Ben jij vroeger pionier geweest?
1 Alleen al in de Verenigde Staten staan de namen van zo’n 75.000 verkondigers geregistreerd die in het verleden als pionier dienst hebben verricht, maar die op dit moment niet pionieren, In Nederland beloopt dit aantal 1570. Ben jij een van hen? Als dat zo is, durven wij te zeggen dat je op die tijd terugkijkt als een van de gelukkigste periodes in je leven. Herinner jij je nog wat een genot het was om bijna iedere dag in de velddienst met mensen over Jehovah en zijn koninkrijk te spreken? Herinner jij je het gevoel dat je herhaaldelijk had wanneer je het gezicht van geïnteresseerde personen zag oplichten als reactie op de uitleg die jij omtrent de Koninkrijkszegeningen gaf? Herinner jij je ook nog hoe bekwaam je in het gebruik van de bijbel was geworden?
2 Het is waar dat je deze vreugden als gemeenteverkondiger nog steeds ervaart, maar waarschijnlijk niet in die mate als toen je nog pionier was. Jezus zei: „Hierin wordt mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht blijft dragen.” De volle-tijddienst biedt werkelijk overvloedige gelegenheden om ’veel vrucht te dragen’. — Joh. 15:8.
MEER PIONIERS NODIG
3 Is de behoefte aan pioniers verminderd sinds jij de gelederen hebt verlaten? Integendeel! Het steeds snellere tempo waarin gebeurtenissen plaatsvinden, vraagt om steeds meer werkers naarmate het einde van dit samenstel nadert. Het doet ons denken aan wat er gebeurt wanneer mannen die een graanveld aan het oogsten zijn, aan de horizon een zware regenbui zien naderen. Terwijl de bliksem flitst en de donder rommelt, werken zij koortsachtig om de oogst binnen te krijgen voordat de hevige bui losbarst. Jezus zei: „De oogst is groot, maar er zijn weinig werkers” (Matth. 9:37). Terwijl de storm van de „grote verdrukking” nadert, hebben het afgelopen jaar meer dan 113.000 personen gunstig op het werk van de oogsters gereageerd en zijn gedoopt! Zet dat Jezus’ woorden geen kracht bij?
4 Hoeveel meer rechtgeaarde personen zullen gunstig op onze boodschap reageren en Gods rechtvaardige vereisten voor overleving leren kennen? Wij weten het niet. Maar Jehovah trekt nog steeds rechtgeaarde mensen tot zich, en terwijl hij dat doet, hebben wij het grootse voorrecht door hem gebruikt te worden om deze mensen te zoeken en te voeden. (Vergelijk Johannes 12:32.) Door te pionieren, laat iemand zich op uitgebreidere schaal door Jehovah gebruiken. Ja, wij worden ertoe aangemoedigd de met schapen te vergelijken personen te zoeken en ons ’er als met een dringende zaak mee bezig te houden’. — 2 Tim. 4:2.
5 Waren het economische omstandigheden die je ertoe hebben genoodzaakt de volle-tijdpioniersdienst op te geven? Het is niet moeilijk te begrijpen hoe dit onder de druk van het huidige samenstel zou kunnen gebeuren. Ook gezinsverantwoordelijkheden kunnen er de oorzaak van zijn geweest dat jij je werk als pionier hebt moeten opgeven. Indien dit het geval is, dan heeft dat natuurlijk voorrang boven de volle-tijddienst, indien je niet in de positie bent beide te combineren. Velen hebben de pioniersgelederen om gezondheidsredenen verlaten, en er bestaan natuurlijk andere belangrijke redenen waarom sommigen dit vreugdevolle dienstvoorrecht hebben moeten opgeven. Maar omstandigheden veranderen. Is dit met jou het geval?
KUN JIJ WEER BEGINNEN?
6 Iemand stopt zelden met pionieren omdat hij dat zo graag wil. Veranderingen in omstandigheden zijn er de oorzaak van dat hij zijn vreugdevolle volle-tijddienst moet opgeven. Was dat met jou ook niet zo? Maar de vraag is: Vormen de omstandigheden waardoor jij je genoodzaakt zag de pioniersgelederen te verlaten, nog steeds een belemmering? Indien dit zo is, dan weten wij dat jij zo veel mogelijk dienst zult blijven verrichten.
7 Indien je om economische redenen de pioniersdienst hebt verlaten, heb je dan onlangs je situatie nog eens aan een onderzoek onderworpen en de mogelijkheid overdacht om opnieuw in de volle-tijddienst te gaan? Je zult je ongetwijfeld herinneren dat het heel wat zelfopoffering en vastberadenheid kostte toen je de eerste keer in de pioniersdienst ging. Zou jij diezelfde nobele krachtsinspanning nog eens in het werk kunnen stellen?
8 Waren het gezinsverantwoordelijkheden waardoor jij uit de pioniersdienst bent gegaan? Of ben je wegens gezondheidsproblemen gestopt? Waren er misschien andere problemen van persoonlijke aard? Wanneer jij je leven als pionier in gedachte houdt en nadenkt over de vreugden die deze dienst met zich bracht, zal dit er ongetwijfeld toe leiden dat je waakzaam blijft uitzien naar elke verandering van omstandigheden waardoor jij weer zou kunnen pionieren. Als je de pioniersgeest levend hebt gehouden, blijf je er ongetwijfeld aan werken een verandering in je persoonlijke omstandigheden te bewerkstelligen waardoor de weg geopend zal worden om de pioniersdienst te hervatten.
9 Als gevolg van de problemen die wij reeds hebben aangegeven, of andere problemen, moet iemand misschien tijdelijk met pionieren stoppen, maar dat betekent nog niet dat de pioniersgeest verdwenen is. Eén zuster heeft tweemaal de gewone pioniersdienst moeten verlaten, maar is nu voor de derde maal begonnen. De eerste keer stopte zij om gezondheidsredenen en de tweede keer wegens ziekte van haar kind. Nadat deze problemen waren opgelost en het kind naar school ging, schreef de zuster: „Ik begon er serieus over na te denken weer te gaan pionieren.”
10 Dan is er ook nog de hulppioniersdienst waaraan jij een aandeel kunt hebben wanneer je omstandigheden dat toelaten. Eén zuster schreef: „Graag wil ik er een ogenblikje voor afnemen om jullie te bedanken voor de regeling van de hulppioniersdienst. Ik vind dat het werkelijk een voorziening van Jehovah is voor velen die in dezelfde situatie verkeren als ik. In de jaren ’40 en ’50 ben ik gewone pionierster geweest. Toen kwamen er kinderen en kon ik de dienst niet voortzetten. Maar sinds de regeling voor hulppioniersdienst bestaat, heb ik er geregeld een aandeel aan kunnen hebben.”
11 Heb je opgemerkt dat het aantal gewone pioniers weer wat is toegenomen in vergelijking met het aantal van verleden jaar? Het is vreugdevol te zien dat enkelen die vroeger hebben gepionierd, dit dienstvoorrecht weer ter hand hebben kunnen nemen. Verlang ook jij er zo nu en dan naar om dat vreugdevolle werk dat je in het verleden zo veel bevrediging heeft geschonken, weer op je te nemen? Waarom zou je er niet eens over nadenken? Leg de kwestie in gebed aan Jehovah voor. Denk zorgvuldig na over je omstandigheden zoals ze nu zijn. Als je weer in de volle-tijddienst kunt gaan, waarom zou je ons dan geen aanvraagformulier toesturen?