Het goede nieuws aanbieden — Wanneer mensen zeggen: „Ik heb geen belangstelling”

¹ Wat zeg jij tegen een huisbewoner die onmiddellijk tegen je zegt dat hij geen belangstelling heeft? Als deze tegenwerping gemaakt wordt, moeten wij onderscheidingsvermogen gebruiken. Als je kunt vaststellen om welke reden de huisbewoner deze opmerking maakt en dienovereenkomstig kunt antwoorden, zul je er waarschijnlijk wel in slagen met je aanbieding van het goede nieuws verder te gaan. Vraag jezelf af: Hoe zegt hij het? Onvermurwbaar? Oprecht? Vastberaden? Hoe is de klank van zijn stem, zijn houding of optreden? Eén of meer van deze dingen kunnen een aanwijzing zijn van hetgeen er in zijn hart leeft.

² Hoewel wij ons niet zonder meer willen laten afschepen, zouden wij, als wij te veel aanhouden of „opdringerig” zijn, een ongunstige indruk kunnen achterlaten, wat het voor de volgende Getuige die aan de deur komt, moeilijker zal maken.

³ Als je bemerkt dat de huisbewoner niet met je wil praten, kun je wellicht eenvoudig een strooibiljet achterlaten. Doet hij zijn bewering niet zo krachtig, dan zou je misschien kunnen vragen: „Stelt u er belang in te weten waarom iemand die u niet kent bij u aan de deur komt, te meer daar u ongetwijfeld beseft dat het niet gemakkelijk is om dit te doen? [Pauzeer voor antwoord.] Alvorens weg te gaan zou ik graag als antwoord deze ene schriftuurlijke gedachte bij u willen achterlaten.”

⁴ Eén broeder probeert een gesprek op gang te brengen door te vragen: „O, u hebt Jehovah’s Getuigen zeker vaker aan de deur gehad?” Hij zegt: „Als zij met Ja antwoorden, is dat het begin van een gesprek!” Als de huisbewoner zegt dat hij nog steeds geen belangstelling heeft, gaat de broeder naar de volgende deur. Een andere broeder antwoord: ’Velen zeggen dat, maar mogelijk heeft het uw belangstelling te weten dat nu heel binnenkort alle goddeloosheid van de aarde verwijderd zal worden. Kijkt u maar eens wat hier staat . . .’ Op deze manier probeert hij belangstelling op te wekken.

⁵ Wanneer de huisbewoner jou als een van Jehovah’s Getuigen herkent, zou je kunnen zeggen: ’Ik heb bemerkt dat sommige mensen weinig belangstelling voor andere religies hebben, maar velen hebben wel belangstelling voor de bijbel. [Pauzeer.] Over dat boek kwam ik met u spreken.’ Een ander antwoord zou kunnen zijn: ’Uw opmerking is niet vreemd, want er is tegenwoordig een algemeen gebrek aan belangstelling voor religie, maar dat wil daarom nog niet zeggen dat u geen belangstelling voor de bijbel zelf hebt, niet waar? Veel mensen die wij ontmoeten stellen nog steeds vertrouwen in de bijbel.’

⁶ Sommigen vinden het nuttig om zèlf voordat de huisbewoner dit doet, met de tegenwerping te komen door te zeggen: ’Ik zoek mensen die God en hetgeen hij te zeggen heeft nog steeds liefhebben in een tijd waarin velen zeggen dat zij daar geen belangstelling voor hebben.’

⁷ Deze suggesties kunnen aan jouw persoonlijkheid aangepast worden zodat ze natuurlijk voor je zijn. Wanneer je dergelijke tegenwerpingen behandelt, toon dan door je houding dat je als vriend aan de deur komt en voor de huisbewoner als persoon belangstelling hebt. Een belangstellende, vriendelijke stem zal de huisbewoner vaak ontspannen. Ook als je hem ertoe kunt brengen zichzelf te uiten, zal dit hem minder afwerend maken.

⁸ Onze zorg gaat er naar uit Gods „schapen” te vinden, en de manier waarop wij dit doen dient redelijke mensen aan te trekken.