Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w85 1/10 blz. 4-7
  • Vrede en veiligheid — Uit welke bron?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Vrede en veiligheid — Uit welke bron?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Hoe groot is de invloed van de VN?
  • De fundamentelere problemen
  • Hoe staat het dan met vrede en veiligheid?
  • Op de manier van de mens of op Gods manier?
  • Vrede en zekerheid — Door middel van Gods koninkrijk
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
  • Vrede en veiligheid — De hoop
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
  • Vrede van God — Wanneer?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1986
  • Ware vrede en zekerheid nabij!
    Ware vrede en zekerheid — Hoe kunt u die vinden?
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1985
w85 1/10 blz. 4-7

Vrede en veiligheid — Uit welke bron?

HOEWEL de Verenigde Naties op sommige terreinen waardevolle diensten hebben bewezen, zal iedereen die het nieuws volgt, moeten toegeven dat de organisatie tot dusver gefaald heeft op het gebied van vrede en veiligheid. Dit wordt door haar vurigste voorstanders openlijk toegegeven.

Zo erkende reeds in 1953, slechts acht jaar na de geboorte van de VN, de toenmalige secretaris-generaal Dag Hammarskjöld: „Waar onze voorgangers . . . droomden van een nieuwe hemel, is onze grootste hoop in staat te zijn de oude aarde te redden.” Zesentwintig jaar later was C. William Maynes, een Amerikaanse staatssecretaris, genoodzaakt te erkennen: „De voornaamste doelstelling van de Veiligheidsraad en de Algemene Vergadering was het handhaven van de internationale vrede en veiligheid . . . U beschikt over de bewijzen dat de organisatie in haar centrale doelstelling gefaald heeft.”

Hoe groot is de invloed van de VN?

Er kan naar waarheid worden gezegd dat de meeste belangrijke beslissingen die van invloed zijn geweest op de vrede en veiligheid in de afgelopen veertig jaar grotendeels buiten de Verenigde Naties om zijn genomen. In 1982 beklaagde secretaris-generaal Javier Perez de Cuellar zich over het feit dat „wij dit jaar keer op keer hebben gezien dat de organisatie om deze of gene reden terzijde werd geschoven of afgewezen werd in situaties waar ze een belangrijke en constructieve rol had moeten en kunnen spelen”. Waarom is dit zo?

Sommigen wijzen de spectaculaire groei van het ledental van de organisatie als een oorzaak aan. De oorspronkelijk 51 leden zijn uitgegroeid tot meer dan 150, elk met een gelijke stem in de Algemene Vergadering. Toch zijn sommige van deze natiën maar heel klein. Zo heeft het eilandenstaatje St. Kitts-Nevis, de 158ste natie die zich bij de organisatie aansloot, een bevolking van minder dan 50.000, en toch heeft het dezelfde stem als China, dat een bevolking van tegen de één miljard heeft. Het is waar dat deze regeling kleinere natiën de gelegenheid geeft zich te doen gelden; maar ze moedigt de grotere mogendheden nu niet bepaald aan om de besluiten van de organisatie ernstig te nemen.

Shirley Hazzard roert een tweede probleem aan: „De organisatie der Verenigde Naties kreeg niet de macht om haar uitspraken bindend te maken, behalve voor zover die macht wellicht berustte bij juist die leden die waarschijnlijk het hardst aan bindende maatregelen toe waren.” Met andere woorden: De organisatie kan wel besluiten nemen, maar kan de naleving ervan voor het merendeel niet afdwingen. Er wordt regelmatig uitvoerig gediscussieerd over gewichtige wereldvraagstukken. Er worden plechtig resoluties aangenomen — en vervolgens vergeten. In 1982 voelde de secretaris-generaal van de VN zich gedrongen „het gebrek aan respect voor haar besluiten door juist degenen voor wie ze bestemd zijn” te betreuren.

Dit zijn organisatorische problemen — en commentators noemen er nog meer. Maar er zijn fundamentelere, ernstigere redenen waarom de Verenigde Naties hebben gefaald.

De fundamentelere problemen

„Destijds leek het mogelijk met de hoogste prioriteit een systeem te creëren om onder de bepalingen van het Handvest de internationale vrede en veiligheid te handhaven”, aldus Javier Perez de Cuellar in een terugblik op het idealisme van de stichters der organisatie. „Wat is er met dat verheven visioen gebeurd? Het werd al spoedig overschaduwd door de geschillen van de grote mogendheden . . . Bovendien bleek de wereld een veel ingewikkelder, veel minder ordelijk oord te zijn dan men had gehoopt.”

In werkelijkheid is er nooit kans op geweest dat de Verenigde Naties vrede en veiligheid tot stand zouden brengen. Het was eenvoudig een te moeilijke opgave. De opmerkingen van de secretaris-generaal doen ons denken aan de woorden van de profeet Jeremia: „Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten” (Jeremia 10:23). Mensen, met hun beperkte wijsheid en beperkte vermogens, zullen nooit in staat zijn het probleem op te lossen om vrede en veiligheid voor iedereen tot stand te brengen.

De secretaris-generaal zei dat de stichters van de Verenigde Naties hadden ontdekt dat de wereld „ingewikkelder” was dan zij hadden gehoopt. Er bestaat een fundamentele reden voor deze toestand, en kennelijk waren zij zich daarvan niet bewust. Maar de apostel Johannes verklaart het aldus: „De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze” (1 Johannes 5:19). De bijbel vertelt ons dat de „goddeloze”, Satan, in deze tijd ’wee voor de aarde’ brengt omdat ’hij grote toorn heeft’ (Openbaring 12:12). Satan en zijn invloed vormen de grimmige realiteit waardoor de plannen van de Verenigde Naties om vrede tot stand te brengen al tot mislukken gedoemd waren voordat de organisatie in werking trad.

Bedenk ook dat de organisatie der Verenigde Naties een kind van deze wereld is en daarvan dus ook de karakteristieke kenmerken heeft geërfd. De zwakheden, het kwaad en de corruptie die kenmerkend zijn voor de afzonderlijke landen, vindt men onvermijdelijk in de Verenigde Naties terug. Aleksandr Solzjesnitsyn moet in 1972 gezegd hebben: „Een kwart eeuw geleden werd de [organisatie der] Verenigde Naties geboren, een gebeurtenis waardoor de gehele mensheid zeer hoopvol werd gestemd. Helaas, in een immorele wereld groeide ze dan ook immoreel op.” De bijbel waarschuwt: „’Er is geen vrede’, heeft Jehovah gezegd, ’voor de goddelozen’” (Jesaja 48:22). Een „immorele” organisatie kan nooit vrede en veiligheid tot stand brengen.

Hoe staat het dan met vrede en veiligheid?

Zal het uitroepen van 1986 tot „Internationaal Jaar van de Vrede” dus enig verschil maken? Dat is hoogst onwaarschijnlijk, aangezien de reeds genoemde problemen door mensen onmogelijk op te lossen zijn. Het „Jaar van de Vrede” zal de mensheid vermoedelijk evenmin dichter bij vrede en veiligheid brengen als het „Jaar van het Kind” in 1979 verbetering heeft gebracht in het lot van de kinderen in de wereld of het „Internationale Jaar van de Vrouw” in 1975 de wereld voor vrouwen tot een betere plaats heeft gemaakt.

Het is evenwel duidelijk dat, wil de mensheid blijven bestaan, iemand iets aan de vrede en veiligheid zal moeten doen. De met kernwapens uitgeruste natiën hebben thans de mogelijkheden om het leven op aarde grotendeels te vernietigen. Verfijnde conventionele wapens veroorzaken jaarlijks ontstellende verliezen aan mensenlevens. De ware vrede lijkt verder weg dan ooit! Als de Verenigde Naties er niet in geslaagd zijn deze problemen op te lossen, wie kan dat dan wel?

Een blik op de geschiedenis doet ons een hoopvol antwoord aan de hand. Ongeveer drieduizend jaar geleden schreef koning David, een koning-krijgsman in het Midden-Oosten, over een toekomstige heerser die er wel in zou slagen internationale vrede tot stand te brengen. In een gebed betreffende deze heerser zei David: „Laten de bergen vrede dragen voor het volk, ook de heuvels, door rechtvaardigheid. In zijn dagen zal de rechtvaardige uitspruiten, en overvloed van vrede, totdat de maan niet meer is.” — Psalm 72:3, 7.

Welke heerser ter wereld zou zo’n duurzame vrede tot stand kunnen brengen? David wees niet op een menselijke organisatie, maar op zijn God, Jehovah, als degene door wiens autoriteit dit zou gebeuren. Was hier slechts de wens de vader van de gedachte? Neen. Davids zoon Salomo verliet zich op dezelfde God en gedurende zijn regering gaf Jehovah een typologische demonstratie van Zijn macht door Salomo’s koninkrijk vrede te schenken ofschoon het in een van de meest door oorlogen verscheurde streken der aarde lag. Salomo was geen krijgsman-koning, en toch bleven gedurende zijn regering „Juda en Israël . . . in zekerheid wonen, ieder onder zijn eigen wijnstok en onder zijn eigen vijgeboom, van Dan [in het noorden] tot Berséba [in het zuiden], al de dagen van Salomo”. — 1 Koningen 4:25.

Natuurlijk hield die vrede geen stand. De Israëlieten vervielen in de handelwijze van de immorele wereld en verloren hun door God geschonken zekerheid. Niettemin voorzei de profeet Jesaja meer dan twee eeuwen later, toen de wrede Assyriërs met een vrede-door-terreurcampagne bezig waren, de komst van de Koning die door Salomo was afgeschaduwd. Hij schreef: „Zijn naam zal worden genoemd: Wonderbaar Raadgever . . . Vredevorst. Aan de overvloed van de vorstelijke heerschappij en aan vrede zal geen einde zijn.” — Jesaja 9:6, 7.

Wie is die „Vredevorst”? Meer dan zevenhonderd jaar na Jesaja, terwijl de Romeinse wereldmacht trachtte haar eigen versie van internationale vrede en veiligheid af te dwingen, verscheen die Koning in het land van David, Judéa, in de persoon van Jezus Christus. Hij vertelde zijn landgenoten over Gods koninkrijk, waarvan hij de Koning zou zijn. Het zou een hemels koninkrijk zijn, en daarom zou het de problemen van Satans invloed en ’s mensen aangeboren onvermogen om zichzelf te regeren, kunnen oplossen. Jezus’ landgenoten gaven blijkbaar de voorkeur aan de Romeinse heerschappij en lieten Jezus door middel van een gerechtelijke moord om het leven brengen. Niettemin werd hij, zoals de geschiedenis duidelijk aantoont, uit de doden opgewekt en steeg hij op naar de hemel, waar hij moest wachten totdat hij op Gods bestemde tijd als Koning over Gods koninkrijk zou gaan regeren.

In feite bewijst de vervulling van profetieën in deze tijd dat wij in de tijd leven waarin die grote gebeurtenis zou plaatsvinden. De geboorte van Gods koninkrijk in de hemel, gevolgd door het neerslingeren van Satan naar de aarde, was voor Satan de aanleiding om in „grote toorn” te ontsteken en ’wee voor de aarde’ te veroorzaken (Openbaring 12:7-12). Het gevolg? Oorlogen en andere menselijke ellende, zoals door Jezus zelf was geprofeteerd. De aarde is het toneel geworden van „radeloze angst der natiën, die . . . geen uitweg weten”. — Lukas 21:25, 26; Matthéüs 24:3-13.

Op de manier van de mens of op Gods manier?

De profetieën, die Jezus bijna tweeduizend jaar geleden ten behoeve van ons heeft uitgesproken, hebben een nauwkeuriger beschrijving van de toestanden in de wereld gegeven dan de optimistische uitspraken die veertig jaar geleden bij de geboorte van de Verenigde Naties ten beste werden gegeven. Dat die organisatie er niet in geslaagd is een „uitweg” te vinden, laat des te duidelijker zien hoe nauwkeurig de voorzeggingen in de bijbel zijn. Waarlijk, om het met de woorden van Jesaja te zeggen, ’zelfs de vredeboden wenen bitter’ uit frustratie over hun falen. — Jesaja 33:7.

Dit vestigt de aandacht op nog een laatste reden waarom de Verenigde Naties er nooit in kunnen slagen vrede op aarde tot stand te brengen. Hun manier is volledig in strijd met Gods manier. Volgens Jehovah’s bekendgemaakte voornemens zal de vrede niet tot stand komen doordat natiën van deze wereld zich verenigen maar doordat ze geheel en al vervangen worden door Gods koninkrijk (Daniël 2:44). Dag Hammarskjöld zei dat hij werkte om „de oude aarde te redden”. Als hij daarmee het huidige wereldstelsel van onafhankelijke politieke natiën bedoelde, was zijn hoop van meet af aan tot falen gedoemd. De „oude aarde” moet namelijk plaats maken voor een nieuw samenstel. „De wereld gaat . . . voorbij” (1 Johannes 2:17). Niets kan haar redden, zelfs niet een organisatie van Verenigde Naties.

Gezien het nationalistische egoïsme van de natiën, is er maar één realistische manier om werkelijke vrede en zekerheid tot stand te brengen. Alleen Gods koninkrijk kan de soort van vrede tot stand brengen waarnaar de mens heeft verlangd sedert hij uit de tuin van Eden verdreven werd. Hier volgt één beschrijving van de zekerheid die het gevolg zal zijn van de activiteiten van het Koninkrijk: „[God] zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:4.

Klinkt die belofte onrealistisch? Het is werkelijk de enige hoop die wij hebben, en de volgende uitgave van De Wachttoren zal er dieper op ingaan waarom dit zo is. Intussen willen wij graag uw aandacht vestigen op een belangrijk feit: De geschiedenis van de Verenigde Naties is nog niet ten einde. Die organisatie heeft nog een belangrijke rol te vervullen in toekomstige gebeurtenissen. Wij moedigen u aan de twee volgende artikelen te lezen, waarin de toekomst van de organisatie der Verenigde Naties in het licht van de bijbelse profetieën wordt besproken.

[Illustratie op blz. 5]

Vrede tot stand brengen, is voor de Verenigde Naties eenvoudig een te moeilijke opgave

[Verantwoording]

Amerikaanse legerfoto

[Illustratie op blz. 6]

„De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze.” Hiertoe behoren ook de Verenigde Naties

[Illustratie op blz. 7]

De Verenigde Naties zullen nooit een hogere moraal hebben dan de afzonderlijke natiën waaruit ze bestaan

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen