Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • km 8/70 blz. 3
  • Ongekende gelegenheden

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Ongekende gelegenheden
  • Koninkrijksdienst 1970
  • Vergelijkbare artikelen
  • Van huis tot huis getuigenis geven
    Onze Koninkrijksdienst 2006
  • Het van-huis-tot-huiswerk — Waarom nu belangrijk?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2008
  • In de vreugde van de van-huis-tot-huisprediking delen
    Onze Koninkrijksdienst 1978
  • Het goede nieuws aanbieden — Het van-huis-tot-huiswerk werpt persoonlijke voordelen af
    Onze Koninkrijksdienst 1981
Meer weergeven
Koninkrijksdienst 1970
km 8/70 blz. 3

Ongekende gelegenheden

1 Heb je opgemerkt hoe verslechterende wereldtoestanden het tegenwoordig gunstiger hebben gemaakt de waarheid met de mensen te bespreken? Het is waar dat velen niet naar onze boodschap luisteren, maar dat bewijst slechts dat het scheidingswerk wordt voltrokken (Matth. 25:31-46). En wij verheugen ons erover dit te zien, niet waar? Maar wat gebeurt er wanneer wij degenen ontmoeten die rechtvaardig gezind zijn? Tonen zij niet dat zij graag met ons spreken en dat zij antwoord op hun vragen willen hebben? Werkelijk, het is de tijd van ongekende gelegenheden om getuigenis over Jehovah’s koninkrijk te geven. Hoe gelukkig kunnen wij zijn dat wij in zo’n tijd leven!

2 Onze hemelse Vader Jehovah heeft wijselijk in de van-huis-tot-huisbediening voorzien als het doeltreffendste middel om te onderzoeken welke personen het waard zijn onze boodschap te ontvangen. In het Lamp-boek staat op bladzijde 80: „Dit is een soort van werk waar elk van ons bekwaam toe is, want het houdt in dat wij slechts met één of twee personen tegelijk spreken en het is tevens de beste manier om er zeker van te zijn dat niemand die hongert en dorst naar rechtvaardigheid over het hoofd wordt gezien.” — Matth. 5:6.

3 Sommige kring- en districtsdienaren in verschillende delen van het land vertellen ons echter dat de ondersteuning van het van-huis-tot-huiswerk afneemt, en vooral gedurende de weekeinden. Hoe komt dit, broeders? Verliezen sommigen van ons hun waardering voor dit onderdeel van onze bediening? Zijn wij Paulus’ woorden in Handelingen 20:20 vergeten betreffende het onderwijzen van huis tot huis? Zien wij over het hoofd dat de beste manier om de mensen te bereiken is door hun thuis op te zoeken? — Matth. 10:11-13.

4 Het is waar dat het predikingswerk onder leiding van engelen geschiedt, en hoe druk moeten de engelen thans wel bezig zijn om het werk te leiden! (Matth. 24:31; Openb. 14:6, 7) De vraag is echter: Hebben wij persoonlijk een volledig aandeel aan het werk? Denk eens aan welk een zegen wij zouden missen als wij geen volledig aandeel aan de van-huis-tot-huisbediening zouden hebben, vooral wanneer wij weten dat dit werk volledig door Jehovah en zijn heilige engelen wordt ondersteund (1 Kor. 3:9). Deze wetenschap dient ons stellig met zulk een moed en ijver te bezielen dat geen enkele hinderpaal, hoe groot ook, ons ertoe zal kunnen brengen het kalmer aan te doen of niet langer voort te gaan met het werk.

5 De meesten van ons willen een aandeel hebben aan het van-huis-tot-huiswerk. Wij hebben de juiste beweegreden met betrekking tot Jehovah en met schapen te vergelijken mensen. Sommigen zijn misschien echter wat terughoudend omdat zij niet zeker weten wat zij moeten zeggen. Indien dit zo is, waarom maak je dan geen afspraak met je boekstudiedienaar of een andere dienaar zodat je dit prachtige voorrecht kunt smaken. Als dienaren het voorbeeld stellen en de leiding nemen in het van-huis-tot-huiswerk, zal dit een grote zegen voor de gemeente tot gevolg hebben (Matth. 11:1). Als er van tevoren afspraken worden gemaakt, misschien om dat weekeinde samen in de dienst te gaan, kan er geleidelijk veel goeds tot stand worden gebracht op het gebied van de opleiding in het van-huis-tot-huiswerk. Als je niet zoveel tijd kunt besteden, doe dan wat je kunt, want dit is Jehovah stellig welgevallig. — Luk. 21:2-4.

6 Sommigen van onze broeders hebben ’s morgens vergaderingen en hebben de zondagmiddag een geschikte tijd gevonden om aan de van-huis-tot-huisbediening deel te nemen. De mensen zijn ontspannen en dikwijls goed gemutst en het is bij zulke gelegenheden gemakkelijk om met hen te praten. Heel wat van onze broeders hebben ’s avonds een uitstekende tijd gevonden om aan het van-huis-tot-huiswerk deel te nemen en er hebben zich veel gelegenheden voorgedaan om huisbijbelstudies op te richten, door welk werk wij geholpen worden discipelen te maken.

7 Sommige verkondigers hebben tegenover de kring- en districtsdienaren verklaard dat zij aan het einde van de week te moe zijn om aan de van-huis-tot-huisbediening deel te nemen. Het is waar dat wij in een wereld leven waarin constant druk op ons wordt uitgeoefend. Wij allen worden bij tijden moe, niet waar? Maar wij weten hoeveel wij kunnen doen en daarom doen wij wat wij kunnen. Het punt is dat als wij in ons leven plaats maken voor deze dienst en beseffen dat het een werk is dat nimmer herhaald zal worden, wij stellig de juiste geestesgesteldheid ten aanzien van deze tak van dienst zullen hebben. In sommige opzichten is de velddienst ook een middel tegen moeheid. Het is een geneesmiddel. Het schenkt ons een goede gemoedsgesteldheid zodat wij in werkelijkheid geestelijk en dikwijls ook lichamelijk verkwikt uit de velddienst thuiskomen.

8 In bijbelse tijden brachten onze broeders Jeremia, Ezechiël en Jesaja boodschappen aan de natie Israël. Zij waren de profeten van Jehovah in hun tijd. Aan sommigen van deze profeten, zoals Jeremia, werd van tevoren gezegd dat niemand naar hun boodschap zou luisteren. Jehovah zei: „Gij moet al deze woorden tot hen spreken, maar zij zullen niet naar u luisteren; en gij moet tot hen roepen, maar zij zullen u niet antwoorden” (Jer. 7:27). Welnu, zou iemand tot wie wij tegenwoordig prediken, nog onontvankelijker kunnen zijn? Toch ging Jeremia, ondanks de houding van die Israëlieten, door. Wat een prachtig voorbeeld is dit voor ons om te volharden in een voldoening schenkend werk dat onbeperkte gelegenheden biedt om in deze tijd getuigenis omtrent het Koninkrijk te geven!

9 Wij leven thans in de „tijd van het einde”. Er moet onderzocht worden wie het waard zijn de boodschap te ontvangen zodat zij in de „grote verdrukking” niet zullen vergaan (Matth. 10:11). Het zijn thans de laatste dagen voor dit oude samenstel en voor een nimmer terugkerend werk van huis tot huis.

10 Een ervaring die zich onlangs in Brooklyn heeft voorgedaan, helpt ons te beseffen welke invloed ons van-huis-tot-huiswerk op de mensen heeft. Een oudere heer zei tot een van onze broeders die van huis tot huis ging: „Ik heb grote bewondering voor jullie, zowel jong als oud jullie zijn de enigen die de moed hebben om met jullie religieuze boodschap van huis tot huis te gaan.” Ja, de van-huis-tot-huisbediening identificeert ons als Jehovah’s ware dienstknechten en stelt rechtgeaarde mensen in de gelegenheid het christendom in werking te zien. Heb jij persoonlijk een volledig aandeel aan dit voorrecht van dienst?

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen