Waarom naar waarheid zoeken?
VEEL religieuze organisaties beweren de waarheid te hebben, en ze bieden die ijverig aan anderen aan. Maar samen bieden ze een verbijsterende overvloed van „waarheden” aan. Is dat gewoon nog een bewijs dat alle waarheden betrekkelijk zijn, dat er geen absolute waarheden bestaan? Nee.
In zijn boek The Art of Thinking uit professor V. R. Ruggiero zijn verbazing over het feit dat zelfs intelligente mensen soms zeggen dat waarheid betrekkelijk is. Hij redeneert: „Als iedereen zijn eigen waarheid maakt, dan kan het idee van de een nooit beter zijn dan dat van de ander. Ze moeten allemaal gelijk zijn. En als alle ideeën gelijk zijn, wat heeft het dan voor zin om welk onderwerp maar ook te onderzoeken? Waarom in de grond spitten naar antwoorden op archeologische vragen? Waarom graven naar de oorzaken van de spanningen in het Midden-Oosten? Waarom zoeken naar een manier om kanker te genezen? Waarom de Melkweg verkennen? Deze dingen hebben alleen zin als sommige antwoorden beter zijn dan andere, als waarheid iets is wat losstaat van en niet beïnvloed wordt door persoonlijke standpunten.”
Eigenlijk gelooft niemand werkelijk dat er geen waarheid bestaat. Wanneer het om stoffelijke werkelijkheden gaat, zoals bij geneeskunde, wiskunde of de wetten van de natuurkunde, zal zelfs de meest verstokte relativist geloven dat sommige dingen waar zijn. Wie van ons zou met een vliegtuig durven reizen als wij niet geloofden dat de wetten van de aërodynamica absolute waarheden zijn? Er zijn beslist verifieerbare waarheden; wij worden erdoor omringd en wij vertrouwen ons leven eraan toe.
De prijs van het relativisme
De dwalingen van het relativisme treden op het gebied van de moraal echter het duidelijkst aan het licht, want hier heeft deze denkwijze de meeste schade aangericht. The Encyclopedia Americana maakt duidelijk: „Er is ernstig aan getwijfeld of kennis, ofte wel erkende waarheid, bereikbaar is voor mensen . . . Het staat echter vast dat wanneer de bij elkaar horende idealen van waarheid en kennis als denkbeeldig of schadelijk worden verworpen, de mensenmaatschappij in verval raakt.”
Misschien hebt u dat verval opgemerkt. De morele leer van de bijbel bijvoorbeeld, die duidelijk zegt dat seksuele immoraliteit verkeerd is, wordt nog maar zelden voor waar gehouden. Situatie-ethiek — „beslis wat voor jou goed is” — wordt wijd en zijd toegepast. Zou ook maar iemand kunnen beweren dat deze relativistische zienswijze geen verval van de maatschappij tot gevolg heeft gehad? De wereldomvattende epidemieën van seksueel overdraagbare ziekten, uiteengevallen gezinnen en tienerzwangerschappen spreken ongetwijfeld voor zich.
Wat is de waarheid?
Laten wij het troebele water van het relativisme dus verlaten en in het kort onderzoeken wat de bijbel beschrijft als het zuivere water van de waarheid (Johannes 4:14; Openbaring 22:17). Volgens de bijbel is „waarheid” helemaal niet het vage, ondefinieerbare begrip waarover filosofen discussiëren.
Toen Jezus zei dat zijn enige doel in het leven was te spreken over de waarheid, had hij het over iets waaraan getrouwe joden al eeuwenlang grote waarde hechtten. In hun heilige geschriften hadden de joden reeds lang gelezen over „waarheid” als iets concreets, niet iets theoretisch. In de bijbel is „waarheid” een vertaling van het Hebreeuwse woord „ʼemethʹ”, dat iets aanduidt wat zeker, solide en, misschien wel het belangrijkste, betrouwbaar is.
De joden hadden goede redenen om waarheid op die manier te bezien. Zij noemden hun God, Jehovah, „de God der waarheid” (Psalm 31:5). Dit was zo omdat Jehovah alles deed wat hij had gezegd te zullen doen. Als hij beloften deed, hield hij zich daaraan. Als hij profetieën inspireerde, gingen ze in vervulling. Als hij een eindoordeel uitsprak, werd dat voltrokken. Miljoenen Israëlieten waren ooggetuigen van deze werkelijkheden geweest. De geïnspireerde schrijvers van de bijbel hebben ze als onbetwistbare historische feiten opgetekend. In tegenstelling tot andere boeken die als heilig worden beschouwd, heeft de bijbel geen achtergrond van mythen of legenden. De bijbel is stevig gefundeerd op verifieerbare waarheden — historische, archeologische, wetenschappelijke en sociologische werkelijkheden. Geen wonder dat de psalmist over Jehovah zegt: „Uw wet is waarheid. . . . Al uw geboden zijn waarheid. . . . De gehele inhoud van uw woord is waarheid”! — Psalm 119:142, 151, 160.
Jezus Christus herhaalde de woorden van die psalm toen hij in gebed tot Jehovah zei: „Uw woord is waarheid” (Johannes 17:17). Jezus wist dat alles wat zijn Vader zei, volkomen zeker en betrouwbaar was. Jezus was eveneens „vol . . . waarheid” (Johannes 1:14). Zijn volgelingen waren ooggetuigen van het feit dat alles wat hij zei door en door betrouwbaar, de waarheid was, en zij tekenden het voor het hele nageslacht op.a
Toen Jezus tot Pilatus zei dat hij naar de aarde was gekomen om over de waarheid te spreken, had hij echter een specifieke waarheid in gedachten. Jezus deed die uitspraak in antwoord op Pilatus’ vraag: „Zijt gij . . . een koning?” (Johannes 18:37) Gods koninkrijk, en Jezus’ eigen rol als Koning van dat koninkrijk, vormden het thema, de kern, van Jezus’ onderwijs toen hij op aarde was (Lukas 4:43). Dat dit koninkrijk Jehovah’s naam zal heiligen, zijn soevereiniteit zal rechtvaardigen en de getrouwe mensheid zal herstellen tot eeuwig leven in geluk, is de „waarheid” waarop alle oprechte christenen hun hoop stellen. Aangezien Jezus zo’n centrale rol in de vervulling van al Gods beloften speelt, en aangezien al Gods profetieën door hem „Amen” worden, of waar worden, kon Jezus terecht zeggen: „Ik ben de weg en de waarheid en het leven.” — Johannes 14:6; 2 Korinthiërs 1:20; Openbaring 3:14.
Het erkennen dat deze waarheid volkomen betrouwbaar is, betekent heel veel voor christenen in deze tijd. Het betekent dat hun geloof in God en hun hoop op zijn beloften gebaseerd zijn op feiten, op werkelijkheden.
Waarheid in actie
Het hoeft ons niet te verbazen dat de bijbel waarheid met actie in verband brengt (1 Samuël 12:24; 1 Johannes 3:18). Voor godvrezende joden was waarheid niet een onderwerp om over te filosoferen; het was een levenswijze. Het Hebreeuwse woord voor „waarheid” kon ook „getrouwheid” betekenen en werd gebruikt om iemand te beschrijven die men op zijn woord kon geloven. Jezus leerde zijn volgelingen de waarheid net zo te bezien als hij deed. In krachtige bewoordingen hekelde hij de huichelarij van de Farizeeën, de brede kloof tussen hun zelfrechtvaardige woorden en hun onrechtvaardige daden. En hij gaf het voorbeeld door te leven naar de waarheden die hij onderwees.
Zo dient het met alle volgelingen van Christus te zijn. Voor hen is de waarheid uit Gods Woord, het verheugende goede nieuws van Gods koninkrijk onder de heerschappij van Jezus Christus, meer, veel meer dan louter informatie. Die waarheid beweegt hen tot actie, zet hen ertoe aan ernaar te leven en er met anderen over te spreken. (Vergelijk Jeremia 20:9.) Voor de leden van de eerste-eeuwse christelijke gemeente stond de levenswijze die zij als volgelingen van Christus aannamen, soms eenvoudig bekend als „de waarheid” of „de weg der waarheid”. — 2 Johannes 4; 3 Johannes 4, 8; 2 Petrus 2:2.
Een schat die elke prijs waard is
Toegegeven, het aanvaarden van de waarheden uit Gods Woord kost iets. Ten eerste kan alleen al het vernemen van de waarheid een schokkende ervaring zijn. In The Encyclopedia Americana wordt opgemerkt: „De waarheid is vaak onaangenaam, omdat ze geen ondersteuning biedt aan vooroordelen of mythen.” Het kan ontgoochelend zijn te zien dat onze geloofsovertuigingen als onwaar aan de kaak worden gesteld, vooral wanneer wij door religieuze leiders zijn onderwezen in wie wij vertrouwen stelden. Sommigen vergelijken die ervaring wellicht met de ontdekking dat ouders in wie men vertrouwen stelde in het geheim misdadigers bleken te zijn. Maar is het ontdekken van religieuze waarheid niet beter dan met een misvatting te leven? Is het niet beter de feiten te kennen dan door leugens gemanipuleerd te worden?b — Vergelijk Johannes 8:32; Romeinen 3:4.
Ten tweede zou het leven naar religieuze waarheid ons de goedkeuring kunnen kosten van sommigen die vroeger onze vrienden waren. In een wereld waarin zo velen „de waarheid van God hebben verruild voor de leugen”, komen degenen die vasthouden aan de waarheid van Gods Woord vreemd over en worden zij soms gemeden en verkeerd begrepen. — Romeinen 1:25; 1 Petrus 4:4.
Maar de waarheid is deze tweeledige prijs waard. Het kennen van de waarheid bevrijdt ons van leugens, misvattingen en bijgeloof. En wanneer wij ernaar leven, sterkt de waarheid ons om moeilijkheden te verduren. Gods waarheid is zo betrouwbaar en goed gefundeerd, en ze vervult ons zozeer met hoop, dat ze ons in staat stelt onder elke beproeving stand te houden. Het wekt dan ook geen verbazing dat de apostel Paulus de waarheid vergeleek met de brede, stevige leren band, of gordel, die soldaten in de strijd droegen! — Efeziërs 6:13, 14.
De bijbelse spreuk luidt: „Koop wáárheid en verkoop ze niet — wijsheid en streng onderricht en verstand” (Spreuken 23:23). De waarheid verwerpen als betrekkelijk of niet bestaand, betekent de meest opwindende en voldoening schenkende speurtocht mis te lopen die het leven te bieden heeft. De waarheid vinden betekent hoop vinden; de waarheid kennen en liefhebben betekent de Schepper van het universum en zijn eniggeboren Zoon kennen en liefhebben; ernaar leven betekent met een doel en met vrede des geestes leven, nu en voor eeuwig. — Spreuken 2:1-5; Zacharia 8:19; Johannes 17:3.
[Voetnoten]
a Op meer dan zeventig plaatsen is in de evangelieverslagen opgetekend dat Jezus een unieke uitdrukking gebruikte om de waarheidsgetrouwheid van zijn woorden te beklemtonen. Hij zei vaak „Amen” („Voorwaar”, NW) om een zin in te leiden. Het overeenkomstige Hebreeuwse woord betekent „zeker, waar”. In The New International Dictionary of New Testament Theology wordt opgemerkt: „Door zijn woorden in te leiden met amen, bestempelde Jezus ze als zeker en betrouwbaar. Hij stond achter dat wat hij zei en maakte zijn woorden bindend voor zichzelf en zijn toehoorders. Zijn woorden zijn een uiting van zijn majesteit en autoriteit.”
b Het Griekse woord voor „waarheid”, a·le·theiʹa, is afgeleid van een woord dat „niet verborgen” betekent, dus de waarheid heeft vaak te maken met de onthulling van wat voorheen verborgen was. — Vergelijk Lukas 12:2.
[Kader op blz. 6]
Verandert de waarheid ooit?
DIE vraag werd gesteld door V. R. Ruggiero in zijn boek The Art of Thinking. Zijn antwoord is nee. Hij legt uit: „De waarheid lijkt soms misschien te veranderen, maar bij nader onderzoek zal blijken dat dit niet het geval is.”
„Sta eens stil”, zegt hij, „bij het geval van het auteurschap van het eerste boek van de bijbel, het boek Genesis. Eeuwenlang geloofden zowel christenen als joden dat het boek één auteur had. Na verloop van tijd werd die zienswijze in twijfel getrokken en uiteindelijk vervangen door de overtuiging dat maar liefst vijf auteurs een aandeel hebben gehad aan het schrijven van Genesis. Toen, in 1981, werden de resultaten gepubliceerd van een taalkundige analyse van Genesis die vijf jaar had geduurd, en er werd verklaard dat er een waarschijnlijkheid van 82 procent bestaat dat Genesis één auteur heeft gehad, zoals men aanvankelijk dacht.
Is de waarheid omtrent het auteurschap van Genesis veranderd? Nee. Alleen wat wij geloven is veranderd. . . . De waarheid verandert niet door onze kennis of door onze onwetendheid.”
[Kader op blz. 7]
Eerbied voor de waarheid
„EERBIED voor de waarheid is niet louter het pseudo-cynisme van onze huidige eeuw dat alles tracht te ’ontmaskeren’, in de mening dat niemand en niets werkelijk aanspraak op de waarheid kan maken. Het is de houding waarbij vreugdevol vertrouwen dat de waarheid inderdaad te vinden is, gepaard gaat met een nederige onderworpenheid aan de waarheid wanneer en waar ze maar ook aan de dag treedt. Dit openstaan voor de waarheid is een vereiste voor degenen die de God der waarheid aanbidden; aangezien gepaste eerbied voor de waarheid garandeert dat iemand zowel in woord als in daad eerlijk met zijn naaste omgaat. Dit is de houding waarvan, zoals wij hebben gezien, zowel het O[ude] T[estament] als het N[ieuwe] T[estament] getuigenis aflegt.” — The New International Dictionary of New Testament Theology, Deel 3, blz. 901.
[Illustraties op blz. 7]
Wetenschappelijke vooruitgang is gebaseerd op het ontdekken van wetenschappelijke waarheden
[Illustratie op blz. 8]
De waarheid behelst het Koninkrijk en de zegeningen ervan