Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w98 15/11 blz. 8-9
  • Darius — Een koning met rechtvaardigheidsgevoel

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Darius — Een koning met rechtvaardigheidsgevoel
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • EEN KONING MET EEN ONVOLLEDIGE GESCHIEDENIS
  • DANIËL WORDT BEGUNSTIGD
  • Verlost uit de kaken van leeuwen!
    Schenk aandacht aan Daniëls profetie!
  • Hoe belangrijk is het gebed voor u?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1984
  • Daniël in de leeuwenkuil
    Leer van de verhalen uit de Bijbel
  • Darius
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
w98 15/11 blz. 8-9

Darius — Een koning met rechtvaardigheidsgevoel

EEN beroemd koning pochte eens over de bouwprojecten die hij had uitgevoerd: „Bij de ommuring van Babylon heb ik de stad omgeven met een sterke muur aan de oostzijde. Ik heb een gracht gegraven . . . Met asfalt en bakstenen bouwde ik een sterke muur, die net als een berg niet verplaatst kon worden.” Ja, de Babylonische koning Nebukadnezar had zich beziggehouden met een uitgebreid bouwprogramma en had hard gewerkt om de hoofdstad van zijn rijk te versterken. Maar de stad Babylon bleek niet zo onneembaar te zijn als hij zich had voorgesteld.

Het bewijs hiervan werd op 5 oktober 539 v.G.T. geleverd. De Perzische heerser Cyrus II, vergezeld van het leger van Medië, veroverde op die dag Babylon en bracht de Chaldeeuwse heerser, Belsazar, ter dood. Wie zou nu de eerste heerser van deze pas veroverde stad worden? Gods profeet Daniël, die zich in de stad bevond toen deze viel, schreef: „Darius de Meder zelf ontving het koninkrijk, toen hij ongeveer tweeënzestig jaar oud was.” — Daniël 5:30, 31.

Wie was Darius? Wat voor heerser bleek hij te zijn? Hoe behandelde hij de profeet Daniël, die ruim zeventig jaar in Babylon in ballingschap was geweest?

EEN KONING MET EEN ONVOLLEDIGE GESCHIEDENIS

De geschiedkundige feiten over Darius de Meder zijn onvolledig. De Meden hebben vrijwel geen geschreven berichten achtergelaten. Bovendien verschaffen de honderdduizenden spijkerschrifttabletten die in het Midden-Oosten zijn opgegraven, een gebrekkige historie met vele hiaten. Andere bewaard gebleven oude wereldlijke geschriften zijn gering in aantal en stammen uit een tijd die een eeuw of langer verwijderd is van de gebeurtenissen waarbij Darius betrokken was.

Niettemin wijst alles erop dat de Perzische heerser Cyrus II na de verovering van Ekbatana, de hoofdstad van Medië, de loyaliteit van de Meden wist te winnen. Daarna vochten de Meden en de Perzen gezamenlijk onder zijn leiding. De schrijver Robert Collins merkt in zijn boek The Medes and Persians over hun onderlinge verhouding op: „De Meden stonden vreedzaam op voet van gelijkheid met de Perzen. Zij werden vaak aangesteld in hoge regeringsambten en leidinggevende posities in het Perzische leger. Buitenlanders verwezen naar de Meden en de Perzen, zonder enig onderscheid te maken tussen veroverde en veroveraar.” Medië smolt aldus met Perzië samen om het Medo-Perzische Rijk te vormen. — Daniël 5:28; 8:3, 4, 20.

De Meden hebben beslist een belangrijke rol gespeeld in de omverwerping van Babylon. De Schrift spreekt over „Darius, de zoon van Ahasveros, uit het zaad der Meden,” als de eerste koning van het Medo-Perzische Rijk die het bewind voerde over Babylon (Daniël 9:1). Zijn koninklijke macht omvatte de autoriteit om inzettingen te bevestigen „naar de wet van de Meden en de Perzen, die niet wordt ingetrokken” (Daniël 6:8). Wat de bijbel over Darius zegt, geeft ons tevens een idee van zijn persoonlijkheid alsook een gegronde reden voor het ontbreken van wereldlijke inlichtingen over hem.

DANIËL WORDT BEGUNSTIGD

Kort nadat Darius de macht in Babylon had overgenomen, stelde hij „honderd twintig satrapen aan, die over het gehele koninkrijk zouden zijn”, zegt de bijbel, „en over hen drie hoogwaardigheidsbekleders, van wie Daniël er één was” (Daniël 6:1, 2). Maar Daniëls hoge positie stond de andere functionarissen beslist niet aan. Zijn rechtschapenheid had ongetwijfeld een remmende invloed op corruptie, hetgeen vermoedelijk wrevel wekte. Ook jaloezie zal de hoge functionarissen parten hebben gespeeld, aangezien de koning Daniël begunstigde en overwoog hem tot eerste minister aan te stellen.

In de hoop een einde aan deze situatie te maken, beraamden de twee functionarissen en de satrapen een wettelijke valstrik. Zij wendden zich tot de koning en boden hem ter ondertekening een edict aan waarin werd bepaald dat men dertig dagen lang geen „smeekbede . . . tot enige god of mens” mocht richten dan alleen tot Darius. Zij stelden voor dat elke eventuele overtreder in de leeuwekuil geworpen zou worden. Darius werd wijsgemaakt dat alle hooggeplaatste regeringsfunctionarissen dit edict ondersteunden, terwijl het voorstel een uiting van hun loyaliteit jegens de koning scheen te zijn. — Daniël 6:1-3, 6-8.

Darius ondertekende het bevel en werd kort daarna met de consequenties geconfronteerd. Daniël werd de eerste overtreder van het edict, omdat hij tot Jehovah God bleef bidden. (Vergelijk Handelingen 5:29.) De getrouwe Daniël werd in de leeuwekuil geworpen, ondanks de oprechte pogingen van de koning om de onveranderlijke inzetting op de een of andere manier te omzeilen. Darius uitte het vertrouwen dat Daniëls God de macht had om de profeet in leven te houden. — Daniël 6:9-17.

Na een slapeloze nacht in vasten doorgebracht te hebben, haastte Darius zich naar de leeuwekuil. Wat was hij blij Daniël levend en ongedeerd aan te treffen! Bij wijze van gerechtelijke vergelding liet de koning prompt Daniëls beschuldigers met hun gezinnen in de leeuwekuil werpen. Hij vaardigde ook een bevel uit dat ’de mensen in elk machtsgebied van zijn koninkrijk dienden te beven en te vrezen voor de God van Daniël’. — Daniël 6:18-27.

Het is duidelijk dat Darius Daniëls God en religie respecteerde en het vurige verlangen koesterde het onrecht te herstellen. Toch moet het bestraffen van Daniëls beschuldigers de vijandschap van de overige functionarissen hebben opgeroepen. Bovendien moet Darius’ proclamatie waarin hij allen in het koninkrijk beval ’de God van Daniël te vrezen’ de machtige Babylonische geestelijkheid met intense wrevel hebben vervuld. Omdat de schrijvers beslist de invloed van deze factoren hebben ondervonden, zou het niet vreemd zijn als wereldlijke verslagen werden veranderd om inlichtingen over Darius te verwijderen. Toch wordt Darius in het korte verslag in het boek Daniël uitgebeeld als een heerser met rechtvaardigheidsgevoel.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen