Reinheid strekt God tot eer
1 Een van de opvallende kenmerken van de Mozaïsche wet waren de vereisten met betrekking tot reinheid. Ze onderscheidden de natie Israël als een volk dat, om hun God op juiste wijze te aanbidden, zichzelf lichamelijk en geestelijk rein moest houden (Ex. 30:17-21; Lev. 11:35, 36; 15:1-11; Jes. 52:11). Zolang de wetten getrouw werden nageleefd, strekte hun reine toestand niet alleen God tot eer maar droeg ook bij tot de gezondheid van de natie.
2 Ook in deze tijd is reinheid een kenmerk van Jehovah’s volk. Menig zaalhouder heeft opgemerkt dat zijn gebouw nadat Jehovah’s getuigen er een vergadering hadden gehouden, schoner was dan ooit daarvoor. Maar hoewel reinheid Jehovah’s volk als groep kenmerkt, kunnen wij ons toch afvragen of dit ook voor een ieder van ons individueel opgaat. Of wij nu tot een van de vele nieuwelingen behoren die met de gemeente verbonden zijn, of wij nu jong of oud zijn, onze bezorgdheid voor netheid en reinheid weerspiegelt onze waardering voor Jehovah’s Woord.
3 Laten wij eerst eens naar ons huis kijken. Wij zouden niet willen dat het afbreuk doet aan de schitterende boodschap die wij brengen, niet waar? Het zou van onze zijde werkelijk tegenstrijdig lijken tot onze buren te prediken over ons toekomstige werk deze aarde in een wereldomvattend paradijspark te veranderen, als wij bijvoorbeeld een tuin zouden hebben met een kapot hek, overwoekerd door onkruid en altijd vol liggend met afgedankte autobanden, kapot speelgoed en andere dingen. Of iemand zou, als hij ons huis binnenkomt en hem dan allerlei onaangename luchtjes tegemoet komen vanwege gebrek aan reinheid, of als hij het in een voortdurend rommelige toestand ziet, van mening kunnen zijn dat wij Gods zienswijze ten aanzien van reinheid niet volledig respecteren. Er is geen geld voor nodig om schoon en ordelijk te zijn, maar het vergt wel tijd en krachtsinspanningen.
4 En hoe staat het met de auto of de fiets die wij voor de velddienst gebruiken? Is onze auto van binnen en buiten redelijk schoon? Maken wij onze auto of fiets van tijd tot tijd schoon, zoals wij dat ook met ons huis dienen te doen, zodat daardoor geen ongunstig licht wordt geworpen op de belangrijkheid van de Koninkrijksboodschap?
5 Misschien zou het ook geen kwaad kunnen, aandacht te schenken aan onszelf en onze kleding. Zijn wij netjes en schoon, zodat wij niet onaangenaam zijn voor anderen? Redelijke reinheid en hygiëne kunnen worden gehandhaafd door onszelf en onze kleren met mate maar geregeld te wassen.
6 Maar als een verkondiger nu eens onverschillig is en zijn kleding, zichzelf of zijn huis laat vervuilen, zodat dit werkelijk smaad brengt op Jehovah en de gemeente? Misschien is het iemand die wegens zijn ouderdom eenvoudig wat liefdevolle hulp nodig heeft om voor dergelijke dingen zorg te dragen. Of misschien is de persoon zich er niet van bewust hoe hij er in de ogen van anderen uitziet. Ouderlingen kunnen dergelijke personen tactvol raad geven, waarbij zij ervoor zullen zorgen de broeders en zusters geen eigenmachtige maatstaven met betrekking tot reinheid of kleding op te leggen. Of onze kleding nu oud is of nieuw, wij kunnen netjes en schoon zijn zodat de mensen, wanneer wij hun getuigenis geven, aandacht zullen schenken aan de boodschap en niet aan ons uiterlijk.
7 Onze Koninkrijkszalen zitten vol met pasgeïnteresseerde personen die zijn uitgenodigd om van het geestelijke feestmaal te genieten dat daar geboden wordt. In de meeste gevallen zijn wij er niet terughoudend in een geïnteresseerde uit te nodigen naar de Koninkrijkszaal te komen, omdat de zalen aantrekkelijk en netjes zijn. Het vereist evenwel werk om ze zo te houden. Als je in jullie Koninkrijkszaal rondkijkt, zijn de muren, de vloer en de stoelen dan schoon? Worden de toiletten geregeld schoongemaakt? Hoe staat het met de fietsenstalling? Kun jij zeggen dat je hieraan een aandeel hebt gehad door te helpen toen het jouw beurt was om aan het schoonmaken of opknappen van de Koninkrijkszaal deel te nemen?
8 Zonder een woord te spreken, kunnen wij veel doen om God te verheerlijken door er zelf altijd netjes en schoon uit te zien en door tevens ons huis, onze auto, onze fiets en onze Koninkrijkszaal netjes en schoon te houden. Op deze wijze zullen wij degenen tot wie wij in de gemeenschap prediken, geen reden tot struikelen geven. En onze levenswijze zal als een levend getuigenis dienen dat wij Jehovah’s opgedragen volk zijn, en aldus tot zijn lof en heerlijkheid bijdragen. — 2 Kor. 7:1.
[Inzet op blz. 4]
Reinheid strekt God tot eer