De waarheid verandert levens
HET is droevig maar waar dat heel veel mensen in deze tijd een moeilijk en zelfs wanhopig leven hebben. Is het mogelijk dat zulke mensen gelukkig worden? Sommigen zijn misdadigers en parasiteren op hun medemensen. Kunnen zij ooit eerlijke leden van de maatschappij worden? Het antwoord op deze beide vragen is ja. Mensen kunnen veranderen. Levens kunnen een verandering ondergaan. De apostel Paulus maakte duidelijk hoe dat mogelijk is, toen hij schreef: „Wordt veranderd door uw geest te hervormen, opdat gij u ervan kunt vergewissen wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is.” — Romeinen 12:2.
De vermelding van de „volmaakte wil van God” doet misschien denken aan wat Jezus, meer dan twintig jaar voordat Paulus de bovenstaande woorden schreef, tot zijn discipelen gezegd had. Jezus zei: „Gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken” (Johannes 8:32). Met „de waarheid” bedoelde Jezus de door God geïnspireerde inlichtingen — in het bijzonder inlichtingen betreffende Gods wil — die voor ons in de bijbel bewaard gebleven zijn (Johannes 17:17). Maakt de bijbelse waarheid mensen werkelijk vrij? Zal leven in overeenstemming met Gods wil werkelijk levens veranderen? Zeer beslist. Beschouw eens enkele voorbeelden.
Een doel in het leven
Nog niet zo lang geleden was Moisés in Gibraltar een zeer ongelukkig mens. Hij zegt: „Ik was een dronkaard en sliep op straat. Ik voelde mij verloren. Iedere avond vroeg ik God mij barmhartig te zijn en mij niet nog een dag te laten doormaken. Ik huilde terwijl ik God vroeg waarom ik in deze wereld was als ik toch nergens voor deugde, werkloos was, geen familie had en er niemand was om mij te helpen. Waarom zou ik moeten blijven leven?” Toen gebeurde er iets.
Moisés vervolgt: „Ik wist dat God mijn gebed verhoord had toen ik Roberto, een van Jehovah’s Getuigen, ontmoette. Roberto gaf mij een bijbel en een exemplaar van het bijbelstudiehulpmiddel Wat verlangt God van ons?a Elke dag bestudeerden wij samen de bijbel op de bank waar ik ’s nachts sliep. Na een maand nam Roberto mij mee naar een vergadering in de plaatselijke Koninkrijkszaal van Jehovah’s Getuigen. Weldra had de bijbelse waarheid mijn hele kijk op het leven veranderd. Ik slaap niet meer onder de blote hemel; ook drink of rook ik niet. Mijn leven is veranderd, en ik ben gelukkig. Ik hoop binnenkort gedoopt te worden en Jehovah als een van zijn Getuigen te dienen.”
Wat een verandering! Als mensen zonder hoop zijn, komt dat dikwijls door gebrek aan kennis. Zij zijn niet op de hoogte met God of zijn schitterende voornemens. Toen Moisés die kennis verkreeg, gaf dit hem de kracht en de moed om zijn leven totaal te veranderen. In Moisés’ geval werd het gebed van de psalmist tot God verhoord: „Zend uw licht en uw waarheid uit. Mogen díe mij geleiden. Mogen ze mij brengen naar uw heilige berg en naar uw grootse tabernakel.” — Psalm 43:3.
In Belize had Daniel een vergelijkbare ervaring. Daniel sliep niet op straat — hij had een prestigieuze baan. Maar twintig jaar lang worstelde hij met zijn verslaving aan drugs en alcohol en leidde hij een immoreel leven. Hoewel Daniel een katholieke opvoeding had gehad, kon hij geen zin ontdekken in het leven en twijfelde hij aan het bestaan van God. Hij ging naar verschillende kerken om hulp te zoeken, maar kwam erachter dat veel van zijn kerkse vrienden en zelfs enkele van zijn vrienden onder de geestelijken zich schuldig maakten aan drugsgebruik of alcoholmisbruik. Intussen stond zijn vrouw op het punt van hem te scheiden.
In wanhoop liet Daniel zich in een afkickcentrum opnemen. Hij wist echter dat hij na zijn ontslag daaruit al snel weer aan de drugs zou zijn als hij geen hulp kreeg. Maar wat voor hulp? In mei 1996, twee dagen na zijn ontslag uit het afkickcentrum, sprak Daniel een van Jehovah’s Getuigen aan en verraste hem door hem te smeken: „Alstublieft, bestudeer de bijbel met mij.” De Getuige trof regelingen om tweemaal per week met Daniel de bijbel te bestuderen, en Daniel begon zijn leven al snel in overeenstemming te brengen met Gods wil, en hij verving zijn oude vrienden door christelijke vrienden die geen drugs gebruikten of zich bedronken en die zich verre hielden van immoraliteit. Zo ontdekte Daniel dat het waar is wat de bijbel zegt: „Hij die met wijzen wandelt, zal wijs worden, maar wie zich met de verstandelozen inlaat, zal het slecht vergaan” (Spreuken 13:20). Al spoedig zei hij: „Dit is voor het eerst in mijn leven dat ik weet wat het is om een zuiver geweten te hebben.” Ook Daniels leven was veranderd.
Op Porto Rico onderging weer een andere man een opmerkelijke verandering. Hij zat in de gevangenis en werd als zeer gevaarlijk beschouwd, want hij had een aantal mensen gedood. Zou de bijbelse waarheid hem kunnen veranderen? Ja. Een van Jehovah’s Getuigen kon hem enkele exemplaren van de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! geven en al snel vroeg hij om meer. Er werd een bijbelstudie met hem begonnen en toen de bijbelse waarheid invloed op zijn hart begon uit te oefenen, werden de veranderingen die hij aanbracht voor iedereen zichtbaar. Een van de eerste bewijzen voor deze verandering trad aan het licht toen hij zijn lange haar liet kortknippen en zijn verwilderde baard afschoor.
De bijbel zegt dat God zondaars vergeeft die werkelijk berouw hebben en hun leefwijze veranderen. Paulus schreef: „Weet gij niet dat onrechtvaardigen Gods koninkrijk niet zullen beërven? . . . Toch zijn sommigen van u dat geweest. Maar gij zijt rein gewassen” (1 Korinthiërs 6:9, 11). Ongetwijfeld hebben die woorden deze man vertroost, evenals de woorden uit Handelingen 24:15, waar staat dat „er een opstanding zal zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen”. Hij zei: „Ik wil erbij zijn als de opstanding van de doden plaatsvindt, zodat ik degenen die ik van het leven heb beroofd om vergiffenis kan vragen.”
Een nieuwe familie
Op een dag werd Luis, een volle-tijdevangelist van Jehovah’s Getuigen in Argentinië, voorgesteld aan een jonge man met een droevige geschiedenis. Nadat hij bij zijn geboorte door zijn ouders in de steek gelaten was, werd hij in verschillende inrichtingen grootgebracht. Toen hij ongeveer twintig jaar was, kwam hij te weten waar zijn moeder verbleef en besloot bij haar in de buurt te gaan wonen. Hij werkte hard, spaarde een flink bedrag bij elkaar en reisde naar de stad waar zijn moeder was. Zij liet hem bij zich wonen tot zijn geld op was en vroeg hem toen te vertrekken. Door deze afwijzing verviel hij tot zelfmoordneigingen.
Luis kon echter de bijbelse waarheid met deze jonge man delen. Tot die waarheid behoort de verzekering: „Ingeval mijn eigen vader en mijn eigen moeder mij werkelijk verlieten, zou toch Jehovah zelf mij opnemen” (Psalm 27:10). De jonge man ontdekte dat hij een hemelse Vader had die hem nooit in de steek zou laten. Nu voelt hij zich gelukkig omdat hij deel uitmaakt van een nieuwe familie, Jehovah’s familie.
Een andere man in hetzelfde land zei tegen een van Jehovah’s Getuigen dat hij blij was met het tijdschrift De Wachttoren. Waarom? Omdat het zijn huwelijk had gered. Naar het schijnt zag deze man toen hij op een dag van zijn werk wegging, bij het afval een uitgave van De Wachttoren met in grote letters de titel „Echtscheiding” liggen. Aangezien zijn huwelijk in moeilijkheden verkeerde en hij en zijn vrouw de procedure voor een wettelijke scheiding al hadden ingezet, viste hij het tijdschrift uit het afval en begon het te lezen. Hij nam het mee naar huis en las het met zijn vrouw. Het echtpaar probeerde de op de bijbel gebaseerde raad uit het tijdschrift toe te passen (Efeziërs 5:21–6:4). Weldra verbeterde hun verhouding. Zij staakten de scheidingsprocedure en bestuderen nu als eensgezind echtpaar de bijbel.
In Uruguay was een man die eveneens Luis heette allesbehalve gelukkig. Drugsverslaving, spiritisme, afgodenaanbidding, alcoholmisbruik — dat waren enkele van de dingen die zijn leven tot een chaos maakten. Uiteindelijk werd de totaal gefrustreerde Luis atheïst. Een vriend gaf hem het boek Leven — Hoe is het ontstaan? Door evolutie of door schepping?b Dit had een kortstondig contact met Jehovah’s Getuigen tot gevolg, maar Luis keerde al spoedig terug tot de alcohol en de drugs. Toen hij in een moment van diepe ellende in een kuil vol afval beland was, bad hij en zond zijn gebed op tot „de vader van Jezus Christus” omdat hij niet precies wist hoe God heette.
Hij vroeg God hem te tonen of er een reden was waarom hij bestond. „De volgende dag al”, bericht Luis, „gaf een kennis mij een boek waar hij niets meer mee deed. De titel? De Openbaring — Haar grootse climax is nabij!”c Het boek hielp hem zijn vraag te beantwoorden. Weer bad Luis om hulp om de religie te vinden die hem zou tonen hoe hij God moest dienen. Wat een verrassing! De bel ging, en er stonden twee getuigen van Jehovah voor de deur. Onmiddellijk begon Luis met hen de bijbel te bestuderen. Hij maakte snelle vorderingen en vindt het nu een zegen dat hij een gedoopte Getuige is. Hij leidt een rein leven en helpt anderen ook een doel in hun leven te vinden. Voor hem zijn de woorden van Psalm 65:2 waarheid geworden: „O Hoorder van het gebed, ja, tot u zullen mensen van alle vlees komen.”
Op de Filippijnen was Allan vroeger een militant student. Hij behoorde tot een organisatie die ten doel had „de regering ten val te brengen opdat toekomstige generaties zich in gelijkheid zouden kunnen verheugen”. Op een dag kwam hij echter in contact met Jehovah’s Getuigen en leerde aan de hand van de bijbel wat Gods voornemen met de mensheid is. Tot dat voornemen behoort de geïnspireerde belofte: „Nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn . . . De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede” (Psalm 37:10, 11). Allan zei: „Ik ontdekte al gauw dat waar onze beweging voor streed al lang geleden in de bijbel was beloofd. Alle dingen waarnaar wij zo vurig verlangden, zullen ons onder Gods koninkrijk worden gegeven.” Allan ondersteunt nu Gods koninkrijk en helpt anderen geloof te stellen in de bijbelse waarheid.
Ja, levens worden veranderd als mensen acht geven op de waarheid uit Gods Woord, de bijbel. Sterker nog, de tijd zal werkelijk komen dat alle dan nog levende leden van de mensheid hun leven in overeenstemming zullen hebben gebracht met Gods wil. Wat een verandering zal dat zijn! Dan zal de profetie in vervulling gaan: „Men zal generlei kwaad doen noch enig verderf stichten op heel mijn heilige berg; want de aarde zal stellig vervuld zijn van de kennis van Jehovah, zoals de wateren ook de zee bedekken.” — Jesaja 11:9.
[Voetnoten]
a Uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.
b Uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.
c Uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.