Kun jij een aandeel hebben aan het maken van discipelen?
1 Zoals degenen die bekend zijn met de werkzaamheden op een boerderij, goed zullen weten, ploegt, egt en beplant een boer elke lente zijn velden. Daarna moet hij het gewas verzorgen, water geven en onkruid wieden. Aldus maakt hij alles klaar om de grootst mogelijke oogst binnen te halen. Evenzo moet een Koninkrijksverkondiger die een volledig aandeel in het van-huis-tot-huiswerk heeft, verdere pogingen doen om de belangstelling die door verschillenden is getoond, op te kweken.
2 Het is waar dat sommige mensen als het ware ’uit zichzelf in de waarheid komen’. Maar de meeste belangstelling moet zorgzaam worden gekweekt en gevoed. Toch zeggen sommigen dat zij niet in staat zijn om interesse op te wekken en studies op te richten en te leiden. Betekent dit dat zulke verkondigers geen aandeel kunnen hebben aan het maken van discipelen?
ALLEN KUNNEN EEN AANDEEL HEBBEN
3 Jezus zei tot „meer dan vijfhonderd broeders” die blijkbaar in Galiléa bijeen waren toen hij na zijn opstanding aan hen verscheen: „Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, . . . leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb” (1 Kor. 15:6; Matth. 28:10, 19, 20). Wijst het feit dat deze ongeveer 500 broeders ongetwijfeld zowel mannen als vrouwen en misschien zelfs kinderen omvatten, er niet op dat allen thans in het maken van discipelen kunnen delen? Eén oudere zuster uit Pennsylvania die niet goed Engels spreekt en de taal in het geheel niet kan lezen, heeft niettemin een aandeel aan het oprichten van bijbelstudies. Hoe doet zij dit?
4 Zij werkt van huis tot huis met een doel in gedachten. Haar doel is niet alleen maar lectuur achter te laten, hoewel zij heel veel verspreidt. Zij legt werkelijke bezorgdheid aan de dag voor het welzijn van de mensen met wie zij spreekt. Huisbewoners waarderen haar in het oog springende oprechtheid en vriendelijkheid. Zij belooft terug te komen, en doet het ook. Maar zij neemt een verkondiger mee die ervaren is in het leiden van bijbelstudies. Misschien kunnen er dan regelingen voor een bijbelstudie worden getroffen. Enkele van deze personen zijn in de waarheid gekomen. Zijn jullie het er niet mee eens dat, hoewel deze oudere zuster vanwege haar beperkingen geen studies leidt, zij een belangrijk aandeel aan het maken van discipelen heeft?
5 Op dezelfde manier kunnen kinderen een aandeel aan het maken van discipelen hebben. Het is waar, niet allen zijn er misschien toe in staat met succes bijbelstudies te leiden. Toch kunnen allen er een aandeel aan hebben mensen te helpen de levengevende wateren van waarheid te ontvangen. — Vergelijk 2 Koningen 5:2-15.
6 Hoe jonge verkondigers de hulp van anderen kunnen inroepen bij het maken van discipelen wordt bewezen door de ervaring van een jonge verkondiger in Italië. Vanwege zijn voorbeeldige gedrag op school werd hem een insigne toegekend waarop een kruis stond. De jongen bedankte zijn lerares, maar legde uit dat hij de beloning niet kon aanvaarden omdat het kruis een heidens symbool is. De lerares zei dat dit onmogelijk was. Derhalve bood de jongen aan het zijn moeder te laten uitleggen. Er werd een bijbelstudie opgericht en zowel de lerares als haar kinderen reageerden gunstig en kwamen in de waarheid. Het is zeker dat deze jonge verkondiger ook een aandeel had in het maken van discipelen, nietwaar?
7 Het is een feit dat iemand niet heel veel van de waarheid hoeft te weten om een aandeel aan het maken van discipelen te hebben. De sleutel is liefde te bezitten voor wat men wel weet, alsook de wens dit met anderen te delen. Een vijfjarig Canadees meisje, wier moeder met Jehovah’s Getuigen de bijbel bestudeerde, vond hetgeen haar moeder haar uit het Paradijs-boek voorlas zo geweldig dat zij erop stond dat haar baby-sitter haar eveneens het boek voorlas. Hoe meer deze baby-sitter, die zelf nog maar een tiener was, voorlas, hoe meer geïnteresseerd zij raakte. Binnen een jaar werd niet alleen de moeder van de vijfjarige gedoopt, maar ook een viertal andere personen die belangstelling kregen ten gevolge van het spreken van het kleine meisje tegen haar baby-sitter!
8 Neen, het maken van discipelen is niet slechts voor een enkeling. De hele gemeente kan en moet erbij betrokken worden. Het is een christelijke opdracht discipelen te maken! (Matth. 28:19, 20) Elkeen van ons kan erin delen door nieuwelingen hartelijk te verwelkomen en ervoor te zorgen dat zij zich op onze vergaderingen thuis voelen. Tijd en verder de vriendelijke huiselijke stemming in de Koninkrijkszaal zijn belangrijke factoren geweest om personen ervan te overtuigen dat wij inderdaad Christus’ ware volgelingen zijn (Joh. 13:34, 35). Ook onze commentaren op de vergaderingen kunnen helpen bij het maken van discipelen. Sommige nieuwelingen zijn vooral onder de indruk van de oprechte commentaren van kinderen en tieners. Als wij ons allen het maken van discipelen ten doel stellen, kunnen wij verwachten dat nog veel meer „schapen” van de Heer aan onze gemeenten zullen worden toegevoegd.