Ouders — Wat leren jullie kinderen?
1 Leren betekent „door studie en onderricht kennis of begrip verwerven”. Ouders dienen de geestelijke ontwikkeling van hun kinderen te stimuleren en hier zelf actief aan deel te nemen, want dit is bijbels (Deut. 6:6, 7). Met dit doel voor ogen is Mijn boek met bijbelverhalen een waardevol instrument gebleken.
2 Het bevattingsvermogen van een kind is groot. Een kind leert gewoonlijk gemakkelijk een vreemde taal zonder dat er van zijn zijde doelbewuste krachtsinspanningen worden gedaan. Het verstand van het jonge kind is als een schone lei, waar met gemak op geschreven kan worden. Er wordt door een studie van dit boek veel meer tot stand gebracht dan alleen maar het van buiten leren van verhalen. Beschouw eens welke morele lessen een jong kind uit het boek putte. Zijn ouders schreven: „Onze baby Samuël is 18 maanden en kan nog niet veel zeggen. Maar hij begrijpt welke betekenis er achter de mooie, grote platen schuilt. Hij weet bijvoorbeeld dat hij de poes niet met een stok mag slaan omdat Jehovah niet meer van Kaïn hield nadat Kaïn Abel had geslagen.”
3 Eén manier waarop het denkvermogen ontwikkeld kan worden, is door vragen te stellen, in het bijzonder door het gebruik van de vraag, Waarom? Waarom zondigden Adam en Eva bijvoorbeeld tegen God en aten zij van de vrucht? Waarom was dit verkeerd? Waarom hadden ze naar God moeten luisteren? Als je moeder je vertelt dat je niet mag eten van de koekjes of van de cake die zij voor bij de thee gebakken heeft, waarom moet je haar dan gehoorzamen? Indien een ouderling de broeders en zusters vraagt om te gaan zitten omdat het tijd is dat de vergadering gaat beginnen, waarom moet jij dan ook gaan zitten? Indien schoolvriendjes je zeggen ongehoorzaam te zijn aan je ouders of aan wat de bijbel zegt, waarom dien je hen dan te weerstaan? Zulke vragen helpen een kind zijn denkvermogen te ontwikkelen en hem op de toekomst voor te bereiden.
4 In het Israël uit de oudheid was onderwijs voornamelijk de verantwoordelijkheid van de vader, terwijl de moeder hem assisteerde (Spr. 1:8). Wat waren enkele dingen die de Hebreeën hun kinderen onderwezen? Vrees voor Jehovah (Ps. 34:11). Hun vader en moeder eren (Ex. 20:12). Achting voor oudere mensen betonen (Lev. 19:32). Gehoorzaamheid (Spr. 4:1). Praktische opleiding voor het leven als volwassene (Pred. 12:13, 14). Leren lezen en schrijven.
5 Vandaag de dag moeten dezelfde basisbeginselen aan onze kinderen worden onderwezen opdat zij kunnen leren hoe zij als christenen moeten leven. Het schenkt ons hart werkelijk vreugde wanneer we zien hoe deze jongeren over Jehovah leren en hun denkvermogen ontwikkelen, en stel je eens voor hoe dit Jehovah moet behagen. Mijn boek met bijbelverhalen verschaft ouders een prachtig hulpmiddel om hun kinderen te onderwijzen. Van tijd tot tijd zal er daarom in het dienstvergaderingprogramma een onderdeel verschijnen waarin er enkele gedachten uit Mijn boek met bijbelverhalen met een paar kinderen worden besproken. Specifieke verhalen zullen worden behandeld. Degene die dit aandeel met kinderen krijgt toegewezen, zal eenvoudige vragen stellen ten einde commentaren aan hen te ontlokken, zoals, Waar gaat dit verhaal over? Wat leren we uit het plaatje? Waarom dienen wij dat voorbeeld wel of niet na te volgen? Laat hen de betekenis van wat zij leren, uitleggen. Dit komt overeen met wat een paar jaar geleden in het drama over de kleine Samuël werd getoond. Zijn vader had hem de ’10 Woorden’ (Tien Geboden) geleerd. Hij diende ze echter niet alleen van buiten te kennen, maar hij kon ze ook verklaren, waardoor hij toonde ze te begrijpen. Of er nu op het podium met kinderen wordt gestudeerd of thuis, het gaat erom dat ouders hun kinderen helpen de stof te begrijpen en erover na te denken.
6 Ouders zullen de stof van tevoren met hun kinderen willen bestuderen en toch geen pasklare antwoorden met hen willen voorbereiden. Moedig ALLE kinderen in de gemeente ertoe aan hun Bijbelverhalen-boek mee naar de vergadering te nemen wanneer dit onderdeel wordt besproken. Onze kinderen vormen een groot en waardevol deel van de christelijke gemeente, en wij weten dat allen zullen genieten en voordeel zullen trekken van hun deelname aan het programma. Ook zij zijn inbegrepen bij de uitdrukking: „Al wat adem heeft, love Jah.” — Ps. 150:6.