Jouw rol in het bouwen voor de toekomst
1 In deze tijd blijven christenen zich inzetten voor een geestelijk bouwprogramma dat ongeveer 1960 jaar geleden door Jezus werd gestart toen hij begon discipelen bijeen te brengen (Matth. 4:17; 7:24, 25, 28; Joh. 7:46). Jehovah heeft dit werk rijkelijk gezegend (Spr. 10:22). Terwijl wij ons bezighouden met het verkondigen van Gods koninkrijk, bouwen wij ook om toekomstige groei te kunnen opvangen. — Pred. 11:6.
2 Niet alleen moeten veel oudere Koninkrijkszalen gerenoveerd worden, er zijn ook extra zalen nodig waarin pasopgerichte gemeenten kunnen vergaderen. Vorig jaar is het aantal gemeenten in Nederland met zes toegenomen. Zonder geld en vrijwillige werkers kunnen deze bouwprojecten niet met succes worden voltooid. De prijzenswaardige positieve instelling waarmee de broeders en zusters in deze behoefte voorzien, wordt rijkelijk beloond. — Ps. 41:1; Spr. 19:17; Pred. 11:1; Luk. 14:13, 14.
VELEN HEBBEN LIEFDEVOL HULP GEBODEN
3 Wij tonen onze liefde voor „de gehele gemeenschap van broeders” door bijdragen te schenken aan het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap (1 Petr. 2:17). De door ons bijkantoor ontvangen bijdragen hebben voorzien in de middelen voor vijf Koninkrijkszalen waardoor negen gemeenten gehuisvest konden worden. (Daarbij komen nog verscheidene zalen waarvoor een lening is verschaft uit andere middelen van het Genootschap.) Maar de behoefte wordt steeds groter naarmate het inzamelingswerk sneller gaat. Daarom zal Jehovah deze regelingen blijven zegenen en dienen de ouderlingen zich ervan te vergewissen dat de bijdragenbus voor het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap duidelijk herkenbaar en voor iedereen bereikbaar is. De ontvangen bijdragen worden te zamen met het geld van de aflossing van leningen gebruikt om nieuwe Koninkrijkszalen te bouwen.
4 Het Genootschap en alle gemeenten die voordeel trekken van de voorziening, brengen hun diepe waardering tot uitdrukking jegens de talloze afzonderlijke personen en gezinnen die geregeld een bijdrage schenken aan het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap. Sommige gemeenten hebben resoluties aangenomen voor bijdragen aan dit fonds. Ook kringen zouden liefdevol soortgelijke resoluties kunnen aannemen.
5 Ben jij bekwaam in een vakgebied dat met de bouw te maken heeft? Als dat zo is en je beschikbaar bent om bij de bouw van Koninkrijkszalen te assisteren, kun je dit kenbaar maken aan de plaatselijke ouderlingen en de kringopziener. Er zijn in het hele land bekwame vrijwillige werkers nodig. Bovendien worden onder leiding van de door het Genootschap aangestelde Regionale bouwcomités andere geestelijk bekwame broeders opgeleid om het vereiste werk te doen zodat meer gemeenten geholpen kunnen worden met hun bouwprojecten.
DE ROL VAN REGIONALE BOUWCOMITÉS
6 De twee Regionale bouwcomités in ons land bieden hulp in alle stadia van planning en bouw. Deze comités beschikken over ontwerpen die zich lenen voor snelbouwmethoden. De broeders die in de comités zitting hebben, zijn ervaren ouderlingen, en zij kunnen waardevolle suggesties doen met betrekking tot het bouwen van bescheiden en aantrekkelijke Koninkrijkszalen alsook het sparen van tijd en geld. Door hun ervaring kunnen zij plaatselijke ouderlingen helpen beslissen of het beter zou zijn een bestaande Koninkrijkszaal te verbouwen of aan nieuwbouw te beginnen, en zij kunnen hen helpen om voordat tot aankoop wordt overgegaan, vast te stellen of de beoogde plaats geschikt is voor de nieuwbouw. Zij kunnen ouderlingen ook helpen een nauwkeurige schatting te maken van de bouwkosten en de marktwaarde van een bestaande Koninkrijkszaal die wellicht verkocht moet worden.
7 Het is verstandig om geruime tijd voor de aankoop van grond het Regionale bouwcomité te raadplegen. Deze comités hebben de toewijzing ontvangen assistentie te verlenen bij de bouw van Koninkrijkszalen in een aangegeven gebied dat verscheidene kringen omvat, en zij kunnen hulp bieden bij de aankoop van grond. Zij beschikken over richtlijnen aan de hand waarvan zij de broeders kunnen helpen moeilijkheden te vermijden waarop zij bij het kopen van grond zouden kunnen stuiten. Elke kringopziener heeft de naam, het adres en het telefoonnummer van de voorzitter van het comité en kan deze informatie aan de plaatselijke ouderlingen doorgeven als daar behoefte aan is.
8 Als in een stad met meer dan één gemeente grond wordt gezocht voor de bouw van een Koninkrijkszaal, dienen de plaatselijke ouderlingen de kwestie te bespreken met het Regionale bouwcomité, de kringopziener(s), de stadsopziener en mogelijkerwijs met de ouderlingen van de omliggende gemeenten. Dit kan de plaatselijke ouderlingen helpen een plek te kiezen die ten goede komt aan de bij het huidige project betrokken gemeente(n) en misschien verlichting brengt in de overbezetting van naburige Koninkrijkszalen, terwijl ook rekening wordt gehouden met toekomstige groei in het gebied. In stadsgebieden wordt een enkele Koninkrijkszaal vaak door drie of soms door vier gemeenten gebruikt. Zelfs in minder dichtbevolkte gebieden kan wellicht een locatie worden gekozen die twee of meer gemeenten tot voordeel kan strekken.
9 Met behulp van de door het Genootschap verschafte richtlijnen verlenen Regionale bouwcomités plaatselijke gemeenten een waardevolle dienst als zij hen helpen met hun verbouwings- en nieuwbouwprojecten. Gedurende de bouwwerkzaamheden worden vrijwilligers slechts ingedeeld voor de tijd dat zij echt nodig zijn op het bouwterrein, opdat zij geen vergaderingen of velddienstactiviteiten van hun gemeente hoeven missen. Eén Regionaal bouwcomité zei: „Doordat wij voortdurend proberen de richtlijnen van het Genootschap toe te passen, zijn wij geholpen de bouwprocedures te vereenvoudigen en te versnellen.”
10 De op deze projecten geleerde werkwijze en bekwaamheden zijn ook doeltreffend geweest bij werkzaamheden ten behoeve van congreshallen. [En in de Verenigde Staten konden daardoor zelfs broeders en zusters worden geassisteerd bij de wederopbouw na natuurrampen, zoals de orkaan Hugo en de aardbeving in het noorden van Californië in 1989. Ook is in dat land aan een aantal vrijwilligers gevraagd tijdelijk op Bethel te komen werken en sommigen van hen helpen met het werk dat nu in Patterson (New York) in volle gang is.] Anderen hebben zich aangesloten bij het Internationale vrijwilligersbouwploeg-programma en helpen met de bouw van bijkantoren over de gehele aarde.
11 Allen kunnen de vrucht vriendelijkheid aan de dag leggen door samen te werken met degenen die het opzicht voeren over de bouwactiviteit. De vrijwilligers kunnen meewerken door zich aan de met hun afdelingshoofden gemaakte afspraken te houden, en degenen die niet daadwerkelijk aan de bouw meehelpen, maar toch aanwezig zijn, kunnen helpen door alle aanwijzingen voor bezoekers op de bouwplaats, zoals veiligheidsmaatregelen, gehoorzaam in acht te nemen. Op deze manier wordt het noodzakelijke werk ’volledig verricht’ en „met vreugde en niet met zuchten” gedaan (Hand. 14:26; Hebr. 13:17). Een Regionaal bouwcomité kon schrijven: „De samenwerking tussen de drie gemeenten was uitzonderlijk. . . . De broeders en zusters legden allen geestelijke rijpheid aan de dag. Het was een vreugde met hen te werken. Dit was een project om nooit te vergeten.”
KONINKRIJKSZAALBOUWPROJECTEN FINANCIEREN
12 Eventuele benodigde financieringsregelingen moeten meteen in het begin worden uitgewerkt (Luk. 14:28-30). De ouderlingen dienen vast te stellen of de gemeente de aan het project verbonden kosten kan betalen door een onderzoek in te stellen om te bepalen (1) hoeveel er in de vorm van een bedrag ineens zal worden bijgedragen om de kosten te dekken waarmee de aankoop van grond en de bouw gepaard gaan, (2) hoeveel er plaatselijk kan worden geleend en hoe lang het geld beschikbaar zal zijn, en (3) hoeveel de verkondigers maandelijks naast de normale exploitatiekosten denken bij te dragen voor het terugbetalen van een eventuele lening.
13 Daarna dienen ouderlingen van gemeenten die financiële ondersteuning uit het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap wensen, hun voorgenomen project en de financiële behoeften te bespreken met de kringopziener, die hen kan helpen door het Genootschap in kennis te stellen van hun behoeften en de details van het project. Nadat de informatie door de kringopziener naar het Genootschap is gezonden, wordt de correspondentie rechtstreeks met de betrokken gemeenten gevoerd. Financiële hulp wordt verschaft naarmate er geld beschikbaar komt en er behoefte aan is.
BEHOUD EEN IJVERIGE GEEST
14 Allen zijn te prijzen voor hun edelmoedigheid in het ondersteunen van het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap. Er zijn fijne uitingen van waardering ontvangen van gemeenten die geholpen zijn. Wat er aldus plaatsvindt onder de gemeenten, is een ’tot stand brengen van gelijkheid’ (2 Kor. 8:14, 15). Een gezamenlijke reactie van enkele gemeenten luidde: „Wij hebben heel veel waardering voor zo’n voortreffelijk programma en zijn ook erg dankbaar jegens al die vele edelmoedige broeders en zusters die een bijdrage aan het Koninkrijkszalenfonds van het Genootschap hebben geschonken . . . Er is ons werkelijk uitzonderlijke christelijke liefde betoond. Aanvaard alsjeblieft onze dank voor al jullie hulp bij het welslagen van dit Koninkrijkszaalproject.”
15 Tijdens de bouw van een nieuwe Koninkrijkszaal dragen enthousiasme, ijver en een positieve geest bij tot het welslagen van het project. Wij moeten dezelfde geest aan de dag blijven leggen als wij nog veel meer mensen tot kennis van de waarheid proberen te brengen en hen aanmoedigen met ons bijeen te komen in de Koninkrijkszaal. Uit zo’n ijver spreekt duidelijk waardering met als gevolg dat het vergaderingsbezoek zienderogen omhooggaat en de gemeente op elk terrein groeit.
TWEE BELANGRIJKE PROJECTEN IN NEDERLAND
16 Naast de aandacht die wordt besteed aan het bouwen en renoveren van Koninkrijkszalen, hebben wij ook een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor onze congreshallen. De nu al 15 jaar intensief gebruikte hal in Bennekom was aan een grondige renovatie toe. De ouderlingen hebben hun goedkeuring gegeven aan het totale plan en de bijbehorende begroting, wetend dat er geruime tijd mee gemoeid zou zijn. De verantwoordelijke broeders wilden namelijk slechts bouwen met het beschikbare geld, omdat lenen bij een bank veel kosten met zich brengt in verband met de hoge rente.
17 Het is inmiddels echter mogelijk geworden de renovatie veel sneller te voltooien dan gepland was, doordat het Besturende Lichaam goedkeuring heeft gegeven voor een lening uit middelen van het Genootschap. Het geld dat ter aflossing van die lening wordt betaald, zal weer elders in Jehovah’s organisatie benut kunnen worden voor andere projecten. Dit is beslist een heel liefdevolle voorziening, waarvoor wij dankbaar kunnen zijn. Het congreshalcomité, het bouwcomité voor de renovatie en de vrijwilligers uit de ploegen van de Regionale bouwcomités werken eendrachtig samen en de broeders streven ernaar de hele renovatie rond 1 september 1991 klaar te hebben. Eind december 1990 en begin januari 1991, wanneer veel vakbekwame broeders vrij hebben van hun wereldse werk, zal er al een heel groot gedeelte van het werk gereedkomen. Het werk van alle vrijwilligers, alsook jullie bijdragen om dit project te ondersteunen, worden bijzonder gewaardeerd. Verdere details zullen worden verschaft in correspondentie van het congreshalcomité voor de hal in Bennekom.
18 Nadat de congreshal in Heerenveen in oktober 1989 door brand werd verwoest, hebben de broeders in dat deel van het land niet stilgezeten. Heel wat locaties zijn bekeken en tegen de tijd dat dit inlegvel wordt besproken, zal er waarschijnlijk al een vergadering met alle ouderlingen zijn geweest waarop definitief is beslist waar de nieuwe congreshal gebouwd zal worden. De verantwoordelijke broeders streven ernaar om ook deze nieuwe hal in de herfst van 1991 in gebruik te kunnen nemen. Voor dat project zullen ook veel vrijwilligers nodig zijn, en net als dat voor Bennekom geldt, zullen broeders uit de beide regionale bouwploegen hun schouders onder dit project zetten. Alhoewel het grootste deel van deze bouw bekostigd zal kunnen worden met het uitgekeerde verzekeringsgeld, zullen bijdragen voor deze nieuwe hal het mede mogelijk maken een prachtige vergadergelegenheid te realiseren. De broeders van het betreffende congreshalcomité zullen de gemeenten van verdere inlichtingen voorzien.
19 Terwijl wij ermee voortgaan onze bediening uit te breiden en ons krachtig in te spannen in het voor ons liggende werk, zal Jehovah’s zegen ongetwijfeld ons deel blijven (Luk. 13:24). Wij weten niet hoeveel groei en toename ons in de toekomst nog wachten. Maar wij moeten gereed zijn om elke toekomstige toevloed van aanbidders te verwelkomen. Dat vereist dat wij ons nu voorbereiden. Derhalve bidden wij om Jehovah’s voortdurende zegen en leiding. Mogen wij allen in het bouwen voor de toekomst met Jehovah samenwerken — in fysiek, materieel en geestelijk opzicht. Hij zal ons zeker zegenen wanneer wij op juiste wijze zorg dragen voor degenen die tijdens de slotfase van deze laatste dagen zijn Koninkrijksorganisatie binnensnellen. — Jes. 60:8, 10, 11, 22.