Schep moed nu bevrijding naderbij komt
„’Ik ben met u’, is de uitspraak van Jehovah, ’om u te bevrijden.’” — JEREMIA 1:19.
1, 2. Waarom heeft de menselijke familie bevrijding nodig?
BEVRIJDING! Wat een vertroostend woord! Bevrijd worden betekent verlost worden uit een ongunstige, ongelukkige situatie. Dit houdt ook de gedachte in dat men in een veel betere, gelukkiger toestand wordt gebracht.
2 Wat heeft de menselijke familie in deze tijd wanhopig behoefte aan zo’n bevrijding! Overal gaan mensen gebukt onder moeilijke problemen — op economisch, sociaal, fysiek, mentaal en emotioneel gebied — en raken daardoor ontmoedigd. De grote meerderheid is ontevreden en teleurgesteld over de gang van zaken in de wereld en zou graag een verandering ten goede zien. — Jesaja 60:2; Mattheüs 9:36.
’Kritieke tijden die moeilijk zijn door te komen’
3, 4. Waarom bestaat er thans grotere behoefte aan bevrijding?
3 Aangezien mensen in deze twintigste eeuw meer lijden hebben ondergaan dan in enige andere eeuw, bestaat er thans een grotere behoefte aan bevrijding dan ooit tevoren. In deze tijd leven er ruim een miljard mensen in bittere armoede, en dat aantal neemt jaarlijks met zo’n 25 miljoen toe. Elk jaar sterven er ongeveer 13 miljoen kinderen aan ondervoeding of andere met armoede verband houdende oorzaken — meer dan 35.000 per dag! En miljoenen oudere mensen sterven een vroegtijdige dood tengevolge van diverse kwalen. — Lukas 21:11; Openbaring 6:8.
4 Oorlogen en burgerlijke ongeregeldheden hebben onnoemelijk leed veroorzaakt. Het boek Death by Government zegt dat er „in deze eeuw meer dan 203 miljoen mensen gedood” zijn door oorlogen, etnische en religieuze strijd, en door regeringen die hun eigen onderdanen massaal hebben afgeslacht. Het zegt verder: „Het feitelijke aantal doden zou bijna 360 miljoen kunnen bedragen. Het is alsof onze soort door een hedendaagse Zwarte Pest verwoest is. En dat is ook zo, alleen niet door ziektekiemen, maar door een pest van Macht.” De schrijver Richard Harwood merkte op: „De barbaarse oorlogen van voorbije eeuwen waren daarbij vergeleken niet meer dan een kloppartij in een achterafsteegje.” — Mattheüs 24:6, 7; Openbaring 6:4.
5, 6. Wat maakt onze tijd zo benauwend?
5 Wat de bedroevende omstandigheden van de laatste jaren nog erger maakt, is de enorme toename in geweldpleging, immoraliteit en uiteengevallen gezinnen. De voormalige Amerikaanse minister van Onderwijs William Bennett merkte op dat de bevolking van de Verenigde Staten in dertig jaar met 41 procent was toegenomen, maar geweldsmisdrijven met 560 procent, buitenechtelijke geboorten met 400 procent, echtscheidingen met 300 procent en het aantal gevallen van zelfmoord onder tieners met 200 procent. Professor John DiIulio jr. van de Princeton University waarschuwde voor de groeiende gelederen van jonge „superroofdieren”, die „moorden, geweld plegen, verkrachten, roven, inbreken en aanleiding geven tot ernstige ongeregeldheden in de gemeenschap. Zij zijn niet bang voor het stigma van arrestatie, noch voor gevangenisstraf of een gekweld geweten.” In de Verenigde Staten is moord thans de op een na voornaamste doodsoorzaak onder vijftien- tot negentienjarigen. En er sterven meer kinderen onder de leeftijd van vier jaar aan mishandeling dan aan ziekte.
6 Die misdaden en geweldplegingen zijn niet tot één natie beperkt. De meeste landen melden soortgelijke trends. Wat hiertoe bijdraagt, is de toename van drugsgebruik, waarvan miljoenen de verderfelijke invloed ondervinden. De Australische krant The Sydney Morning Herald zei: „Internationale drugshandel is na de wapenhandel de meest winstgevende activiteit ter wereld geworden.” Nog een factor is het geweld en de immoraliteit waarvan de televisie thans doordrenkt is. In veel landen heeft een kind tegen de tijd dat het de leeftijd van achttien jaar bereikt, tienduizenden gewelddaden en talloze immorele handelingen gezien. Dat is een niet te onderschatten verderfelijke invloed, aangezien onze persoonlijkheid wordt gevormd door datgene waarmee wij onze geest geregeld voeden. — Romeinen 12:2; Efeziërs 5:3, 4.
7. Hoe hebben bijbelse profetieën de huidige slechte toestanden voorzegd?
7 Bijbelse profetieën hebben deze afschuwelijke trend van gebeurtenissen in onze eeuw nauwkeurig voorzegd. Daarin stond dat er wereldomvattende oorlogen, epidemische ziekten, voedseltekorten en toenemende wetteloosheid zouden zijn (Mattheüs 24:7-12; Lukas 21:10, 11). En wanneer wij de in 2 Timotheüs 3:1-5 opgetekende profetie beschouwen, is het net alsof wij naar de dagelijkse nieuwsberichten luisteren. Deze profetie identificeert ons tijdperk als „de laatste dagen” en zegt over mensen dat zij ’zichzelf liefhebben, het geld liefhebben, ongehoorzaam aan ouders zijn, deloyaal, zonder natuurlijke genegenheid, zonder zelfbeheersing, heftig, opgeblazen van trots, met meer liefde voor genoegens dan liefde voor God’. Dat is precies zoals de wereld er thans uitziet. William Bennett erkende: „Er zijn gewoon te veel aanwijzingen dat . . . de beschaving aan het ontaarden is.” Er is zelfs gezegd dat de beschaving met de Eerste Wereldoorlog eindigde.
8. Waarom bracht God in Noachs dagen de Vloed, en hoe houdt dit verband met onze tijd?
8 De situatie is nu nog erger dan voor de vloed van Noachs dagen, toen ’de aarde met geweldpleging werd vervuld’. Destijds weigerden de mensen in het algemeen berouw te hebben van hun slechte wegen. Bijgevolg zei God: „Door hun toedoen [is] de aarde vol van geweldpleging . . .; en zie, ik verderf hen.” De Vloed maakte een einde aan die gewelddadige wereld. — Genesis 6:11, 13; 7:17-24.
Geen door mensen teweeggebrachte bevrijding
9, 10. Waarom dienen wij voor bevrijding niet naar mensen op te zien?
9 Kunnen menselijke inspanningen ons uit deze slechte toestanden bevrijden? Gods Woord antwoordt: „Stelt uw vertrouwen niet op edelen, noch op de zoon van de aardse mens, aan wie geen redding toebehoort.” „Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten” (Psalm 146:3; Jeremia 10:23). De geschiedenis van duizenden jaren heeft die waarheden bevestigd. Mensen hebben elk denkbaar politiek, economisch en sociaal stelsel uitgeprobeerd, maar de toestanden verslechteren. Als er een menselijke oplossing was geweest, zou die nu toch wel aan het licht zijn getreden. In plaats daarvan is de realiteit dat „de ene mens over de andere mens heeft geheerst tot diens nadeel”. — Prediker 8:9; Spreuken 29:2; Jeremia 17:5, 6.
10 Een aantal jaren geleden zei de voormalige Amerikaanse adviseur voor nationale veiligheid Zbigniew Brzezinski: „De onvermijdelijke conclusie waartoe elke onbevooroordeelde analyse van wereldomvattende trends leidt, is dat maatschappelijke beroering, politieke onrust, economische crises en internationale wrijving zich . . . waarschijnlijk steeds meer zullen verbreiden.” Hij voegde eraan toe: „De dreiging waarvoor het mensdom zich geplaatst ziet, [is] wereldomvattende anarchie.” Die beoordeling van de wereldtoestanden gaat heden ten dage zelfs nog meer op. Een redactioneel artikel in de in Connecticut verschijnende krant New Haven Register gaf commentaar op deze eeuw van toegenomen geweld door te verklaren: „Wij schijnen te ver heen te zijn om er een halt aan te kunnen toeroepen.” Nee, aan de achteruitgang van deze wereld zal geen halt worden toegeroepen, want de profetie over deze „laatste dagen” zei ook: „Goddeloze mensen en bedriegers zullen van kwaad tot erger voortgaan, terwijl zij misleiden en worden misleid.” — 2 Timotheüs 3:13.
11. Waarom zal er door menselijke inspanningen geen keer in de verslechterende situatie komen?
11 Mensen kunnen geen keer brengen in deze trends omdat Satan „de god van dit samenstel van dingen” is (2 Korinthiërs 4:4). Ja, „de gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze” (1 Johannes 5:19; zie ook Johannes 14:30). Terecht zegt de bijbel over onze tijd: „Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft” (Openbaring 12:12). Satan weet dat er binnenkort een eind aan zijn heerschappij en zijn wereld zal komen, dus is hij als „een brullende leeuw, op zoek om iemand te verslinden”. — 1 Petrus 5:8.
Bevrijding nabij — Voor wie?
12. Voor wie komt bevrijding naderbij?
12 De steeds moeilijker wordende toestanden op aarde vormen een treffend bewijs dat er een grote verandering — ja, een grootse bevrijding — ophanden is! Voor wie? Bevrijding komt naderbij voor degenen die aandacht schenken aan de waarschuwingssignalen en die gepaste stappen ondernemen. Eén Johannes 2:17 toont aan wat er gedaan moet worden: „De wereld [Satans samenstel van dingen] gaat . . . voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.” — Zie ook 2 Petrus 3:10-13.
13, 14. Hoe beklemtoonde Jezus de noodzaak om wakker te blijven?
13 Jezus voorzei dat de huidige verdorven maatschappij spoedig weggevaagd zal worden in een tijd van moeilijkheden „zoals er sedert het begin der wereld tot nu toe niet is voorgekomen, neen, en ook niet meer zal voorkomen” (Mattheüs 24:21). Daarom waarschuwde hij: „Schenkt . . . aandacht aan uzelf, dat uw hart nooit bezwaard wordt met overmatig eten en overmatig drinken en zorgen des levens, en die dag plotseling, in een ogenblik, over u komt als een strik. Want hij zal komen over allen die op de gehele aardoppervlakte wonen. Blijft dan wakker, te allen tijde smekend dat gij erin moogt slagen te ontkomen aan al deze dingen die stellig gaan geschieden.” — Lukas 21:34-36.
14 Degenen die ’aandacht schenken’ en ’wakker blijven’, zullen onderzoeken wat de wil van God is en die doen (Spreuken 2:1-5; Romeinen 12:2). Zij zijn degenen die erin zullen „slagen te ontkomen” aan de vernietiging die weldra over Satans samenstel zal worden gebracht. En zij kunnen er volledig op vertrouwen dat zij bevrijd zullen worden. — Psalm 34:15; Spreuken 10:28-30.
De voornaamste Bevrijder
15, 16. Wie is de voornaamste Bevrijder, en waarom zijn wij er zeker van dat zijn oordelen rechtvaardig zullen zijn?
15 Willen Gods dienstknechten bevrijd worden, dan moeten Satan en zijn gehele wereldomvattende samenstel van dingen verwijderd worden. Hiervoor is een bron van bevrijding nodig die veel machtiger is dan mensen. Die bron is Jehovah God, de Opperste Soeverein, de almachtige Schepper van het ontzagwekkende universum. Hij is de voornaamste Bevrijder: „Ik — ik ben Jehovah, en buiten mij is er geen redder.” — Jesaja 43:11; Spreuken 18:10.
16 Jehovah bezit de eigenschappen kracht, wijsheid, gerechtigheid en liefde in de hoogste mate (Psalm 147:5; Spreuken 2:6; Jesaja 61:8; 1 Johannes 4:8). Wanneer hij zijn oordelen voltrekt, kunnen wij er dus van op aan dat zijn optreden rechtvaardig zal zijn. Abraham vroeg: „Zal de Rechter van de gehele aarde geen recht doen?” (Genesis 18:24-33) Paulus riep uit: „Is er onrechtvaardigheid bij God? Moge dat nooit waar worden!” (Romeinen 9:14) Johannes schreef: „Ja, Jehovah God, de Almachtige, waarachtig en rechtvaardig zijn uw rechterlijke beslissingen.” — Openbaring 16:7.
17. Hoe hebben Jehovah’s dienstknechten in het verleden vertrouwen in zijn beloften tot uitdrukking gebracht?
17 Wanneer Jehovah bevrijding belooft, zal hij die zonder mankeren tot stand brengen. Jozua zei: „Geen belofte bleef onvervuld van heel de goede belofte die Jehovah . . . had gedaan” (Jozua 21:45). Salomo verklaarde: „Niet één woord van heel zijn goede belofte die hij . . . heeft gedaan, is onvervuld gebleven” (1 Koningen 8:56). De apostel Paulus merkte op dat Abraham „niet in ongeloof [wankelde] . . . en er ten volle van overtuigd was dat [God] hetgeen hij had beloofd, ook in staat was te doen”. Evenzo achtte Sara „[God] getrouw . . . die de belofte gegeven had”. — Romeinen 4:20, 21; Hebreeën 11:11.
18. Waarom kunnen Jehovah’s dienstknechten in deze tijd ervan overtuigd zijn dat zij bevrijd zullen worden?
18 In tegenstelling tot mensen is Jehovah volledig betrouwbaar en houdt hij zich aan zijn woord. „Jehovah der legerscharen heeft gezworen en gezegd: ’Voorwaar, juist zoals ik gedacht heb, zo moet het geschieden; en juist zoals ik met mijzelf beraadslaagd heb, zo zal het tot stand komen’” (Jesaja 14:24). Wanneer de bijbel dus zegt: „Jehovah [weet] mensen van godvruchtige toewijding uit beproeving te bevrijden, maar onrechtvaardigen te bewaren voor de dag van het oordeel om afgesneden te worden”, kunnen wij er volledig op vertrouwen dat dit zal gebeuren (2 Petrus 2:9). Zelfs als Jehovah’s dienstknechten door machtige vijanden met vernietiging worden bedreigd, scheppen zij moed wegens Jehovah’s gevoelens tegenover zijn volk, zoals die worden weerspiegeld in zijn belofte aan een van zijn profeten: „Zij zullen stellig tegen u strijden, maar zij zullen u niet overmeesteren, want ’ik ben met u’, is de uitspraak van Jehovah, ’om u te bevrijden’.” — Jeremia 1:19; Psalm 33:18, 19; Titus 1:2.
Bevrijdingen in het verleden
19. Hoe bevrijdde Jehovah Lot, en welke parallel heeft dit in onze tijd?
19 Wij kunnen zeer aangemoedigd worden door enkele van Jehovah’s reddingsdaden uit het verleden de revue te laten passeren. Lot bijvoorbeeld werd „zwaar gekweld” door de goddeloosheid van Sodom en Gomorra. Maar Jehovah schonk aandacht aan „het klaaggeschrei” over die steden. Op de juiste tijd zond hij boodschappers om er bij Lot en zijn gezin op aan te dringen dat gebied onmiddellijk te verlaten. Het resultaat? Jehovah ’bevrijdde de rechtvaardige Lot’ en ’legde de steden Sodom en Gomorra in de as’ (2 Petrus 2:6-8; Genesis 18:20, 21). Ook thans schenkt Jehovah aandacht aan het klaaggeschrei betreffende de grove goddeloosheid van deze wereld. Wanneer zijn hedendaagse boodschappers hun dringende getuigeniswerk hebben voltooid tot in de mate die hij wenst, zal hij handelend tegen deze wereld optreden en zijn dienstknechten net als Lot bevrijden. — Mattheüs 24:14.
20. Beschrijf hoe Jehovah het oude Israël uit Egypte heeft bevrijd.
20 In het oude Egypte verkeerden miljoenen van Gods volk in slavernij. Jehovah zei over hen: „Ik heb hun luide geroep . . . gehoord . . . ik weet terdege wat voor smarten zij lijden. En ik ga ertoe over neer te dalen om hen . . . te bevrijden” (Exodus 3:7, 8). Na Gods volk te hebben laten gaan, veranderde Farao echter van gedachten en zette hen met zijn machtige leger na. De Israëlieten schenen bij de Rode Zee in de val te zitten. Toch zei Mozes: „Weest niet bevreesd. Staat vast en ziet de redding van Jehovah, die hij vandaag voor u zal bewerken” (Exodus 14:8-14). Jehovah spleet de Rode Zee in tweeën, en de Israëlieten ontkwamen. Farao’s legers joegen hen achterna, maar Jehovah wendde zijn macht aan, zodat ’de zee hen bedekte; zij zonken als lood in majestueuze wateren’. Naderhand zong Mozes Jehovah in uitbundige vreugde toe: „Wie is als gij, die u machtig betoont in heiligheid? Die gevreesd moet worden met lofliederen, die wonderen doet.” — Exodus 15:4-12, 19.
21. Hoe werd Jehovah’s volk uit de hand van Ammon, Moab en Seïr gered?
21 Bij een andere gelegenheid werd Jehovah’s volk door de vijandige natiën Ammon, Moab en Seïr (Edom) met vernietiging bedreigd. Jehovah zei: „Weest niet bevreesd, noch verschrikt wegens deze grote [vijandige] menigte; want het is geen strijd van u, maar van God. . . . Gij zult . . . niet hoeven te strijden. . . . Blijft staan en ziet de redding van Jehovah ten behoeve van u.” Jehovah bevrijdde zijn volk door de gelederen van de vijand in verwarring te brengen, zodat zij elkaar afslachtten. — 2 Kronieken 20:15-23.
22. Hoe voorzag Jehovah in Israëls wonderbaarlijke bevrijding van Assyrië?
22 Toen de Assyrische wereldmacht tegen Jeruzalem optrok, hoonde koning Sanherib Jehovah door tot het volk op de muur te zeggen: „Wie zijn er onder al de goden van deze landen [die ik heb veroverd] die hun land uit mijn hand hebben bevrijd, zodat Jehovah Jeruzalem uit mijn hand zou bevrijden?” Tot Gods dienstknechten zei hij: „Laat Hizkia u niet op Jehovah doen vertrouwen, door te zeggen: ’Jehovah zal ons zonder mankeren bevrijden.’” Vervolgens bad Hizkia vurig om bevrijding, „opdat alle koninkrijken van de aarde mogen weten dat gij, o Jehovah, alléén God zijt”. Jehovah sloeg 185.000 Assyrische soldaten neer en Gods dienstknechten werden bevrijd. Later, terwijl Sanherib zijn valse god aanbad, werd hij door zijn zonen vermoord. — Jesaja hfdst. 36 en 37.
23. Welke vragen over bevrijding in deze tijd dienen beantwoord te worden?
23 Wij kunnen beslist moed scheppen wanneer wij zien hoe Jehovah zijn volk in het verleden op schitterende wijze heeft bevrijd. Wat valt er te zeggen over deze tijd? In welke gevaarlijke situatie zullen zijn getrouwe dienstknechten binnenkort geraken waarin zij zijn wonderbaarlijke bevrijding nodig hebben? Waarom heeft hij er tot op deze tijd mee gewacht om hun bevrijding te schenken? Hoe zullen Jezus’ woorden: „Als nu deze dingen beginnen te geschieden, richt u dan rechtop en heft uw hoofd omhoog, omdat uw bevrijding nabij komt”, in vervulling gaan? (Lukas 21:28) En hoe zal er bevrijding komen voor Gods dienstknechten die reeds gestorven zijn? Het volgende artikel zal deze vragen aan een onderzoek onderwerpen.
Overzichtsvragen
◻ Waarom bestaat er grote behoefte aan bevrijding?
◻ Waarom dienen wij voor bevrijding niet naar mensen op te zien?
◻ Voor wie is bevrijding nabij?
◻ Waarom kunnen wij ervan overtuigd zijn dat Jehovah ons zal bevrijden?
◻ Welke voorbeelden van bevrijdingen in het verleden zijn aanmoedigend?
[Illustratie op blz. 10]
Abraham behoorde tot degenen die volledig op Jehovah vertrouwden