Vragen van lezers

◼ Wanneer iemand eenmaal een getuige van Jehovah wordt, wordt hij dan altijd als zodanig gerekend?

Nee, Jehovah’s Getuigen zijn niet zoals de religies die van het standpunt uitgaan: ’Eens lid, altijd lid.’ Een klein percentage personen verkiest zich terug te trekken uit de christelijke gemeente of wordt uitgesloten omdat zij onberouwvolle zondaars zijn.

Bij een bepaalde gelegenheid keerden veel discipelen zich van Jezus af en „wandelen voortaan niet meer met hem” (Johannes 6:66). Ook verklaart de bijbel dat indien een christen grove zonden beoefent zonder berouw te hebben, de gemeente ’de goddeloze uit hun midden moet verwijderen’ en ’niet langer in zijn gezelschap moet verkeren’. — 1 Korinthiërs 5:9-13.

Wanneer een christen in deze tijd tot een zondige handelwijze vervalt, heeft een comité van geestelijk bekwame ouderlingen dan ook een gesprek met hem. Zij willen zien of hij berouwvol is en hersteld kan worden (Galáten 6:1). Indien dit niet het geval is, gehoorzamen de ouderlingen de bijbelse opdracht om de zondaar uit te sluiten opdat de gemeente ’vrij van zuurdeeg’ zal zijn. — 1 Korinthiërs 5:7.

Ook kan het een enkele keer gebeuren, zoals in Johannes 6:66 wordt vermeld, dat een Getuige op eigen initiatief besluit de weg der waarheid te verlaten. Hij kan zijn besluit zelfs te kennen geven nadat het comité begonnen is een onderzoek in te stellen naar zijn verkeerde handelwijze. Hij kan hen schriftelijk laten weten of ten overstaan van getuigen verklaren dat hij zich uit de gemeente terug wenst te trekken en niet als Getuige bekend wenst te staan. De ouderlingen zullen hun onderzoek dan niet behoeven voort te zetten. In dit geval zullen de ouderlingen echter een korte bekendmaking doen dat hij zich heeft teruggetrokken, zodat de gemeente weet dat hij „van ons uitgegaan” is (1 Johannes 2:19). Dan zullen zij gehoor geven aan de geïnspireerde vermaning ’zo iemand nimmer in hun huis te ontvangen en ook geen groet tot hem te richten, om niet in zijn goddeloze werken te delen’. — 2 Johannes 10, 11.

Niemand wordt derhalve verplicht een deel van de gemeente te blijven. Maar de grote meerderheid van Jehovah’s Getuigen deelt de houding van de apostelen die vrijwillig bij Jezus bleven, zijn geestelijke hulp ontvingen en genoten van de hartelijke omgang in Gods gemeente. — Lukas 22:28.