Het goede nieuws aanbieden — Aan volslagen vreemden
Voor velen van ons is het erg moeilijk om op het huis van een volslagen vreemde af te gaan om over de bijbel en Gods koninkrijk te spreken. Met een vriend, een buurman, een familielid te praten, iemand die we kennen, is lang niet zo moeilijk als tegen een vreemde te praten. Als hulp om ons erop voor te bereiden dit evangelisatiewerk onder vreemden te doen, kunnen de volgende vragen en antwoorden nuttig zijn.
1. Wat is het belangrijkste punt om in gedachten te houden? In gebed Jehovah vragen of zijn hulp en zegen ons mogen vergezellen terwijl we zijn wil trachten te doen.
2. Hoe ga je naar de deur toe? We moeten de juiste instelling hebben. Dit betekent dat we niet voorbarig over de huisbewoner willen oordelen. Dit zouden wij onbewust kunnen doen door te denken dat de buurt waarin hij woont, de overheersende godsdienst in dat gebied of de algemene kijk van de mensen automatisch betekenen dat deze onbekende aan de deur niet geïnteresseerd zal zijn in wat wij te zeggen hebben. In plaats daarvan willen we iedereen bezien als een mogelijke vriend, die belangstelling heeft voor het goede nieuws dat wij brengen, terwijl we het resultaat en het oordeel in de handen van Jehovah laten. Als we deze kijk bezitten, voelen we ons beslist meer op ons gemak.
3. Waarmee beginnen we ons gesprek? Met iets dat voor de onbekende persoon die je tegenover je hebt, een aanmoediging kan zijn. Een hartelijke groet bijvoorbeeld, een opmerking over het weer, of over zijn huis als dat netjes en goed onderhouden is, iets dat toont dat we geïnteresseerd zijn in degenen met wie we spreken. Zet dan op een vriendelijke wijze het doel van ons bezoek uiteen. Als Onderwerp voor gesprekken vinden we deze maand de suggestie te beginnen met gedachten die gebaseerd zijn op Psalm 119:105. Het zou passend kunnen zijn om tegen de huisbewoner te zeggen dat wij als mensen allemaal op iemand of iets als gids vertrouwen. We zouden kunnen vragen: „Hebt u ooit gedacht over de gids die God de Almachtige ons heeft gegeven als hulp om de problemen van het leven het hoofd te bieden?”
4. Wat is de volgende stap? Betrek op dit punt als dat enigszins mogelijk is, de onbekende in het gesprek. Vraag zijn mening. Als hij daartoe bereid is, laat hem zich dan uiten. Je hoeft je niet bezorgd te maken dat jij alleen aan het woord moet zijn. Wees een goede luisteraar. Ook als zijn kijk tegengesteld is aan die van jou, hoeft dat geen probleem te zijn. Je bent daar niet om te redetwisten maar om aan te bieden hem te laten zien wat Gods Woord zegt.
5. Wat te doen als er een vraag wordt gesteld waarop je het antwoord niet weet? Als dit gebeurt, hoef je nergens bang voor te zijn. Zeg ronduit dat je het antwoord niet weet, maar dat je het zal uitzoeken en dat je terugkomt om door te geven wat je voor hem te weten bent gekomen. Dit kan de weg openen voor een voortreffelijk nabezoek. Als we iets niet weten, hebben we alle reden om dat toe te geven. Vaak maakt onze eerlijkheid indruk op de huisbewoner en het kan ertoe leiden dat hij wanneer we terugkomen, opmerkzamer luistert.
6. Wat te doen wanneer de huisbewoner onbeleefd is, beslist geen belangstelling heeft? Wij kunnen geen beter advies geven dan er in Gods Woord gevonden wordt. „Een zacht antwoord keert woede af” (Spr. 15:1). „Uw redelijkheid worde aan alle mensen bekend” (Fil. 4:5). Omdat we redelijk zijn, zullen we hun afwijzing niet als een persoonlijke belediging opvatten, maar ons realiseren dat de reden heel goed kan zijn dat zij niet de waarde beseffen van wat wij brengen. We kunnen op een hoffelijke wijze weggaan, waarbij we vriendelijkheid blijven tonen, en dit heeft misschien een goede uitwerking op de persoon. — Vergelijk Kol. 4:6.
7. Welk doel hebben wij bij ons evangelisatiewerk? Ons doel is het goede nieuws van het Koninkrijk te prediken, en discipelen te maken van mensen uit alle natiën en hen te onderwijzen (Matth. 24:14; 28:19, 20). Ons succes hangt niet af van wat wij aan lectuur verspreiden, hoewel wij natuurlijk weten dat dat inderdaad een zegen zou zijn voor hen die ontvankelijk zijn. Overeenkomstig de waarheid te leven, terwijl wij het Woord der waarheid onder vreemden verbreiden, is wat Jehovah veel lof verschaft.