Verheug je in het voorrecht van de vakantiepioniersdienst
WAT een kostbaar voorrecht is het Jehovah onze Vader, „de gelukkige God”, te kunnen dienen! (1 Tim. 1:11). Dit is waar, of wij nu een gemeenteverkondiger of een volle-tijdprediker zijn. Zo’n dienst schenkt ons vreugde en verheugt ons hart. Koning David heeft lang geleden verklaard: „In het doen van uw wil, o mijn God, heb ik behagen geschept” (Ps. 40:8). Deze zelfde vreugde werd onder woorden gebracht door Jezus Christus, die zei: „Mijn voedsel is, dat ik de wil doe van hem die mij heeft gezonden en zijn werk voleindig” (Joh. 4:34). Over degenen die zich bij Jezus in zijn bediening aansloten, wordt gezegd dat zij „vreugde” hadden (Luk. 10:17). En wát een vreugde is het, vind je niet?
Een uniek feit met betrekking tot het dienen van Jehovah is dit: hoe meer wij hem dienen des te groter is onze vreugde. Wij hebben dus een natuurlijke, krachtige en onzelfzuchtige reden anderen aan te moedigen hun bediening, zo mogelijk, tot de vakantiepioniersdienst uit te breiden.
Degenen die in de vakantiepioniersdienst zijn geweest, spreken bijna unaniem over de vreugde die zij hebben gehad. Een broeder zegt: „Moge ik deze gelegenheid aangrijpen om de intense vreugde en voldoening te uiten die mijn vrouw en ik deze afgelopen maand in de vakantiepioniersdienst hebben gehad.” Een andere vakantiepionier zegt: „Ik loop gewoon over van vreugde.” Verheug jij je ook in die mate in de dienst van Jehovah? Heb je er in de laatste tijd nog over gedacht te gaan vakantiepionieren?
Waarom velen in de vakantiepioniersdienst gaan
Hoewel de beweegreden waarom sommige verkondigers in de vakantiepioniersdienst gaan, de vreugde is die met pionieren gepaard gaat, geven toch velen meer wat men zou kunnen noemen diepgaandere en dringender redenen op. Zij spreken van „de dringendheid van de tijd”, of een gewetensvol verlangen hun leven meer in overeenstemming met Jehovah’s wil en werk te brengen. De vreugde die uit de volle-tijddienst voortvloeit, valt hun als een onverwachte premie te beurt, een heerlijke verrassing.
Aangezien de opmerkingen van velen die in het vakantiepionierswerk zijn gegaan wellicht jouw eigen gedachten weergeven, zal een beschouwing ervan je misschien in staat stellen de mogelijkheid te vinden je in dit dienstvoorrecht bij hen aan te sluiten. Een broeder uit de Amerikaanse staat Ohio zegt bijvoorbeeld: „Ik besef dat er, zoals de bijbel aantoont, in de korte tijd die er nog rest nog een groot reddingswerk voor ons ligt en de enige manier waarop wij anderen kunnen helpen uit Babylon de Grote te komen, is door de bijbel met hen te bestuderen. Mijn verlangen een bijbelstudie te hebben, is de reden geweest waarom ik ben gaan vakantiepionieren.” Geloof jij dat het einde van dit samenstel nabij is? Wil jij meer mensen helpen uit Babylon de Grote te komen? Heb jij erover gedacht in de vakantiepioniersdienst te gaan?
Een broeder die nu pioniert, zegt: „Ik besefte dat ik veertig uur per week aan werelds werk besteedde dat weldra in Armageddon in rook zou opgaan en dat het niets uithaalde. Ik nam dus ontslag, ging in de vakantiepioniersdienst en werd later gewone pionier.” Sommigen van jullie denken ongetwijfeld net zo over het werken in de wereld. Maar hoevelen van jullie denken erover dit werk één of twee weken aan de kant te zetten om in de vakantiepioniersdienst te gaan?
Tal van jongelui in deze tijd worden gekweld door gedachten over de toekomst. Eén jonge pionier schreef: „In mijn laatste jaar op de middelbare school begon ik ernstig over een carrière te denken. Wetend dat dit oude samenstel snel de vernietiging tegemoetgaat, wilde ik er niet in verwikkeld raken. Ik besloot te gaan pionieren.” Hij ging eerst in de vakantiepioniersdienst en genoot hiervan zó dat hij een gewone pionier werd. Denk jij over een carrière? Heb je ernstig nagedacht over de tijd waarin wij leven en het voorrecht nu in de vakantiepioniersdienst te gaan?
Tijd voor zelfonderzoek
Jehovah waarschuwt ons: „De overgebleven tijd is kort geworden” (1 Kor. 7:29). Het is daarom hoog tijd onder gebed over onszelf na te denken en onze positie voor het aangezicht van Jehovah te onderzoeken. Het is tijd eens goed te kijken wat wij in Jehovah’s dienst kunnen doen.
Een vader met vijf kinderen zegt: „Doordat er van alle kanten druk op mij werd uitgeoefend, was ik er tevreden mee een goede verkondiger te zijn. Nu mijn vrouw al een poosje pionierde, verviel ik in de sleur te geloven dat, als ik het klaar kon spelen haar in de pioniersdienst te houden, er toch niets meer verlangd zou kunnen worden. Ik voelde echter toch de noodzaak meer te doen. . . . Ik ging in april in de vakantiepioniersdienst en besloot te gaan pionieren.” Hij onderwierp zijn leven dus aan een nauwgezet onderzoek en zag kans eerst in de vakantiepioniersdienst te gaan en daarna gewone pionier te worden. Misschien kun jij dit na enig zelfonderzoek ook.
Zelfs zwaar gehandicapte personen hebben met Jehovah’s hulp in de vakantiepioniersdienst kunnen staan, zoals uit de ervaring van een zuster uit Maastricht blijkt. Het gemeentecomité dat haar aanbeveling instuurde, schreef dat zij vanaf haar geboorte zeer gehandicapt was. Zij mist een arm en de andere arm is zeer onvolgroeid. Aan één been draagt zij een prothese; zij moet altijd geholpen worden. Zij heeft echter een fijne geest en heeft Jehovah zeer lief. Nu zij kans zag in de vakantiepioniersdienst te gaan, blaakte zij van levenslust en er werden allerlei regelingen getroffen om haar te helpen in de vakantiepioniersdienst te staan.
Een onderwijzeres uit de staat New York, met een gezin, trachtte zich ermee tevreden te stellen een goede verkondigster te zijn. Zij schrijft: „Doordat er artikelen over pionieren in de Koninkrijksdienst bleven verschijnen, bleef mijn geweten voortdurend knagen. Ik wist dat het schoolbestuur mijn beste krachten kreeg en Jehovah alleen maar wat overbleef. Ik wist dat het beslist andersom diende te zijn, maar daar ik een ongelovige man en een zoontje had, vroeg ik mij af hoe ik ooit zou kunnen pionieren.” Toen zij tijdens het bezoek van de kringdienaar in de vakantiepioniersdienst stond, toonde hij haar aan hoe zij een gewone pionierster zou kunnen worden en dat is zij nu dan ook. Het kan zijn dat jij niet in staat bent zo’n grote verandering aan te brengen, maar wellicht kun je het zo regelen dat je van het jaar in de vakantiepioniersdienst kunt gaan. — Ex. 23:19.
Sommige broeders hebben, toen zij zichzelf nauwkeurig onderzochten, speciaal aandacht geschonken aan hun opdrachtsgelofte en wat deze voor hen betekent. Een dergelijk eerlijk zelfonderzoek heeft tot gevolg gehad dat een aantal van hen in de vakantiepioniersdienst is gegaan en dat enkelen gewone pionier werden. Een jonge broeder zei dat hij, door ernstig over zijn leven na te denken, tot het besef kwam dat hij ’zijn leven aan Jehovah had opgedragen’, hetgeen hem ertoe bewoog de vakantiepioniersdienst op zich te nemen en vervolgens gewone pionier te worden. En luister eens naar wat deze broeder schreef: „De dwingendste reden voor mijn besluit in de volle-tijddienst te gaan, is mijn opdracht aan Jehovah.” Dit is ongetwijfeld een terrein waarop het voor een ieder van ons nuttig zou zijn zichzelf eens aan een onderzoek te onderwerpen, zoals de Schrift ook met de volgende woorden aanraadt: „Blijft beproeven of gij in het geloof zijt, blijft bewijzen dat gij goedgekeurd zijt.” — 2 Kor. 13:5.
Een uitstekende tijd voor de vakantiepioniersdienst
Welke tijd zou beter kunnen zijn om een begin met de vakantiepioniersdienst te maken dan maart en april — twee maanden van speciale activiteit? Op zondag, 22 maart, zal het Gedachtenisfeest worden gevierd. De weken die aan de Gedachtenisviering voorafgaan zijn over het algemeen een en al drukte omdat er een extra krachtsinspanning wordt gedaan mensen uit te nodigen naar de Koninkrijkszaal te komen. Meestal trekken er dan meer verkondigers in de velddienst uit, zodat er geen gebrek aan gezelschap is. Bovendien staat dan voor alle gemeenten op 29 maart de speciale lezing op het programma: „De weg terug tot vrede in het paradijs.” Alleen al het onderwerp wekt het verlangen ernaar te komen luisteren. Deze speciale gebeurtenissen in maart zullen een extra aansporing voor ons zijn overvloedig aan de velddienst deel te nemen, hetgeen zal bijdragen tot de vreugde van hen die dan met de vakantiepioniersdienst beginnen.
Aangezien in de tijd waarin de Gedachtenisviering plaatsvindt op de een of andere manier altijd onze waardering voor Jehovah en zijn regeling voor onze redding toeneemt, zijn in het verleden vele broeders en zusters ertoe bewogen geweest in die tijd in de vakantiepioniersdienst te gaan. Een aantal van hen heeft hun aangelegenheden speciaal voor dit doel zo geregeld dat dit kon. Een opziener in Amerika bericht dat een derde van de verkondigers die maand in de vakantiepioniersdienst heeft gestaan. In een andere gemeente was toen „25 percent van de gemeente van vijfenzestig verkondigers” in de vakantiepioniersdienst. In Rotterdam kon één gemeente een bericht aan het Genootschap opsturen met meer dan 50 vakantiepioniers in april. Je kunt je voorstellen wat een drukte en enthousiasme deze pioniers in de gemeente veroorzaken, en de broeders en zusters vinden het heerlijk! Hoevelen zullen er dit jaar in jouw gemeente in de vakantiepioniersdienst staan? Op welke wijze zouden wij Jehovah en zijn Zoon beter onze dankbaarheid kunnen tonen voor alles wat zij voor ons hebben gedaan? Welke tijd is beter geschikt voor de vakantiepioniersdienst dan de maand maart?
Ook april zal een maand van speciale activiteit zijn. De vaart die het werk in maart krijgt, wordt er dus in april ingehouden. Denk je eens in, dan zullen wij de speciale uitgave van De Wachttoren verspreiden met het actuele hoofdartikel: „De weg terug naar vrede in het paradijs.” Bovendien zal er een speciale uitgave van Ontwaakt! zijn, die niet alleen licht werpt op de schreeuwende behoefte aan orde en wet in de wereld, maar ook duidelijk belicht hoe recht en vrede, orde en zekerheid voor de gehele mensheid hersteld zullen worden. Door in april in de vakantiepioniersdienst te gaan, zul je een groter aandeel aan de verspreiding van deze tijdschriften hebben die rechtgeaarde mensen graag zullen willen nemen.
In april helpen wij meestal ook nieuwe verkondigers een begin met de velddienst te maken. En wat een vreugde is dit altijd! Een vakantiepionier schrijft: „Wat een grote vreugde heb je als je ziet dat je ’aanbevelingsbrieven’ onze medewerkers in het bijeenbrengen van de ’andere schapen’ worden.” Dat eerste toespraakje aan de deur en die eerste verspreiding zijn altijd ontroerende en vaak nooit te vergeten ogenblikken. Deze vreugde kan jouw deel zijn als je nieuwelingen helpt waardering voor dit noodzakelijke vereiste voor hun redding te krijgen. Paulus zegt hierover: „Want met het hart oefent men geloof tot rechtvaardigheid, maar met de mond doet men een openbare bekendmaking tot redding” (Rom. 10:10). Als vakantiepionier zul je meer gelegenheden hebben nieuwelingen te helpen en daarom zal je vreugde groter zijn. — 1 Kor. 15:58.
Velen hebben in het verleden april tot de maand gemaakt om in de vakantiepioniersdienst te staan. Velen van jullie zullen dit ongetwijfeld weer willen doen. Aangezien de speciale activiteiten dit jaar echter in maart beginnen, wil je wellicht proberen om alle twee de maanden, maart en april, in de vakantiepioniersdienst te gaan. Zou het niet een geweldige zegen voor jou en de gemeente zijn als je beide maanden kunt pionieren? Natuurlijk kan alleen jij beslissen of dat mogelijk is. Denk echter positief over deze mogelijkheid na. Vertrouw volkomen op Jehovah’s belofte je te sterken, zoals ook de apostel Paulus heeft gedaan die zei: „Voor alle dingen bezit ik de sterkte door hem die mij kracht verleent.” — Fil. 4:13.
Pas gedoopten die in de vakantiepioniersdienst kunnen gaan
Er bestaat een heel nieuw terrein waaruit waarschijnlijk veel vakantiepioniers kunnen komen, hetgeen reden tot grote vreugde is. In het afgelopen dienstjaar werden er 120.905 nieuwe verkondigers gedoopt. Vóór je doop kwam je nog niet voor de vakantiepioniersdienst in aanmerking. Verreweg de meesten van jullie die het afgelopen dienstjaar werden gedoopt, hebben nog niet in de vakantiepioniersdienst gestaan. Dit dienstvoorrecht staat echter thans voor je open.
Wij moedigen jullie, pas gedoopten, dus aan de vakantiepioniersdienst op je te nemen. Spreek met anderen die dit in het verleden hebben gedaan. Informeer wie nog meer het plan heeft nu in de vakantiepioniersdienst te gaan. Waarschijnlijk kan er iemand worden gevonden met wie je in de velddienst kunt samenwerken. De vakantiepioniersdienst brengt grote vreugden met zich. Een zuster zei: „Ik ben in mijn hele leven nog nooit zo gelukkig geweest als sinds ik in de vakantiepioniersdienst ben gegaan.” Een broeder schrijft: „Ik heb mijn eerste hap van de vakantiepioniersdienst genomen. Hij smaakte zó goed dat ik een grotere hap wilde nemen. Nu ben ik een gewone pionier.” Dus „proeft en ziet dat Jehovah goed is” (Ps. 34:8). Als je kunt, tref dan regelingen om in de vakantiepioniersdienst te gaan.
Je gezin kan je wellicht helpen in de vakantiepioniersdienst te staan
Menig theocratisch gezin zou het fijn vinden als één of meer van hen in de vakantiepioniersdienst konden gaan. Misschien kan jouw gezin deze vreugde smaken. Een zuster schrijft: „Mijn gezin heeft mij geholpen in de vakantiepioniersdienst te staan.” Misschien kan jouw gezin je helpen dit ook te doen.
Een broeder die opziener is, schrijft: „Aangezien wij niet in staat zijn te pionieren, willen wij heel graag onze vrouwen helpen een aandeel aan dit dienstvoorrecht te hebben.” Wellicht denken jullie mannen er net zo over, zusters. Heb je het hem gevraagd? Een zuster schrijft: „Ik heb vier kinderen. Hun goede samenwerking en ook die van mijn man, heeft het mij mogelijk gemaakt deze speciale maand in de vakantiepioniersdienst te staan.” Wellicht werkt jouw gezin ook samen zodat ook jij in de vakantiepioniersdienst kunt gaan. Waarom zou je het hun niet vragen?
Waarom zouden jullie, ouders en kinderen, niet samen overleggen om te zien of één of meer van jullie in maart en april niet in de vakantiepioniersdienst kunnen gaan? Het is verbazingwekkend wat er met een beetje overleg gedaan kan worden. In één geval regelde een vader van tien kinderen het zo dat elk van zijn kinderen in de loop van het jaar in de vakantiepioniersdienst kon gaan en allen werkten hiertoe samen. De resultaten waren fijn. De drie oudste kinderen zijn thans in de speciale pioniersdienst. Degene die pas van school is gekomen, gaat in de gewone pioniersdienst, terwijl de moeder en de jongste kinderen in de zomermaanden in de vakantiepioniersdienst blijven. Zou het niet geweldig zijn als jouw gezin op dezelfde wijze samenwerkte? Wat een zegen zou dat zijn!
De vakantiepioniersdienst — een aanloop
De vakantiepioniersdienst is een natuurlijke aanloop voor de grotere vreugden en voorrechten van de gewone pioniersbediening. Een zuster uit Ohio schrijft: „Na vijf maanden in de vakantiepioniersdienst te zijn geweest, besefte ik dat ik er niet mee kon ophouden. Pionieren was bij mij gaan horen en het was te heerlijk om er weerstand aan te bieden.” Een broeder uit Florida schreef: „De vreugde en voldoening die die paar hele dagen in de vakantiepioniersdienst mij schonken, deden het sterke verlangen in mij groeien mij de gewone pioniersdienst ten doel te stellen.”
Wellicht ben jij, als vakantiepionier, dezelfde mening toegedaan. Heb je erover gedacht gewone pionier te worden? Wellicht bemerk je, zoals zovelen, dat het niet zo zwaar is als je dacht. Een zuster in Virginia zegt: „Ik vond de vakantiepioniersdienst niet zo zwaar en daarom pionieren mijn dochter en ik nu samen en wij genieten van elke minuut.” Zij voegt er nog aan toe: „De vakantiepioniersdienst is een prachtige aanloop voor de gewone pioniersdienst.” En zo is het ook. Als je elk jaar een aantal maanden in de vakantiepioniersdienst kunt gaan, zul je, met wat extra moeite, wellicht in de gewone pioniersdienst kunnen gaan. Vertrouw volkomen op Jehovah en hij zal je krachtsinspanningen zegenen.
De zegeningen van pionieren
Gods Woord verzekert ons: „De zegen van Jehovah — díe maakt rijk” (Spr. 10:22). De zegenrijke uitwerking van de volle-tijddienst is het levende bewijs van dit feit.
Een zuster uit Florida schrijft: „Niet alleen ik, maar ook mijn hele gezin heeft voordeel van de vakantiepioniersdienst getrokken. Ik heb zes kinderen, en een man die niet in de waarheid is.” Een broeder zegt: „Een van de dingen waarvan ik in de vakantiepioniersdienst genoot, was met mijn vrouw in de bediening samen te werken. Ik kan haar bekwaamheid nu beter waarderen.” Een vader die in de vakantiepioniersdienst was, zei: „Mijn zevenjarige zoontje ging bijna dagelijks met mij mee in de dienst. Dit was stellig een grote vreugde en het was een zegen voor mij extra tijd te hebben hem op te leiden en te helpen Jehovah beter te dienen.” Zijn dit niet werkelijk rijke zegeningen?
Enkelen vonden dat hun gezondheid in de vakantiepioniersdienst vooruitging. Een arts vertelde een zuster op middelbare leeftijd dat zij nog maar korte tijd te leven had. Hij zei haar zelfs in welke maand zij kon verwachten te sterven. Zij was hiervan zo overtuigd dat zij haar eigen doodkist kocht en de begrafenis regelde. Voordat zij stierf, wilde zij echter in de vakantiepioniersdienst gaan. Zij deed dit. Haar arts verklaarde daarna dat zij buiten gevaar was. Er zijn nu vier jaar verstreken en zij verheugt zich nog altijd in de pioniersdienst.
Een andere zuster kreeg van haar arts te horen dat zij niet meer veel zou kunnen lopen, omdat zij „duizelingen, een gaatje in haar hart en een slecht been” had. Deze zuster ging echter pionieren en zij zegt: „Pionieren heeft mij geestelijk geholpen en heeft ook verbetering in mijn toestand gebracht.”
Wat ook de reden voor hun betere gezondheid mag zijn, of het nu lichaamsbeweging, frisse lucht, een emotionele prikkel of geestelijke versterking was — hetgeen inderdaad een gezonder lichaam en een gezondere geest tot gevolg kan hebben — één ding staat vast: pionieren heeft geholpen. — Spr. 17:22.
Ja, pionieren helpt op velerlei manieren, zoals de broeders en zusters getuigen: „Ik voelde mij er veel dichter door bij Jehovah’s grootse organisatie”; „het heeft mij geholpen tot christelijke rijpheid voort te gaan”; „het heeft mij geholpen een doeltreffender en georganiseerdere verkondiger te zijn”; „het heeft mij laten zien wat echte vreugde is”; „het heeft mij meer vertrouwen en geloof gegeven” en „wat een geneesmiddel tegen neerslachtigheid!” Zijn deze zegeningen niet de moeite waard om over na te denken?
Pionieren is werkelijk een voorrecht! Het geeft allen niet alleen kostbare gelegenheden zich zo volledig mogelijk aan te bieden, doch brengt ook rijke zegeningen mee. Tracht daarom als je kunt op zijn minst eenmaal per jaar in de vakantiepioniersdienst te gaan.
Wat ga jij in maart en april doen, als Jehovah’s organisatie haar krachtsinspanningen voor een groter getuigenis verhoogt? Kun jij je in het voorrecht verheugen Jehovah als vakantiepionier te loven? Hun die dat doen, wacht een rijke zegen (Mal. 3:10). „Looft Jah, want het is goed onze God te bezingen met melodieën — lofzang is passend.” „Al wat adem heeft, love Jah.” — Ps. 147:1; 150:6.