In de vreugde van de van-huis-tot-huisprediking delen
1 Door welke predikingsmethode ben jij voor het eerst met de waarheid in aanraking gekomen? Was jij één van de 9.000.000 personen die in 1914 het Photo-Drama der Schepping hebben gehoord en gezien? Of heb je de waarheid gehoord door middel van de radio of door geluidswagens? Hebben je ouders, familieleden of vrienden je als eersten met het goede nieuws benaderd? Of kwam je door de van-huis-tot-huisprediking met Jehovah’s Getuigen in contact? Zonder twijfel zouden velen van ons zeggen: „Er kwam een Getuige bij mij aan de deur.”
2 Jezus, de apostelen en de vroege discipelen hebben allen het initiatief genomen om mensen het goede nieuws te brengen door naar hun huizen te gaan (Matth. 24:14). En nu heeft Jehovah’s volk meer dan 50 jaar lang soortgelijke krachtsinspanningen in het werk gesteld. In hun verlangen allen te bereiken hebben zij honderden miljoenen uren eraan besteed mensen in hun huizen op te zoeken. De voortreffelijke resultaten over de jaren getuigen van de wijsheid van deze methode van prediken. — Matth. 11:19.
3 Het hoogste gerechtshof van de Verenigde Staten heeft deze predikingsmethode erkend toen het stelde: „Prediken van huis tot huis is een eeuwenoude methode om proselieten te maken. . . . Eeuwenlang is het in dit en ook in andere landen een normale praktijk geweest dat personen die daartoe niet specifiek uitgenodigd waren, van huis tot huis gingen en op de deur klopten of aanbelden. . . .”
4 Een groot deel van zijn leven brengt men in en rondom zijn huis door. Zou iemand thuis niet gemakkelijker luisteren naar wat je te zeggen hebt, omdat hij geen zakelijke aangelegenheden aan zijn hoofd heeft? Wanneer wij in het van-huis-tot-huiswerk tot individuele personen of tot een paar gezinsleden tegelijk spreken, kunnen wij onze hulp veelal meer op hun persoonlijke behoeften afstemmen door hun vragen en tegenwerpingen te beantwoorden. Dit opent de weg voor nabezoeken en bijbelstudies.
5 Heeft Jezus niet gezegd: „Maakt discipelen van mensen uit alle natiën”? (Matth. 28:19) Dat wij van huis tot huis getuigenis geven, toont niet alleen aan dat wij gehoorzaam zijn en liefde voor God en onze naaste hebben, maar er blijkt ook uit dat onze liefde niet partijdig is, omdat we iedereen in ons gebied bezoeken.
6 Zou je meer ijver voor de dienst willen hebben? Probeer dan geregeld iedere maand een aandeel aan het van-huis-tot-huiswerk te hebben. Is het niet zo dat de ijverigste verkondigers in de gemeente zich regelmatig met deze vorm van prediking bezig houden?
7 Sommigen menen misschien dat er niet zoveel de nadruk wordt gelegd op de dienst van huis tot huis omdat de gebieden vaak genoeg bewerkt worden. Het is waar dat op vele plaatsen de gebieden regelmatig met tijdschriften en andere lectuur worden bewerkt. Maar hebben wij werkelijk al iedereen bereikt wiens hart en geest voor de bijbelse waarheid openstaan? Met betrekking tot een vrouw aan wie Paulus getuigenis gaf, zegt het verslag: „Jehovah opende haar hart wijd, zodat zij aandacht schonk aan de dingen die door Paulus werden gezegd.” — Hand. 16:14.
8 Er zijn heel wat uitspraken waaruit de vreugde klinkt van degene die deelnemen aan deze tak van dienst. Een broeder zegt: „Ik heb er moeite mee op gang te komen in het van-huis-tot-huiswerk. Als ik dan op gang ben, heb ik er zoveel plezier in dat ik er niet mee kan ophouden.” Een andere verkondiger zegt: „Ik voel dat dit mij krachtig houdt in de waarheid.” Een pionierster merkt op: „Ik wil altijd zo gauw mogelijk in het gebied zijn, want ieder huis is net een verrassingspakket. Wat zullen er voor mensen in zitten?”
9 In juli hebben we abonnementen aangeboden en wat zal het fijn zijn om in augustus weer met een boekenaanbieding van huis tot huis te kunnen werken.