Waarom Jehovah dienen?
„JEHOVAH’S dag staat voor de deur! De ’grote verdrukking’ is nabij, en u zult die niet overleven als u God niet dient.” Hoe zou u reageren wanneer iemand dit tegen u zei? — Zefanja 2:2, 3; Mattheüs 24:21.
Het is waar dat wij Jehovah’s dag in gedachte moeten houden en dat het overleven van de naderende grote verdrukking afhankelijk is van getrouwe dienst voor God. Maar dienen deze feiten de belangrijkste redenen te zijn waarom wij heilige dienst voor Jehovah God verrichten? Waarom dient u Jehovah?
De noodzaak van een goede beweegreden
Als iemand God niet met de juiste beweegreden dient, houdt hij daar wellicht mee op als zijn verwachtingen niet binnen een bepaalde tijdsperiode worden verwezenlijkt. Sommige mensen verwachtten bijvoorbeeld dat Jezus Christus in 1843 of 1844 zou wederkomen, jaartallen die voorbijgingen zonder dat hun hoop werd verwezenlijkt. In dit verband is het interessant wat George Storrs schreef, uitgever van de Bible Examiner en later een kennis van Charles Taze Russell, de eerste president van het Wachttorengenootschap. In de Bible Examiner van september 1846 schreef Storrs:
„De verplichting God te dienen ligt op een veel hoger niveau dan louter het feit dat de dag bijna voorbij is. . . . De reactie die zich zal voordoen als ’46 en ’47 voorbijgaan, wat mogelijk is, zonder dat de wederkomst heeft plaatsgevonden, zal onbeschrijfelijk teleurstellend zijn. De praktijk bewijst dit — ik bedoel de praktijk van wat er in ’43 en ’44 is gebeurd. Waar zijn nu de meesten van degenen die, naar zij beweren, er door die roep dat de tijd voor de komst van de Heer was aangebroken, toe werden ’bewogen God te dienen’ zoals zij dat behoorden te doen? En echo zegt [d.w.z. ik herhaal] — WAAR!!! Nauwelijks een op de tien van hen wandelt nu zo dat hij zijn belijdenis christen te zijn, waarmaakt. Hoe komt dat? Zij werden gemotiveerd door verkeerde beweegredenen. Hun zelfzucht was het belangrijkste dat werd aangesproken en aangewakkerd. Zij waren net als de zondaar op een ziekbed of in een storm op zee die denkt dat hij vlak voor de dood staat. Als hij moet sterven, zal hij een christen worden. Als hij zou weten dat hij buiten levensgevaar was, zou hij net zo onverschillig zijn als altijd.”
Met de juiste beweegredenen dienen
Door zelfzucht en angst voor vernietiging worden sommigen er misschien toe gebracht plichtmatig Jehovah’s wil te doen. Anderen zijn misschien zo verrukt over de hoop op leven in het Paradijs, dat zij God enkel om die reden dienen. Maar als deze mensen, die hoofdzakelijk door zulke beweegredenen worden gedreven, zouden geloven dat Jehovah’s dag en de grote verdrukking niet zo vlak voor de deur stonden, zouden zij misschien niet geneigd zijn God ijverig te dienen.
Natuurlijk is het niet zelfzuchtig wanneer iemand zich verheugt in Gods beloften en voorzegde zegeningen. God wil dat wij vreugde vinden in de dingen die ons als volgelingen van zijn Zoon, Jezus Christus, in het vooruitzicht zijn gesteld. „Verheugt u in de hoop”, zei de apostel Paulus, en hij voegde eraan toe: „Volhardt onder verdrukking. Houdt aan in het gebed” (Romeinen 12:12). Samen met het gebed helpt „de vreugde van Jehovah” ons beproevingen te verduren en geduldig de verwezenlijking van Gods beloften af te wachten (Nehemia 8:10). Ondertussen hebben wij veel redenen om Jehovah te dienen. Wat zijn enkele van die redenen?
Plicht en voorrecht
Als de Universele Soeverein verdient en eist Jehovah exclusieve toewijding (Exodus 20:4, 5). Iedere christen heeft dus dezelfde verplichting tegenover God, of de grote verdrukking nu morgen, volgend jaar of later begint. Hij is verplicht Jehovah onzelfzuchtig te dienen omdat hij God met heel zijn hart, ziel, verstand en kracht liefheeft (Markus 12:30). Enkele vroege christenen dachten dat Jehovah’s dag nabij was, maar hun verwachting kwam niet uit, en zij stierven zonder die gebeurtenis te hebben meegemaakt (1 Thessalonicenzen 5:1-5; 2 Thessalonicenzen 2:1-5). Als zij echter tot de dood getrouw zijn geweest, hebben die gezalfde volgelingen van Christus uiteindelijk de beloning van een opstanding tot hemels leven ontvangen. — Openbaring 2:10.
Gedoopte getuigen van Jehovah moeten hem in getrouwheid dienen omdat zij vrijwillig de verplichting op zich hebben genomen zijn wil te doen. Denk hier eens over na! Wij kunnen net als de heilige engelen de wil van de Universele Soeverein doen (Psalm 103:20, 21). Jezus schatte dit voorrecht zo hoog dat hij zei: „Mijn voedsel is, dat ik de wil doe van hem die mij heeft gezonden en zijn werk voleindig” (Johannes 4:34). Als wij dezelfde geest bezitten, zullen wij ijverig Jehovah’s lof bekendmaken en anderen over zijn voornemens vertellen, zoals die in de Schrift zijn onthuld. Op die manier genieten wij ook het voorrecht anderen in geestelijk opzicht te helpen. En het is beslist een schitterend voorrecht Gods wil te doen uit liefde voor hem, ongeacht het tijdstip waarop Jehovah’s dag begint.
Dankbaarheid verschaft beweegredenen
Dankbaarheid voor Gods liefde die hij heeft getoond door in het loskoopoffer van zijn Zoon te voorzien, moet ons er eveneens toe bewegen Jehovah te dienen. Eens waren wij door zonde vervreemd van Jehovah God. Maar Jezus zei: „God heeft de wereld [der mensheid] zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben” (Johannes 3:16). Jehovah nam in dit opzicht het initiatief, zoals Paulus schreef: „God beveelt zijn eigen liefde jegens ons hierin aan, dat Christus voor ons is gestorven terwijl wij nog zondaars waren” (Romeinen 5:8). Dankbaarheid voor deze uiting van Gods liefde moet ons ertoe bewegen hem van ganser harte te dienen.
Waardering voor Jehovah’s geestelijke en materiële voorzieningen geeft ons nog meer redenen om hem getrouw te dienen. Gods Woord is een betrouwbare gids — een licht op ons pad. Publikaties die door bemiddeling van „de getrouwe en beleidvolle slaaf” worden verschaft, zijn voor ons een hulp om ons leven in overeenstemming te brengen met Gods wil (Mattheüs 24:45-47; Psalm 119:105). En omdat wij eerst het Koninkrijk zoeken, zorgt Jehovah ook in materieel opzicht voor ons (Mattheüs 6:25-34). Toont u uw waardering voor deze dingen?
Dankbaarheid voor de door God geschonken vrijheid van valse religie verschaft nog een reden om Jehovah getrouw te dienen. De religieuze hoer Babylon de Grote ’zit op vele wateren’, een afbeelding van „volken en scharen en natiën en talen” (Openbaring 17:1, 15). Maar zij zit niet op Jehovah’s dienstknechten, zodat die niet in religieus opzicht door haar worden beïnvloed en beheerst. Zij verwerpen bijvoorbeeld de vals-religieuze leerstelling dat de menselijke ziel onsterfelijk is. Zij weten dat de mens als „een levende ziel” werd geschapen, dat de doden ’zich van helemaal niets bewust zijn’ en dat er een opstanding zal zijn (Genesis 2:7; Prediker 9:5, 10; Handelingen 24:15). Zij hebben derhalve geen vrees voor de doden en aanbidden die ook niet. Wordt u er door dankbaarheid voor zo’n geestelijke vrijheid toe gebracht afval te weerstaan en de zuivere aanbidding van Jehovah aan te hangen? — Johannes 8:32.
Waardering voor Jehovah’s dagelijkse steun dient onze vastbeslotenheid te versterken om hem loyaal te dienen. De psalmist David verklaarde: „Gezegend zij Jehovah, die dagelijks de vracht voor ons draagt” (Psalm 68:19). Op een andere plaats zei de psalmist: „Ingeval mijn eigen vader en mijn eigen moeder mij werkelijk verlieten, zou toch Jehovah zelf mij opnemen” (Psalm 27:10). Ja, iemand die Jehovah getrouw dient, kan zijn figuurlijke last, zoals zorgen en beproevingen, op God werpen. Toont u waardering voor Jehovah’s niet-aflatende zorg door hem getrouw te dienen? — Psalm 145:14.
Verhoog Jehovah en zijn koningschap
Het verlangen Jehovah te verheerlijken, moet ons er eveneens toe bewegen hem te dienen. Over hemelse schepselen wordt gezegd dat zij God met de volgende woorden verheerlijken: „Gij, Jehovah, ja onze God, zijt waardig de heerlijkheid en de eer en de kracht te ontvangen, want gij hebt alle dingen geschapen, en vanwege uw wil bestonden ze en werden ze geschapen” (Openbaring 4:11). Koning David verhoogde God door te zeggen: „Van u, o Jehovah, is de grootheid en de macht en de luister en de voortreffelijkheid en de waardigheid . . . Van u is het koninkrijk, o Jehovah . . . De rijkdom en de heerlijkheid zijn vanwege u, en gij heerst over alles . . . O onze God, [wij] danken . . . u en loven uw luisterrijke naam” (1 Kronieken 29:10-13). Voelen wij ons, als Jehovah’s dienstknechten, niet verplicht hem in woord en in daad te verheerlijken terwijl wij de vervulling van zijn beloften afwachten? — 1 Korinthiërs 10:31.
Een sterke drang om over Gods koninkrijk te spreken, vormt nog een drijfveer om Jehovah te dienen. Die gezonde beweegreden wordt goed onder woorden gebracht door de psalmist: „Al uw werken zullen u prijzen, o Jehovah, en uw loyalen zullen u zegenen. Over de heerlijkheid van uw koningschap zullen zij praten, en over uw macht zullen zij spreken, om de mensenzonen zijn machtige daden bekend te maken en de heerlijkheid van de pracht van zijn koningschap. Uw koningschap is een koningschap voor alle onbepaalde tijden, en uw heerschappij is gedurende alle opeenvolgende geslachten” (Psalm 145:10-13). Het bekendmaken van de Koninkrijksboodschap is de opdracht voor christenen en is het belangrijkste werk dat in deze tijd wordt verricht (Mattheüs 24:14; 28:19, 20). Hebt u een brandend verlangen Jehovah te loven en anderen over zijn koninkrijk te vertellen?
De heiliging van Jehovah’s naam en de rechtvaardiging van zijn soevereiniteit dienen voor ons zo belangrijk te zijn dat wij hem getrouw willen dienen. Wij bidden wellicht om de heiliging van Jehovah’s naam en om de rechtvaardiging van zijn soevereiniteit (Mattheüs 6:9). Wij kunnen in overeenstemming met onze gebeden handelen door een geregeld aandeel aan de christelijke bediening te hebben en door de waarheid over deze bijzonder belangrijke aangelegenheden te verbreiden. — Ezechiël 36:23; 39:7.
Vreugde en voldoening
Door Jehovah getrouw te dienen, smaken wij de voldoening zijn hart te verheugen en te bewijzen dat de Duivel een leugenaar is. Hoewel Satan valselijk beweert dat mensen God om zelfzuchtige redenen dienen, bewijst onze loyale, uit liefde verrichte dienst voor Jehovah dat de bewering van die honer niet waar is (Job 1:8-12). Dit geeft ons een goede reden om te blijven doen wat in Spreuken 27:11 staat: „Wees wijs, mijn zoon, en verheug mijn hart, opdat ik een antwoord kan geven aan hem die mij hoont.” Wanneer wij, in weerwil van alles wat Satan doet om ons tegen te houden, Jehovah loyaal dienen, kunnen bovendien medegelovigen worden gesterkt doordat wij onze rechtschapenheid bewaren. — Filippenzen 1:12-14.
De vreugde en de voldoening een aandeel te hebben aan de geestelijke oogst, moeten ons er eveneens toe aanzetten Jehovah getrouw te dienen. Jezus vond geluk in het helpen van mensen, vooral in het geven van geestelijke hulp. In Mattheüs 9:35-38 staat: „Jezus begon een rondreis door alle steden en dorpen, terwijl hij in hun synagogen onderwees en het goede nieuws van het koninkrijk predikte en elke soort van kwaal en elk soort van gebrek genas. Bij het zien van de scharen had hij medelijden met hen, omdat zij gestroopt en heen en weer gedreven waren als schapen zonder herder. Toen zei hij tot zijn discipelen: ’Ja, de oogst is groot, maar er zijn weinig werkers. Smeekt daarom de Meester van de oogst dat hij werkers in zijn oogst uitzendt.’” Indien het oogstwerk langer duurt dan wij hadden verwacht, zal dat ons meer gelegenheden bieden om vreugde en voldoening te vinden door anderen in geestelijk opzicht te helpen. Dit is ook een manier waarop wij de naastenliefde kunnen tonen die van ons wordt verwacht. — Mattheüs 22:39.
Waarom dient u God?
Wij hebben slechts enkele van de vele dwingende redenen beschouwd om Jehovah getrouw te dienen. Het is goed om onder gebed na te denken over de redenen die wij persoonlijk hebben om God te dienen, want wij zullen allemaal rekenschap aan hem moeten afleggen (Romeinen 14:12; Hebreeën 4:13). En degenen die God met louter zelfzuchtige beweegredenen blijven dienen, zullen niet zijn gunst genieten.
Wat kunnen wij verwachten als wij ons in de eerste plaats bekommeren om de heiliging van Jehovah’s naam en met onzelfzuchtige beweegredenen heilige dienst voor God verrichten? Jehovah zal ons en onze bediening zegenen! (Spreuken 10:22) Ook zullen wij eeuwig leven ontvangen omdat wij Jehovah getrouw hebben gediend.
[Illustratie op blz. 9]
Duizenden dienen Jehovah in Japan
[Illustratie op blz. 10]
Jehovah dienen in Ivoorkust
[Illustratieverantwoording op blz. 8]
SIX SERMONS, door George Storrs (1855)