Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w95 15/7 blz. 4-7
  • Heersers in het geestenrijk

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Heersers in het geestenrijk
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1995
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Een werkelijke persoon die tegen God gekant is
  • Waarom het Satan wordt toegestaan te heersen
  • Satans tijd is kort!
  • Verheuging onder de Koninkrijksheerschappij
  • Een vijand van eeuwig leven
    U kunt voor eeuwig in een paradijs op aarde leven
  • Wat het binden van Satan de Duivel voor de mensheid zal betekenen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1966
  • Satan
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Satan de Duivel
    Redeneren aan de hand van de Schrift
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1995
w95 15/7 blz. 4-7

Heersers in het geestenrijk

WIE heerst over de wereld? Is er een soort bovenmenselijk toezicht? Of heeft God de mensen aan hun lot overgelaten? Laten wij, om een antwoord op deze vragen te krijgen, eerst eens stilstaan bij een voorval dat zich tijdens de aardse bediening van Jezus Christus voordeed.

Kort na zijn doop werd Jezus verzocht door een onzichtbaar geestelijk schepsel dat Satan de Duivel wordt genoemd. Over een van de verzoekingen zegt de bijbel: „De Duivel [nam Jezus] mee naar een ongewoon hoge berg, en hij toonde hem alle koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid” (Mattheüs 4:8). Vervolgens zei Satan tot Jezus: „Ik zal u al deze autoriteit en de heerlijkheid ervan geven, want ze is mij overgegeven, en ik geef ze aan wie ik ook wens. Indien gij daarom een daad van aanbidding jegens mij verricht, zal het alles van u zijn.” — Lukas 4:6, 7.

Satan beweerde dat hij de autoriteit over alle koninkrijken, of regeringen, van deze wereld bezat. Ontkende Jezus dit? Nee. Bij een andere gelegenheid bevestigde hij dit zelfs door Satan „de heerser van de wereld” te noemen. — Johannes 14:30.

Volgens de bijbel is Satan een goddeloze engel die grote macht bezit. De christelijke apostel Paulus brengt Satan in verband met „de goddeloze geestenkrachten” en spreekt over hen als „de wereldheersers van deze duisternis” (Efeziërs 6:11, 12). Bovendien zei de apostel Johannes: „De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze” (1 Johannes 5:19). Het bijbelboek Openbaring verklaart dat Satan „de gehele bewoonde aarde misleidt” (Openbaring 12:9). Ook wordt Satan in het boek Openbaring in symbolische bewoordingen beschreven als een draak die het politieke stelsel van de wereld „zijn kracht en zijn troon en grote autoriteit” geeft. — Openbaring 13:2.

De wereldgebeurtenissen bevestigen eveneens dat er een boze macht aan het werk is, die mensen tot hun nadeel manipuleert. Hoe zou het anders komen dat menselijke regeringen niet voor vrede kunnen zorgen? Waardoor zouden mensen er anders toe worden gebracht elkaar te haten en af te slachten? Ontzet over het bloedbad en de doden tijdens een burgeroorlog, zei een ooggetuige: „Ik weet niet hoe dit heeft kunnen gebeuren. Het is meer dan haat. Het is een boze geest die deze menselijke wezens gebruikt om elkaar te vernietigen.”

Een werkelijke persoon die tegen God gekant is

Tegenwoordig geloven velen niet dat Satan de Duivel bestaat. Toch is hij niet louter het beginsel van kwaad in de mensheid, zoals sommigen geloven. Zowel uit de bijbel als uit de wereldgebeurtenissen blijkt dat hij een werkelijke persoon is. Bovendien is Satan een regelrechte tegenstander van Jehovah God. Natuurlijk is Satan niet gelijk aan God. Aangezien Jehovah de almachtige Schepper is, is hij de rechtmatige Heerser over heel de schepping. — Openbaring 4:11.

God heeft geen goddeloos schepsel geschapen dat tegen hem gekant is. In plaats daarvan ontwikkelde een van de engelen-„zonen Gods” een zelfzuchtig verlangen om zich de aanbidding toe te eigenen die Jehovah rechtens toekomt (Job 38:7; Jakobus 1:14, 15). Dit verlangen bracht hem ertoe een loopbaan van opstand tegen God te gaan volgen. Door in opstand te komen, maakte dit geestelijke schepsel zichzelf tot Satan (wat „tegenstrever” betekent) en Duivel (wat „lasteraar” betekent). In het licht van dit alles vraagt u zich misschien af waarom het Satan wordt toegestaan over de wereld te heersen.

Waarom het Satan wordt toegestaan te heersen

Weet u nog wat Satan tot Jezus zei in verband met heerschappij over de aarde? „Ik zal u al deze autoriteit . . . geven, want ze is mij overgegeven”, zei Satan (Lukas 4:6). Uit die woorden blijkt dat Satan de Duivel alleen onder Gods toelating autoriteit uitoefent. Maar waarom duldt God Satan?

Het antwoord op die vraag houdt verband met gebeurtenissen in de tuin van Eden, waar Satan zijn loopbaan als wereldheerser begon. Daar suggereerde Satan dat God op een slechte manier heerschappij uitoefende doordat hij de eerste man en vrouw, Adam en Eva, iets goeds onthield. Volgens Satan zouden zij, als zij van de vrucht aten die God hun had verboden, bevrijd worden. Adam en Eva zouden vrij en onafhankelijk van Jehovah zijn. Zij zouden als God zelf zijn! — Genesis 2:16, 17; 3:1-5.

Door aldus te liegen, Eva te misleiden en via haar Adam ertoe te bewegen Gods wet te overtreden, bracht Satan het eerste mensenpaar onder zijn leiderschap en heerschappij. Zo werd de Duivel hun god, een god die tegen Jehovah gekant was. Maar in plaats van bevrijd te worden, werden Adam en Eva slaven van Satan, van zonde en van de dood. — Romeinen 6:16; Hebreeën 2:14, 15.

In overeenstemming met zijn volmaakte gerechtigheid had Jehovah Satan en zijn twee nieuwe volgelingen onmiddellijk kunnen terechtstellen (Deuteronomium 32:4). Maar er was een morele strijdvraag bij betrokken. Satan had de rechtmatigheid van Jehovah’s manier van regeren in twijfel getrokken. In zijn wijsheid liet God er tijd overheen gaan zodat kon worden bewezen dat onafhankelijkheid van hem rampspoed brengt. Jehovah stond de opstandelingen toe enige tijd te blijven leven, zodat Adam en Eva nakomelingen konden krijgen. — Genesis 3:14-19.

Hoewel de meeste nakomelingen van Adam zich niet aan Jehovah’s heerschappij hebben onderworpen, hebben Gods bemoeienissen met Zijn aanbidders aangetoond dat zijn heerschappij superieur is. Gepaste erkenning van Jehovah’s autoriteit schenkt geluk en ware zekerheid. Aan de andere kant zijn ellende en onzekerheid het gevolg geweest van menselijke heerschappij onder Satans invloed. Ja, „de ene mens [heeft] over de andere mens . . . geheerst tot diens nadeel” (Prediker 8:9). Mensen hebben onder menselijke heerschappij in deze wereld die in Satans macht ligt geen ware zekerheid en blijvend geluk gevonden. Maar er bestaat een goede reden om optimistisch te zijn.

Satans tijd is kort!

Satans invloed op aarde is tijdelijk. Jehovah zal satanische heerschappij niet veel langer dulden! Binnenkort zal de Duivel worden uitgeschakeld. Een nieuwe heerser zal de aarde gaan besturen, een rechtvaardige koning die door God zelf is uitgekozen. Die Koning is Jezus Christus. Over zijn troonsbestijging in de hemel zegt Openbaring: „Het koninkrijk der wereld is het koninkrijk van onze Heer [Jehovah] en van zijn Christus geworden” (Openbaring 11:15). De bijbelse chronologie, samen met de vervulling van schriftuurlijke profetieën, bewijst dat deze gebeurtenis in het jaar 1914 heeft plaatsgevonden. — Mattheüs 24:3, 6, 7.

De bijbel beschrijft ook wat er kort na Jezus’ troonsbestijging gebeurde. Er staat: „Er brak oorlog uit in de hemel: Michaël [Jezus Christus] en zijn engelen streden tegen de draak [Satan de Duivel], en de draak en zijn engelen streden, maar hij zegevierde niet, en ook werd er voor hen geen plaats meer gevonden in de hemel. Neergeslingerd werd daarom de grote draak, de oorspronkelijke slang, die Duivel en Satan wordt genoemd, die de gehele bewoonde aarde misleidt; neergeslingerd werd hij naar de aarde, en zijn engelen werden met hem neergeslingerd.” — Openbaring 12:7-9.

Wat zou het tot gevolg hebben dat Satan uit de hemel werd verdreven? Degenen in de hemel konden zich verheugen, maar hoe stond het met de bewoners van de aarde? „Wee de aarde en de zee,” zegt Openbaring 12:12, „want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.” Ja, het feit dat Satan uit de hemel is geworpen, heeft wee voor de aarde teweeggebracht. In The Columbia History of the World wordt verklaard: „De grote catastrofe van de Vierjarige Oorlog van 1914–1918 . . . toonde de westerse wereld dat ze de beschaving niet kon beschermen tegen haar eigen dwaasheid of slechte neigingen. De vitaliteit van het Westen is deze slag nooit echt te boven gekomen.”

De weeën van dit geslacht worden door veel meer gekenmerkt dan door een gebroken vitaliteit. Jezus profeteerde: „Natie zal tegen natie opstaan en koninkrijk tegen koninkrijk, en er zullen in de ene plaats na de andere voedseltekorten en aardbevingen zijn.” Hij voorzei ook pestilenties (Mattheüs 24:7, 8; Lukas 21:11). Bovendien zegt de bijbel dat er in „de laatste dagen” van Satans samenstel van dingen velen zouden zijn die „zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, . . . ongehoorzaam [zijn] aan ouders, . . . niet ontvankelijk voor enige overeenkomst”. Mensen zouden ook „meer liefde voor genoegens dan liefde voor God” hebben. — 2 Timotheüs 3:1-5.

Oorlogen, pestilenties, voedseltekorten, aardbevingen en een achteruitgang van de morele waarden — al zulke dingen hebben sinds 1914 op ongekende schaal plaatsgevonden, precies zoals de bijbel heeft voorzegd. Ze geven te kennen dat de woedende vijand van God en de mens — Satan de Duivel — uit de hemel is geworpen en nu zijn gramschap tot het domein van de aarde moet beperken. Maar de bijbel laat ook zien dat het Satan niet zal worden toegestaan nog veel langer te opereren. Hij heeft nog maar „een korte tijdsperiode” tot aan Armageddon, wanneer God het wereldsamenstel dat door Satan wordt beheerst, vernietigt.

Wat zal er dan met Satan gebeuren? De apostel Johannes schreef: „Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de afgrond en een grote keten in zijn hand. En hij greep de draak, de oorspronkelijke slang, die de Duivel en Satan is, en bond hem voor duizend jaar. En hij slingerde hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem” (Openbaring 20:1-3). Wat een opluchting voor de lijdende mensheid!

Verheuging onder de Koninkrijksheerschappij

Wanneer Satan van het toneel verdwenen is, zal Gods koninkrijk onder Jezus Christus volledig het bestuur in handen nemen over de menselijke aangelegenheden. In plaats van vele regeringen op aarde zal er slechts één hemelse regering overblijven om over de hele planeet heerschappij uit te oefenen. Oorlog zal tot het verleden behoren en er zal overal vrede zijn. Onder de heerschappij van Gods koninkrijk zal iedereen in een liefdevolle broederschap te zamen wonen. — Psalm 72:7, 8; 133:1; Daniël 2:44.

Wat voor heerser zal Jezus blijken te zijn? Toen hij op aarde was, toonde hij diepe liefde voor mensen. Vol mededogen gaf Jezus voedsel aan de hongerigen. Hij genas de zieken, gaf blinden hun gezichtsvermogen en stommen hun spraak terug en maakte de ledematen van kreupelen gezond. Jezus bracht zelfs de doden weer tot leven! (Mattheüs 15:30-38; Markus 1:34; Lukas 7:11-17) Die wonderen waren een voorproefje van de wonderbaarlijke dingen die hij als Koning nog zal doen. Wat zal het schitterend zijn zo’n weldadige heerser te hebben!

Eindeloze zegeningen zullen degenen ten deel vallen die zich aan Jehovah’s soevereiniteit onderwerpen. De Schrift belooft: „In die tijd zullen de ogen der blinden geopend worden, en zelfs de oren der doven zullen ontsloten worden. In die tijd zal de kreupele klimmen net als een hert, en de tong van de stomme zal een vreugdegeroep aanheffen” (Jesaja 35:5, 6). Vooruitwijzend naar die grootse dag schreef de apostel Johannes: „Ik [hoorde] een luide stem, afkomstig van de troon, zeggen: ’Zie! De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn. En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.’” — Openbaring 21:3, 4.

De verrukkingen die de heerschappij van Jehovah God door bemiddeling van zijn Zoon, Jezus Christus, zal schenken, zullen ruimschoots opwegen tegen al het lijden dat wij eventueel in het huidige, door Satan de Duivel geregeerde samenstel van dingen hebben ondergaan. In Gods beloofde nieuwe wereld zullen de mensen zich niet afvragen: ’Wie is er eigenlijk aan de macht?’ (2 Petrus 3:13) De gehoorzame mensheid zal gelukkig zijn en in zekerheid leven in het aardse domein van de liefdevolle Heersers in het geestenrijk, Jehovah en Christus. Waarom zou u de hoop een van hun onderdanen te zijn, niet aangrijpen?

[Illustratie op blz. 7]

De mensheid zal in het aardse domein van Gods koninkrijk in zekerheid leven

[Illustratieverantwoording op blz. 4]

Foto: NASA

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen