De verbeterde positie van de vrouw in deze tijd
IN 1906 ontving tsaar Nicolaas van Rusland een petitie van enige Russische boerenvrouwen, waarin onder meer werd verklaard:
„Generaties lang hebben de vrouwen uit de boerenstand geleefd in een toestand van volslagen rechteloosheid. . . . Wij worden nog niet eens als mensen beschouwd, maar eenvoudig als lastdieren. Wij eisen lees- en schrijfonderricht; wij eisen voor onze dochters dezelfde onderwijsfaciliteiten die onze zonen genieten. . . . Wij beseffen dat wij onwetend zijn, maar dat is niet onze schuld.”
Die trieste situatie steekt schril af tegen de beschrijving die in de bijbel gegeven wordt van een bekwame en gerespecteerde vrouw, want daar wordt zij afgeschilderd als een voorbeeld ter navolging en als iemand die lof verdient (Spreuken 31:10-31). Toch is de beschrijving van de Russische situatie een weerspiegeling van de aloude waarheid die lang geleden door de wijze koning Salomo in de bijbel werd opgetekend, namelijk dat „de ene mens over de andere mens heeft geheerst tot diens nadeel” (Prediker 8:9). Dat nadeel is beslist niet tot mannen beperkt gebleven. Met enige vrijheid zou men dit vers als volgt kunnen parafraseren: „Mannen hebben over andere mannen en over vrouwen geheerst tot hun nadeel.” Maar de situatie in Rusland illustreert hoezeer het lot van de vrouw veranderd is!
Thans bestaat „het merendeel van de Russische artsen en docenten uit vrouwen. Bijna twee derde van alle economen en driekwart van alle culturele werkers zijn vrouwen. Veertig procent van de wetenschappers zijn vrouwen . . . Van elke duizend vrouwen die bij de nationale economie zijn ingeschakeld, hebben er 862 een (al dan niet voltooide) middelbare of hogere opleiding gevolgd.” — Women in the USSR.
De vrouw in de politiek
Wat zich in Rusland heeft ontwikkeld, heeft zich in zwakkere of sterkere mate ook in veel andere landen voorgedaan. Reeds in 1893 was Nieuw-Zeeland de eerste natie die vrouwen het kiesrecht verleende. Tussen 1917 en 1920 verkregen de vrouwen dat recht in Rusland, Groot-Brittannië, de Verenigde Staten en Canada. In Zwitserland moesten zij tot 1971 wachten, al konden Zwitserse vrouwen wel een politiek ambt bekleden.
Thans stemmen vrouwen niet alleen, maar dingen zij ook als rivalen van de mannen naar politieke ambten. Israël heeft een vrouw, Golda Meïr, als eerste minister gehad, en ook India, in de persoon van Indira Gandhi. Nog korter geleden zijn er vrouwen tot eerste minister gekozen in Engeland en Joegoslavië. De Opperste Sovjet in Rusland telt onder zijn leden 492 vrouwen, dat wil zeggen tussen de 30 en 40 procent. Er is thans een vrouwelijk lid van het Amerikaanse Hooggerechtshof, en in de presidentiële verkiezingscampagne van 1984 werd door een grote politieke partij voor het eerst een vrouw kandidaat gesteld voor het vice-presidentschap. In Frankrijk bezetten vrouwen zo’n 15 procent van alle kabinetszetels.
De vrouw in het bedrijf
In Amerika ziet men in plaats van de vroegere waarschuwingsborden „Mannen aan het werk” tegenwoordig borden waarop te lezen staat: „Hier zijn mensen aan het werk”. Waarom? Omdat de rol van de vrouw in de economische sector een verandering heeft ondergaan. Het aantal buitenshuis werkende vrouwen is de afgelopen 25 jaar verdubbeld. In 1970 werd slechts 27 procent van de kantoorbanen door vrouwen ingenomen; veertien jaar later was dat 65 procent. Voor sommigen is een baan economisch noodzakelijk; anderen werken omdat zij dat willen. Op sommige plaatsen wordt het loon voor mannen en vrouwen die hetzelfde werk doen geleidelijk aan steeds meer gelijkgetrokken.
In onderwijs, kunst en religie
Vrijwel overal ter wereld hebben de vrouwen opmerkelijke vorderingen gemaakt op het gebied van het onderwijs. Het aantal schoolgaande vrouwen is gegroeid van 95 miljoen in 1950 tot 390 miljoen in 1985. In Spanje waren 25 jaar geleden tweemaal zoveel vrouwen als mannen analfabeet. Tegen 1983 was de situatie dusdanig verbeterd dat 30 procent van de studenten die een hogere opleiding genoten, vrouwen waren. Women in Britain meldt „een scherpe stijging in het aantal volle-tijdstudentes aan de universiteiten”.
Door de jaren heen hebben vrouwen een voorname rol gespeeld als solisten op het gebied van zowel de vocale als instrumentale muziek. Maar vóór 1935 waren in de Verenigde Staten de enige vrouwen die in orkesten meespeelden harpisten, een partij die de mannen niet zo scheen te liggen. In tegenstelling hiermee bestaat momenteel 40 procent van de musici in grote regionale en metropoolorkesten uit vrouwen.
Een soortgelijke toename heeft er plaatsgevonden op het gebied van de religie. Veel vrouwen hebben zich aan seminaries laten inschrijven, zodat alleen al in de Verenigde Staten tussen de 29 en 52 procent van de seminaristen vrouwen zijn. Er staan vrouwen op de kansel en er zijn ook vrouwelijke rabbijnen. Van de Zweedse voorgangers bestaat ongeveer 11 procent uit vrouwen, en er zijn vrouwelijke anglicaanse priesters in de Oriënt. The New York Times (16 februari 1987) zei dat „de Episcopale Kerk 968 geordineerde vrouwen telt”.
Wat zijn de gevolgen?
Het valt dus niet te ontkennen dat de situatie van de vrouw de laatste tijd ingrijpende veranderingen heeft ondergaan. Misschien hebt u die veranderingen persoonlijk gadegeslagen of ervaren. Maar de vraag dient te worden gesteld: Zijn al deze veranderingen in elk opzicht een zegen geweest?