Koninkrijksverkondigers brengen verslag uit

Het goede nieuws aanvaarden in België

„WIE heeft zoiets gezien?”, zeggen de broeders van het bijkantoor van Jehovah’s Getuigen in België. (Vergelijk Jesaja 66:8.) Dit prachtige land bericht een hoogtepunt van 24.464 verkondigers voor het dienstjaar 1989. Er was ook een toename van 4 procent in het gemiddelde aantal personen dat elke maand een aandeel heeft aan de predikingsactiviteit.

◻ De juistheid van het goede nieuws dat door Jehovah’s Getuigen wordt bekendgemaakt, werd erkend door een katholiek priester, die tijdens een zondagsmis tot zijn parochianen zei: „Als Jehovah’s Getuigen bij u aan de deur komen, ontvang hen dan met open armen. Zij hebben de waarheid!” Een dame deed dat. Toen de Getuigen kwamen, ontving zij hen hartelijk en nam het boek Leven — Hoe is het ontstaan? Door evolutie of door schepping? Later vroeg zij om het boek U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven. Er werd een bijbelstudie met haar begonnen, maar haar man deed niet mee. Daarom belde een broeder hem op en vroeg of hij graag met zijn vrouw in een betere wereld wilde leven. Als resultaat hiervan nam hij deel aan de studie. Het paar leefde samen zonder wettig getrouwd te zijn, maar zij lieten hun verbintenis wettelijk bekrachtigen en werden kort daarna gedoopt.

◻ De waarheid hervormde het leven van een jong meisje. Toen zij nog geen veertien jaar was, kwam zij op eigen benen te staan. Zij ontmoette een jongeman en leefde met hem samen in een punkerswereldje dat gekenmerkt werd door druggebruik en een gewelddadige geest. Toen verloor de jongen zijn leven bij een motorongeluk. Hierdoor kreeg het meisje een ernstige zenuwinstorting, en zij overwoog zelfmoord. ’Waar kan ik een oplossing voor mijn problemen vinden?’, vroeg zij zich af. Zij ontmoette iemand die spiritisme beoefende en haar deed geloven dat zij in contact kon komen met haar overleden vriend. Beiden experimenteerden met hypnotisme en buitenzintuiglijke waarneming. Omdat zij hierin niet de verwachte vertroosting vond, werd zij weer ernstig depressief. Verscheidene maanden lang isoleerde zij zich volkomen. Toen kwam zij in contact met een van Jehovah’s Getuigen, die probeerde haar geestelijk te helpen. Een tijdlang gebeurde dit per brief, en na verloop van tijd verbeterde de situatie na veel krachtsinspanningen en moed van haar zijde. Nu werd het meisje bevrijd van demonische invloed, van de tabaksgewoonte en van diepe schuldgevoelens. Met het verstrijken van de tijd hebben meer bijbelkennis en Jehovah’s geest haar in grote mate geholpen. Ook putte zij kracht uit de vergaderingen, waar zij zich grondig op voorbereidde. Nu is zij gedoopt en heeft zij de pioniersgeest. Zij leidt al verscheidene bijbelstudies, een ervan bij haar moeder, die nu enkele vergaderingen bezoekt. Jehovah heeft haar werkelijk geholpen!

◻ Degenen die voordeel trekken van gelegenheden om op school getuigenis te geven, behalen prachtige successen in het verbreiden van het goede nieuws. Een jong schoolgaand zusje moest een spreekbeurt houden over een onderwerp van haar keus. Zij besloot over Jehovah’s Getuigen en hun geloofsovertuiging te spreken en baseerde haar materiaal op de brochure Jehovah’s Getuigen in de twintigste eeuw. Haar leraar was onder de indruk. Nadat zij haar spreekbeurt in de klas had gehouden, mochten de leerlingen vragen stellen. Verscheidene klasgenoten vroegen na afloop wat zij moesten doen om in Gods paradijs te leven, waarover het zusje het in haar spreekbeurt had gehad. Velen, met inbegrip van de leraar, vroegen om exemplaren van de verschillende brochures die zij bij zich had. Andere klassen vroegen om brochures en meer inlichtingen en een godsdienstleraar nam de brochures door en beval ze aan zijn klas aan.

De moedige handelwijze van onze jonge zuster werd gezegend. Zij verspreidde 23 brochures aan twee leraren en verscheidene leerlingen; één leerlinge, die over de spreekbeurt had gehoord, vroeg om het materiaal, teneinde het werk van Jehovah’s Getuigen in haar klas uit te leggen.

Velen in België aanvaarden het goede nieuws. Zij aanvaarden Gods Woord „niet als het woord van mensen . . ., maar, wat het ook inderdaad is, als het woord van God, dat ook in u, gelovigen, werkzaam is”. — 1 Thessalonicenzen 2:13.