Christus’ losprijs — Gods weg tot redding
„God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben.” — JOHANNES 3:16.
1, 2. Beschrijf de hachelijke situatie die zich met betrekking tot het mensengeslacht heeft ontwikkeld.
NEEM eens aan dat u lijdt aan een ziekte die u, tenzij u wordt geopereerd, beslist het leven zal kosten. Hoe zou u zich voelen als de kosten van de operatie ver boven uw budget lagen? En als zelfs de inbreng van uw familie en vrienden ontoereikend zou zijn? Om met zo’n levensbedreigend dilemma te worden geconfronteerd, zou frustrerend zijn!
2 Dit illustreert een situatie die zich ten aanzien van het mensengeslacht heeft ontwikkeld. Onze eerste ouders, Adam en Eva, werden volmaakt geschapen (Deuteronomium 32:4). Zij hadden het vooruitzicht eeuwig te leven en Gods voornemen te verwezenlijken: „Weest vruchtbaar en wordt tot velen en vult de aarde en onderwerpt haar” (Genesis 1:28). Maar Adam en Eva kwamen tegen hun Schepper in opstand (Genesis 3:1-6). Hun ongehoorzaamheid bracht niet alleen zonde over Adam en Eva zelf, maar ook over hun ongeboren nakomelingen. De getrouwe man Job zei later: „Wie kan een reine uit een onreine voortbrengen? Er is er niet één.” — Job 14:4.
3. Hoe heeft de dood zich tot alle mensen uitgebreid?
3 Zonde is dus net als een ziekte die ieder van ons heeft geïnfecteerd, want de bijbel zegt dat „allen hebben gezondigd”. Deze toestand heeft levensbedreigende consequenties. Ja, „het loon dat de zonde betaalt, is de dood” (Romeinen 3:23; 6:23). Niemand van ons kan eraan ontkomen. Alle mensen zondigen en daarom sterven alle mensen. Als nakomelingen van Adam werden wij in deze hachelijke situatie geboren (Psalm 51:5). „Door één mens”, schreef Paulus, „[is] de zonde de wereld . . . binnengekomen en door de zonde de dood, en aldus [heeft] de dood zich tot alle mensen . . . uitgebreid omdat zij allen gezondigd hadden” (Romeinen 5:12). Maar dit wil niet zeggen dat wij zonder hoop op redding zijn.
Zonde en dood uitbannen
4. Waarom kunnen mensen niet zelf ziekte en de dood uitbannen?
4 Wat zou er nodig zijn om zonde en het gevolg ervan, de dood, uit te bannen? Het vereist duidelijk meer dan waarin enig mens kan voorzien. De psalmist weeklaagde: „De betaling voor een menselijk leven is te hoog. Wat hij zou kunnen betalen, zou nooit voldoende zijn om hem uit het graf te houden ten einde hem eeuwig te laten leven” (Psalm 49:8, 9, Today’s English Version). Toegegeven, wij zijn misschien in staat ons leven enkele jaren te verlengen door middel van gezonde voeding en medische zorg. Toch kan niemand van ons onze overgeërfde zondige toestand genezen. Niemand van ons kan de fnuikende gevolgen van het ouderdomsproces omkeren en ons lichaam herstellen tot de volmaaktheid die God er oorspronkelijk voor bedoeld had. Paulus overdreef beslist niet toen hij schreef dat de menselijke schepping wegens Adams zonde ’aan ijdelheid werd onderworpen’ — of zoals The Jerusalem Bible het weergeeft, „niet langer in staat werd gesteld haar doel te bereiken” (Romeinen 8:20). Maar gelukkig heeft onze Schepper ons niet in de steek gelaten. Hij heeft voorzieningen getroffen om zonde en dood eens en voor altijd uit de weg te ruimen. Hoe?
5. Hoe weerspiegelde de aan Israël gegeven Wet een diepe achting voor gerechtigheid?
5 Jehovah „heeft rechtvaardigheid en gerechtigheid lief” (Psalm 33:5). Het wetsstelsel dat hij aan Israël gaf, weerspiegelde een diepe achting voor evenwichtigheid en onpartijdige rechtspraak. Zo lezen wij in deze verzameling wetten dat ’leven voor leven gegeven diende te worden’. Met andere woorden, als een Israëliet iemand vermoordde, zou zijn eigen leven in de plaats moeten komen voor het leven dat hij had genomen (Exodus 21:23; Numeri 35:21). Aldus zou de weegschaal van goddelijke gerechtigheid in evenwicht worden gebracht. — Vergelijk Exodus 21:30.
6. (a) In welk opzicht zou Adam een moordenaar genoemd kunnen worden? (b) Wat voor leven verbeurde Adam en wat voor slachtoffer zou nodig zijn om de weegschaal van gerechtigheid in evenwicht te brengen?
6 Toen Adam zondigde, werd hij een moordenaar. In welk opzicht? Doordat hij zijn zondige toestand — en derhalve de dood — aan al zijn nakomelingen zou doorgeven. Het is vanwege Adams ongehoorzaamheid dat ons lichaam op dit moment achteruitgaat en gestadig op weg is naar het graf (Psalm 90:10). Adams zonde heeft nog een ernstiger implicatie. Bedenk dat wat Adam voor zichzelf en zijn nakomelingen verbeurde niet een gewoon leven van zo’n zeventig of tachtig jaar was. Hij verbeurde volmaakt leven — in feite eeuwig leven. Als ’leven voor leven gegeven moest worden’, wat voor leven moest dan gegeven worden om in dit geval aan de gerechtigheid te voldoen? Logischerwijs zou het een volmaakt menselijk leven moeten zijn — een leven dat, evenals dat van Adam, het vermogen had om volmaakte menselijke nakomelingen voort te brengen. Als een volmaakt menselijk leven als slachtoffer geofferd werd, zou daarmee niet alleen de weegschaal van gerechtigheid in evenwicht gebracht zijn, maar zou ook de zonde en het gevolg ervan, de dood, volledig kunnen worden uitgebannen.
De dekkende prijs voor zonde
7. Beschrijf de betekenis van het woord „losprijs”.
7 De prijs die vereist wordt om ons van zonde te bevrijden, wordt in de bijbel „een losprijs” genoemd (Psalm 49:7). In het Nederlands kan die term duiden op de betaling die een kidnapper eist in ruil voor iemand die hij ontvoerd heeft. Natuurlijk is er bij de losprijs waarin Jehovah heeft voorzien geen ontvoering betrokken. De gedachte dat er een prijs wordt betaald, blijft hetzelfde. In feite betekent de werkwoordsvorm van het Hebreeuwse woord dat met „losprijs” is vertaald letterlijk „bedekken”. Om verzoening voor zonde te doen, moet de losprijs precies overeenkomen met datgene wat erdoor bedekt zou moeten worden — Adams volmaakte menselijke leven.
8. (a) Beschrijf het beginsel van terugkoop. (b) Hoe houdt het beginsel van terugkoop verband met ons als zondaars?
8 Dit is in overeenstemming met een beginsel dat in de Mozaïsche wet staat — het beginsel van terugkoop. Als een Israëliet tot armoede verviel en zich aan een niet-Israëliet in slavernij verkocht, kon een bloedverwant hem terugkopen (of loskopen) door een prijs te betalen die van gelijke waarde werd geacht als de slaaf (Leviticus 25:47-49). De bijbel zegt dat wij als onvolmaakte mensen „slaven van de zonde” zijn (Romeinen 6:6; 7:14, 25). Wat zou er nodig zijn om ons terug te kopen? Zoals wij hebben gezien, zou het verlies van een volmaakt menselijk leven vereisen dat er een volmaakt menselijk leven werd betaald — niets meer en niets minder.
9. Hoe heeft Jehovah voorzieningen getroffen om zonde te bedekken?
9 Wij mensen worden uiteraard onvolmaakt geboren. Niet een van ons is gelijkwaardig aan Adam; niet een van ons kan de losprijs betalen die de gerechtigheid eist. Zoals in het begin is gezegd, is het alsof wij een levensbedreigende ziekte hebben en het ons niet kunnen veroorloven de operatie te betalen waardoor ze genezen kan worden. Zouden wij in zo’n situatie niet dankbaar zijn als iemand voor ons bemiddelde en de kosten dekte? Dit is precies wat Jehovah heeft gedaan! Hij heeft een voorziening getroffen om ons eens en voor altijd van zonde los te kopen. Ja, hij is bereid ons datgene te geven wat wij nooit uit onszelf zouden kunnen opbrengen. Hoe? „De gave die God schenkt,” schreef Paulus, „is eeuwig leven door Christus Jezus, onze Heer” (Romeinen 6:23). Johannes beschreef Jezus als „het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt” (Johannes 1:29). Laten wij eens zien hoe Jehovah zijn geliefde Zoon gebruikte om de losprijs te betalen.
„Een overeenkomstige losprijs”
10. Hoe concentreerden profetieën aangaande een „zaad” zich uiteindelijk op Jozef en Maria?
10 Onmiddellijk na de opstand in Eden maakte Jehovah zijn voornemen bekend om een „zaad” of nageslacht voort te brengen dat de mensheid van zonde zou loskopen (Genesis 3:15). Door middel van een reeks goddelijke openbaringen onthulde Jehovah de geslachtslijn die dit zaad zou voortbrengen. Mettertijd concentreerden deze onthullingen zich op Jozef en Maria, een verloofd paar dat in Palestina woonde. In een droom werd tot Jozef gezegd dat Maria door heilige geest zwanger was. De engel zei: „Zij zal een zoon baren, en gij moet hem de naam Jezus geven, want hij zal zijn volk van hun zonden redden”. — Mattheüs 1:20, 21.
11. (a) Hoe zorgde Jehovah ervoor dat zijn Zoon als een volmaakt mens werd geboren? (b) Waarom kon Jezus „een overeenkomstige losprijs” verschaffen?
11 Dit was geenszins een gewone zwangerschap, want Jezus had een voormenselijk bestaan in de hemel gehad (Spreuken 8:22-31; Kolossenzen 1:15). Zijn leven was door Jehovah’s wonderbare kracht naar de schoot van Maria overgebracht, waardoor het voor deze geliefde Zoon van God mogelijk werd gemaakt als mens geboren te worden (Johannes 1:1-3, 14; Filippenzen 2:6, 7). Jehovah leidde de aangelegenheden zo dat Jezus niet door Adams zonde werd bezoedeld. Integendeel, Jezus werd volmaakt geboren. Bijgevolg bezat hij wat Adam verbeurd had — volmaakt menselijk leven. Eindelijk een mens die de kosten van zonde kon dekken! En dat is precies wat Jezus op 14 Nisan van het jaar 33 G.T. deed. Op die historische dag liet Jezus zich door zijn tegenstanders ter dood brengen en verschafte daardoor „een overeenkomstige losprijs”. — 1 Timotheüs 2:6.
De waarde van volmaakt menselijk leven
12. (a) Beschrijf het wezenlijke verschil tussen de dood van Jezus en die van Adam. (b) Hoe is Jezus de „Eeuwige Vader” voor gehoorzame mensen geworden?
12 Er bestaat een verschil tussen de dood van Jezus en die van Adam — een verschil waardoor de waarde van de losprijs wordt beklemtoond. Adams dood was verdiend, want hij was zijn Schepper moedwillig ongehoorzaam (Genesis 2:16, 17). In tegenstelling daarmee was Jezus’ dood geheel onverdiend, want „hij heeft geen zonde begaan” (1 Petrus 2:22). Toen Jezus dus stierf, had hij iets van enorme waarde dat de zondaar Adam bij zijn dood niet bezat — het recht op volmaakt menselijk leven. Bijgevolg had Jezus’ dood offerandelijke waarde. Nadat Jezus als een geestelijk persoon naar de hemel was opgestegen, bood hij de waarde van zijn slachtoffer aan Jehovah aan (Hebreeën 9:24). Daardoor kocht Jezus de zondige mensheid terug en werd hun nieuwe Vader, een vervanger voor Adam (1 Korinthiërs 15:45). Jezus wordt terecht de „Eeuwige Vader” genoemd (Jesaja 9:6). Denk u eens in wat dit betekent! Adam, een zondige vader, bracht de dood op al zijn nakomelingen over. Jezus, een volmaakte Vader, gebruikt de waarde van zijn slachtoffer om gehoorzame mensen eeuwig leven te schenken.
13. (a) Illustreer hoe Jezus de door Adam opgelopen schuld heeft kwijtgescholden. (b) Waarom bedekt Jezus’ slachtoffer niet de zonde van onze eerste ouders?
13 Maar hoe kon de dood van slechts één mens de zonden van velen bedekken? (Mattheüs 20:28) In een artikel van enkele jaren geleden illustreerden wij de losprijs als volgt: „Stel u een grote fabriek voor met honderden werknemers. Een oneerlijke bedrijfsleider veroorzaakt een faillissement; de fabriek gaat dicht. Honderden hebben nu geen werk en kunnen hun rekeningen niet betalen. Hun vrouwen, kinderen en ook de crediteuren ondervinden er allemaal de nadelige gevolgen van dat één man corrupt was! Dan komt er een rijke weldoener opdagen die de schuld van het bedrijf betaalt en de fabriek weer opent. De vereffening van die ene schuld brengt vervolgens volledig herstel voor de vele werknemers, hun gezinnen en de crediteuren. Maar krijgt de oorspronkelijke bedrijfsleider deel aan de nieuwe voorspoed? Nee, hij zit in de gevangenis en krijgt nooit meer zijn baan terug! Evenzo brengt de vereffening van Adams ene schuld voordelen voor miljoenen van zijn nakomelingen — maar niet voor Adam.”
14, 15. Waarom kunnen Adam en Eva opzettelijke zondaars worden genoemd, en hoe verschilt onze situatie van de hunne?
14 Dit is rechtvaardig. Bedenk dat Adam en Eva opzettelijke zondaars waren. Zij verkozen God ongehoorzaam te zijn. In tegenstelling daarmee zijn wij in zonde geboren. Wij hebben geen keuze. Ongeacht hoe wij ons best doen, wij kunnen het niet volledig vermijden te zondigen (1 Johannes 1:8). Soms voelen wij ons misschien als Paulus, die schreef: „Wanneer ik het juiste wens te doen, [is] het slechte bij mij aanwezig . . . Naar de innerlijke mens schep ik werkelijk behagen in de wet van God, maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij in gevangenschap voert aan de wet der zonde, die in mijn leden is. Ellendig mens die ik ben!” — Romeinen 7:21-24.
15 Maar wegens de losprijs hebben wij hoop! Jezus is het zaad door bemiddeling van wie, zoals God heeft beloofd, „alle natiën der aarde zich stellig [zullen] zegenen” (Genesis 22:18; Romeinen 8:20). Jezus’ slachtoffer opent de deur tot wonderbare gelegenheden voor degenen die geloof oefenen in hem. Laten wij enkele daarvan beschouwen.
Voordeel trekken van Christus’ losprijs
16. Welke voordelen kunnen wij, ondanks onze zondige staat, nu wegens Jezus’ losprijs genieten?
16 De bijbelschrijver Jakobus erkent dat ’wij allen vele malen struikelen’ (Jakobus 3:2). Maar wegens Christus’ losprijs kunnen onze fouten vergeven worden. Johannes schrijft: „Mocht iemand . . . een zonde begaan, dan hebben wij een helper bij de Vader, Jezus Christus, een rechtvaardige. En hij is een zoenoffer voor onze zonden” (1 Johannes 2:1, 2). Wij dienen uiteraard geen nonchalante kijk op zonde te hebben (Judas 4; vergelijk 1 Korinthiërs 9:27). Maar als wij zondigen, kunnen wij ons hart voor Jehovah uitstorten in het vertrouwen dat hij „vergevensgezind” is (Psalm 86:5; 130:3, 4; Jesaja 1:18; 55:7; Handelingen 3:19). Aldus stelt de losprijs ons in staat God met een zuiver geweten te dienen en maakt het ons mogelijk hem in de naam van Jezus Christus in gebed te naderen. — Johannes 14:13, 14; Hebreeën 9:14.
17. Welke toekomstige zegeningen zijn wegens de losprijs mogelijk?
17 Christus’ losprijs maakt de vervulling van Gods voornemen mogelijk — dat gehoorzame mensen voor eeuwig in een paradijs op aarde leven (Psalm 37:29). Paulus schreef: „Ongeacht hoe vele Gods beloften zijn, ze zijn Ja geworden door tussenkomst van hem [Jezus]” (2 Korinthiërs 1:20). Het is waar dat de dood „als koning heeft geregeerd” (Romeinen 5:17). De losprijs verschaft God een basis om deze „laatste vijand” teniet te doen (1 Korinthiërs 15:26; Openbaring 21:4). Jezus’ losprijs kan zelfs degenen die zijn gestorven tot voordeel strekken. „Het uur komt”, zei Jezus, „waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn [Jezus’] stem zullen horen en te voorschijn zullen komen.” — Johannes 5:28, 29; 1 Korinthiërs 15:20-22.
18. Welk tragische effect heeft zonde op mensen gehad, en hoe zal dit in Gods nieuwe wereld worden omgekeerd?
18 Denk eens in hoe verrukkelijk het zal zijn een leven te leiden zoals het bedoeld was — vrij van de zorgen waaronder wij thans gebukt gaan! De zonde heeft niet alleen de harmonie verstoord tussen ons en God, doch ook met onze eigen geest, ons hart en ons lichaam. Maar de bijbel belooft dat in Gods nieuwe wereld „geen inwoner zal zeggen: ’Ik ben ziek.’” Ja, fysieke en emotionele ziekten zullen de mensheid niet langer kwellen. Waarom niet? Jesaja antwoordt: „Het volk dat in het land woont, zal vergiffenis van zijn dwaling hebben ontvangen.” — Jesaja 33:24.
De losprijs — Een uiting van liefde
19. Hoe dienen wij persoonlijk op Christus’ losprijs te reageren?
19 Liefde bewoog Jehovah ertoe zijn geliefde Zoon uit te zenden (Romeinen 5:8; 1 Johannes 4:9). Vervolgens werd Jezus door liefde bewogen om „voor iedereen de dood [te] smaken” (Hebreeën 2:9; Johannes 15:13). Terecht schreef Paulus: „De liefde die de Christus heeft, dringt ons . . . Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven, niet langer voor zichzelf zouden leven, maar voor hem die voor hen gestorven is en werd opgewekt” (2 Korinthiërs 5:14, 15). Als wij waarderen wat Jezus voor ons heeft gedaan, zullen wij gunstig reageren. Welbeschouwd maakt de losprijs het voor ons mogelijk om verlost te worden van de dood! Wij zouden door onze daden beslist niet te kennen willen geven dat wij het slachtoffer van Jezus als van gewone waarde achten. — Hebreeën 10:29.
20. Wat zijn enkele manieren waarop wij Jezus’ „woord” onderhouden?
20 Hoe kunnen wij oprechte waardering voor de losprijs tonen? Kort voor zijn arrestatie zei Jezus: „Indien iemand mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden” (Johannes 14:23). Jezus’ „woord” omvat zijn gebod dat wij een ijverig aandeel hebben aan de vervulling van de opdracht: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende” (Mattheüs 28:19). Gehoorzaamheid aan Jezus vereist ook dat wij liefde voor onze geestelijke broeders en zusters aan de dag leggen. — Johannes 13:34, 35.
21. Waarom dienen wij de Gedachtenisviering op 1 april bij te wonen?
21 Een van de beste manieren waarop wij waardering voor de losprijs kunnen tonen, is door aanwezig te zijn op de Gedachtenisviering van Christus’ dood, die dit jaar op 1 april gehouden zal worden.a Ook dit is een onderdeel van Jezus’ „woord”, want toen Jezus deze viering instelde, gebood hij zijn volgelingen: „Blijft dit tot een gedachtenis aan mij doen” (Lukas 22:19). Uit onze aanwezigheid op deze uiterst belangrijke gebeurtenis en onze intense aandacht voor alles wat Christus geboden heeft, zal onze vaste overtuiging spreken dat de losprijs van Jezus Gods weg tot redding is. Ja, „er [is] in niemand anders redding”. — Handelingen 4:12.
[Voetnoot]
a Dit jaar komt 1 april overeen met 14 Nisan van het jaar 33 G.T., de datum waarop Jezus stierf. Neem voor de tijd en de plaats van de Gedachtenisviering contact op met de plaatselijke getuigen van Jehovah.
Kunt u zich dit herinneren?
◻ Waarom kunnen mensen geen verzoening doen voor hun zondige toestand?
◻ In welk opzicht is Jezus „een overeenkomstige losprijs”?
◻ Hoe heeft Jezus zijn recht op volmaakt menselijk leven tot ons nut aangewend?
◻ Welke zegeningen ontvangt de mensheid op grond van Christus’ losprijs?
[Illustratie op blz. 15]
Alleen een volmaakt mens — het equivalent van Adam — kon het rechtsevenwicht herstellen
[Illustratie op blz. 16]
Aangezien Jezus het recht had op volmaakt menselijk leven, had zijn dood offerandelijke waarde