Nieuwere verkondigers helpen
1 Jehovah’s volk neemt over de gehele wereld in aantal toe. Van 1984 tot 1985 hadden wij 184.909 verkondigers meer in de dienst. Het ene land na het andere blijft nieuwe hoogtepunten rapporteren. Veel mensen maken vorderingen in de waarheid. Wie kan al deze nieuwelingen helpen tot rijpheid voort te gaan? — Hebr. 6:1.
2 Om anderen te helpen, moeten wijzelf rijp zijn. Wij moeten „de heerlijkheid van Jehovah gelijk spiegels weerkaatsen” (2 Kor. 3:18). Wij doen dit niet alleen door de wijze waarop wij leven, maar ook door de wijze waarop wij de waarheden die wij over Jehovah’s voornemens hebben geleerd aan anderen bekendmaken. Daarom moeten wij bekwame bedienaren zijn. — 2 Kor. 3:5.
BEN JE BEREID TE HELPEN?
3 Heb je goede studiegewoonten, waardoor je kennis opdoet die je met anderen kunt delen? Je voorbereiding op de vergaderingen is ook een hulp om je voor dit voortreffelijke werk toe te rusten. Bij tijd en wijle stellen wij allen het op prijs wanneer wij hulp van anderen ontvangen. Toen Jezus zijn discipelen twee aan twee uitzond, waren zij in staat elkaar aan te moedigen en te helpen wanneer zij hun gebied bewerkten en tot mensen spraken. — Luk. 10:1.
4 Nieuwe verkondigers stellen vriendelijke hulp op prijs. Alleen al de wetenschap iemand bij zich te hebben die hen, indien nodig, tijdens het gesprek kan bijspringen, geeft hen vertrouwen. Gewoonlijk helpt degene die met de nieuweling gestudeerd heeft hem om een begin met de velddienst te maken. Kinderen dienen door hun ouders opgeleid te worden. Maar anderen kunnen ook hulp bieden; de Schrift moedigt ons dan ook aan elkaar te helpen (Spr. 27:17; Gal. 6:6). Misschien ken je iemand in je gemeenteboekstudiegroep die blij zou zijn te worden uitgenodigd van tijd tot tijd met jou in de dienst te gaan.
5 Teneinde anderen in de gemeente te helpen, gelastte Paulus Titus te ’blijven spreken wat passend is’. Hierop doorgaand verklaart hij vervolgens welke rol zowel „de bejaarde mannen” als „de bejaarde vrouwen” vervullen bij het opbouwen van de gemeente (Tit. 2:1-4). Vooral nieuwelingen en jongeren hebben hulp nodig om hun leven zo in te richten dat zij God behagen. Doordat zij opgebouwd worden, zullen zij de bekwaamheid verwerven anderen in de waarheid te onderwijzen. Evenals in de eerste eeuw dienen zowel broeders als zusters thans hun schriftuurlijke taak om voorbeelden te zijn en jongeren en nieuwelingen in de gemeenten te helpen, ernstig op te vatten.
HELP JE KINDEREN
6 Ouders kunnen veel doen om hun kinderen te helpen vorderingen te maken. Het is werkelijk een voldoeningschenkende ervaring hen met hun eerste oefenlezing te helpen en vervolgens te zien hoe zij hun eigen lezingen uitwerken en de bekwaamheid verwerven vanuit het hart en met begrip vrijelijk commentaar te geven. Help jij je kinderen aldus? Zouden zij meer vorderingen kunnen maken wanneer je hen met zulke doeleinden in gedachten consequent opleidt? Denk aan de vreugde die je zou ondervinden als je ziet dat zonen en dochters meer waardering voor de waarheid krijgen, ijveriger worden en bekwamer om het goede nieuws met anderen te delen.
7 Allen in de gemeente van Jehovah’s volk dienen met elkaar samen te werken teneinde elkeen te helpen vorderingen in de bediening te maken. Sommigen zijn bekwaam om leraren te zijn, terwijl anderen op verschillende manieren hulp kunnen bieden. (Vergelijk 1 Korinthiërs 12:27, 28.) Misschien ben jij iemand die zich heel verdienstelijk kan maken door nieuwere verkondigers aan te moedigen en te helpen.