt onderbroken; Johannes ziet een engel met een kleine, eetbare boekrol (10:1-11). De apostel verneemt dat in de dagen van het blazen op de zevende trompet Gods mysterie voleindigd zal worden. Dan ontvangt hij de rol om die op te eten en wordt hem verteld dat er nog meer geprofeteerd moet worden. Hij moet ook de (geestelijke) tempel opmeten. Johannes verneemt over getuigen die een tijdlang hadden geprofeteerd (1914-1918), door het wilde beest werden gedood en ten slotte weer tot leven kwamen. Merk op dat er een wild beest in het beeld verschijnt, dat echter nog niet wordt verklaard. Nadat de getuigen tot leven zijn gekomen, volgt er een aardbeving in het afvallige Jeruzalem, waardoor er een eind komt aan de zesde trompet en het tweede wee. — 11:1-14.
Bij het weerklinken van de zevende trompet wordt er een bekendmaking gedaan omtrent het opgerichte Koninkrijk (het „derde wee” voor Gods vijanden). Dit leidt tot woedende vervolging van de zijde van de natiën (11:15-19). Het volgende hoofdstuk licht uitvoeriger toe wat er is gebeurd. Johannes ziet hoe een glorierijke vrouw (Gods hemelse organisatie) veilig een zoon (het Koninkrijk) baart, ondanks tegenstand van de Duivel. Na een oorlog in de hemel wordt Satan neergeworpen naar de aarde, waar hij het christelijke overblijfsel vervolgt wegens hun getrouwheid (12:1-17). Dit houdt een waarschuwing in voor de voornaamste vijand, Satan. Maar andere vijanden verschijnen ten tonele. Een ervan is een beest (de met een beest te vergelijken politieke organisatie van de Duivel) uit de zee. Het voert oorlog tegen christenen, die derhalve volharding en geloof nodig hebben (13:1-10). Een ander beest, met twee horens, dat aanmoedigt om het beeld van het uit de zee komende beest te aanbidden, vormt een heel goede afbeelding van de machtige Anglo-Amerikaanse politieke alliantie die het wereldtoneel in de recente tijd heeft beheerst. — 13:11-18.
Zullen deze vijanden het verzegelen van de 144.000 verhinderen? Neen! Johannes ziet hoe de 144.000 gelukkig zingen op de berg Sion. (Dit alles vindt nog steeds plaats tijdens het blazen op de zevende trompet.) Dan maken drie engelen in het bijzonder melding van moeilijkheden die er voor de vijanden in het verschiet liggen. Eén engel verklaart dat God het oordeel zal voltrekken. Hij gebiedt derhalve: „Vreest God en geeft hem heerlijkheid.” De tweede verkondigt dat Babylon de Grote gevallen is. De derde zegt aan dat aanbidders van het beest of zijn beeld gepijnigd zullen worden. Andere engelen voorspellen een oogst en kondigen een verplettering aan in Armageddon. — 14:1-20.
Zeven schalen en Babylon de Grote
Na deze oordelen en vooraankondigingen ziet Johannes zeven engelen met zeven plagen. (Ook dit vindt plaats tijdens het schallen van de zevende trompet; dus weer gaat de ene reeks over in de volgende.) Ondanks de vervolging komen velen als overwinnaars te voorschijn en zingen lofzangen. De zeven engelen zullen zeven schalen van toorn uitgieten, die wijzen op Gods zienswijze met betrekking tot verschillende wereldtoestanden en de resultaten of de uitwerking van zijn gerechtelijke oordeel. Evenals in het geval van de zesde trompet heeft de zesde schaal met de Eufraat (Babylon) te maken. Ook wordt melding gemaakt van de vergadering „tot de oorlog van de grote dag van God de Almachtige” (Armageddon), maar bijzonderheden worden nog niet verstrekt. Bij het uitgieten van de zevende schaal zegt een stem: „Het is geschied!” en Babylon de Grote wordt uit elkaar geschud en stort in. — 15:1–16:21.
Vervolgens verklaart Openbaring de vernietiging van het hedendaagse Babylon, hetgeen eraan doet denken dat het oude Babylon een bakermat van valse religie was. Het Babylon in Openbaring wordt vergeleken met een hoer die rijdt op een scharlakengekleurd beest met zeven koppen, welke koningen voorstellen — met een achtste koning die uit de voorgaande zeven voortspruit. (Dit is een toepasselijke afbeelding van de Volkenbond, later vervangen door de VN — die beide zijn samengesteld uit vele natiën.) Een engel zegt dat de gemilitariseerde horens van het beest mettertijd tegen het Lam zullen strijden. Maar eerst zullen de tien horens zich tegen de hoer keren en haar vernietigen (17:1-18). Afzonderlijke personen wordt dringend toegeroepen het religieuze Babylon de Grote te verlaten voordat dit gebeurt. Nadat ze vernietigd is, missen koningen en kooplieden haar, maar de hemel verheugt zich over haar totale en definitieve vernietiging (18:1-24). God moet geprezen worden omdat hij dit oordeel heeft voltrokken. In het bijzonder is het een bron van vreugde voor de uit „heiligen” bestaande bruid van het Lam, want nu is bewezen dat zij over de hoer gezegevierd heeft. — 19:1-10.
Nu wordt de draad van de oorlog van God en degenen die strijden tegen het Lam weer opgevat en verder uitgewerkt. Zich verzettende organisaties en afzonderlijke personen komen aan hun eind (19:11-21). Hoe staat het met boze geesten? Het volgende tafereel laat zien dat Satan voor duizend jaar in de afgrond wordt geworpen. Gedurende die periode zullen Christus en de 144.000 in een bijzondere betekenis koningen en priesters zijn. Snel overspringend naar het einde van de duizend jaar, om Satans volledige vernietiging te laten zien, wordt in het visioen afgeschilderd hoe hij wordt losgelaten en hoe een onbepaald aantal mensen in opstand komt. Te zamen worden zij in het meer van vuur geworpen (20:1-10). Het visioen keert in de tijd terug om de gebeurtenissen tijdens het Millennium te beschrijven en laat zien hoe de doden zijn opgestaan en eeuwig leven of de vernietiging waardig worden geoordeeld. — 20:11-15.
Aangezien de oude hemel en aarde zijn weggevloden, ziet Johannes een nieuwe hemel en aarde, alsook de zegeningen die deze de mensheid brengen. Ook ziet hij een stad, niet Babylon, maar de bruid van Christus. Ze is heilig en volmaakt, en er stroomt een rivier des leven uit haar. Er worden overvloedige voorzieningen getroffen voor een gezond leven. De reeks visioenen van Openbaring besluit als climax met dit heerlijke beeld van de regerende organisatie van het nieuwe samenstel van dingen. — 21:1–22:7.
Johannes wordt door emoties overmand en wil de tussenpersoon aanbidden die het visioen heeft doorgegeven; maar hij wordt terechtgewezen. De profetie mag niet verzegeld worden. Hoorders ervan moeten anderen uitnodigen om „het water des levens om niet” te nemen. Niemand mag iets toevoegen aan of iets afnemen van de boekrol. Nogmaals herinnert Jezus de lezers eraan dat hij vlug komt. Johannes geeft hier antwoord op en besluit met een zegenwens voor de heiligen. — 22:8-21.
Wanneer u naar de hierbij afgedrukte schematische voorstelling kijkt, kunt u dan zeggen dat u nu beter begrijpt wat Openbaring inhoudt en hoe de erin voorkomende elementen verband houden met elkaar? Er is echter nog meer nodig. Wij behoren de symbolische betekenis van de visioenen in dit geïnspireerde boek te bestuderen en volledig te begrijpen en de boodschap ervan toe te passen in ons eigen leven. Dan zullen wij in aanmerking komen voor zegeningen, met inbegrip van het geluk waar Johannes in de eerste verzen melding van maakte.
[Voetnoten]
a Jehovah’s Getuigen vinden veel steun in twee hulpmiddelen voor bijbelstudie waarin Openbaring vers voor vers wordt besproken: ’Dan is Gods mysterie voleindigd’ (1970) en „Babylon de Grote is gevallen!” Gods koninkrijk heerst! (1971), beide verkrijgbaar bij de uitgevers van dit tijdschrift.
[Illustraties op blz. 26]
Het openen van zeven zegels leidt tot het weerklinken van zeven trompetten
Wanneer de laatste drie trompetten weerklinken, worden er weeën afgekondigd. Het derde wee leidt tot een reeks van zeven schalen
Zeven engelen gieten schalen van Gods toorn uit — zeven plagen op de aarde