Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • km 3/02 blz. 3-4
  • ’Wees rijk in voortreffelijke werken’

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • ’Wees rijk in voortreffelijke werken’
  • Onze Koninkrijksdienst 2002
  • Vergelijkbare artikelen
  • ’Predik het woord van God ten volle’
    Onze Koninkrijksdienst 2002
  • Beijver je voor het goede!
    Onze Koninkrijksdienst 2003
  • ’Leg grondig getuigenis af van het goede nieuws’
    Onze Koninkrijksdienst 2008
  • ’Doe het goede jegens allen’
    Onze Koninkrijksdienst 2002
Meer weergeven
Onze Koninkrijksdienst 2002
km 3/02 blz. 3-4

’Wees rijk in voortreffelijke werken’

1 Tijdens de laatste jaren van zijn ijverige bediening werkte de apostel Paulus nauw samen met Timotheüs en Titus. Hij schreef naar hen beiden gelijksoortige woorden ter aanmoediging. Hij zei tegen Titus dat „zij die gelovigen in God zijn geworden, hun geest gericht [moeten] houden op het blijven doen van voortreffelijke werken” (Tit. 3:8). Hij zei tegen Timotheüs dat degenen die hun hoop op God hebben gevestigd, „rijk [moeten] zijn in voortreffelijke werken” (1 Tim. 6:17, 18). Dat is heel goede raad voor ons allemaal! Maar wat zal ons motiveren om in ons leven voortreffelijke werken te verrichten? En welke specifieke werken zouden we in de komende tijd kunnen doen?

2 De motivatie om rijk te zijn in juiste werken komt voort uit ons geloof in en onze liefde voor Jehovah en uit de prachtige hoop die hij ons heeft gegeven (1 Tim. 6:19; Tit. 2:11). Vooral in deze tijd van het jaar worden we eraan herinnerd dat Jehovah zijn Zoon naar de aarde heeft gezonden zodat Jezus zijn Vader kon rechtvaardigen en in de weg ten leven kon voorzien voor alle mensen die het waard zijn (Matth. 20:28; Joh. 3:16). Dit zal duidelijk uiteengezet worden tijdens de Gedachtenisviering van Christus’ dood op 28 maart. Worden we, als reactie op de hoop die we hebben om eeuwig leven te ontvangen, niet gemotiveerd alles te doen wat we kunnen om „rijk te zijn in voortreffelijke werken”? Natuurlijk! Welke werken zouden we nu kunnen verrichten?

3 Voortreffelijke werken om in maart en daarna te doen: We willen natuurlijk de Gedachtenisviering bijwonen — de belangrijkste gebeurtenis van het jaar voor Jehovah’s Getuigen over de hele wereld (Luk. 22:19). Maar we willen de vreugde van die gelegenheid met zoveel mogelijk anderen delen. Kijk eens naar het dienstbericht in het Jaarboek 2002, en je zult zien dat het aantal aanwezigen op de Gedachtenisviering vorig jaar in veel landen over de hele wereld drie-, vier- of vijfmaal het aantal verkondigers was, of nog hoger. Om dat te bereiken hebben alle gemeenteleden zich natuurlijk ijverig moeten inspannen om de uitnodigingen voor de Gedachtenisviering in hun hele gebied op grote schaal te verspreiden. Daarom willen we tussen nu en 28 maart zoveel mogelijk tijd besteden aan het uitnodigen van mensen voor de Gedachtenisviering, en hen zo helpen meer te weten te komen over de hoop op redding.

4 Als het eenmaal april is, beginnen we misschien te genieten van extra uren daglicht en beter weer. Hoe kunnen we deze voordelen benutten om „rijk te zijn in voortreffelijke werken”? Door een enthousiast aandeel aan het prediken van het goede nieuws te blijven hebben, en zo „ijverig voor voortreffelijke werken” te zijn (Tit. 2:14; Matth. 24:14). Als je in maart niet in de hulppioniersdienst hebt kunnen gaan, kun je dat dan in april en/of mei doen? Als je in maart pioniert, kun je dat dan blijven doen?

5 Sommigen met werelds werk hebben gemerkt dat ze op weg naar hun werk een uur of zo aan de dienst kunnen besteden, door straatwerk te doen of mensen aan te spreken die in winkels werken die al vroeg in de ochtend open zijn. Anderen gebruiken een deel van hun lunchpauze om getuigenis te geven. Sommigen hebben in die tijd een bijbelstudie met een collega kunnen leiden. Veel zusters die huisvrouw zijn, hebben tijd voor de velddienst kunnen inruimen als hun kinderen naar school zijn. Door sommige dagen iets eerder op te staan om hun huishoudelijk werk te doen, hebben ze overdag meer tijd voor het predikings- en onderwijzingswerk. — Ef. 5:15, 16.

6 Zelfs als je niet in de gelegenheid bent om in de hulppioniersdienst te gaan, kun je misschien een persoonlijk schema opstellen om een groter aandeel aan de dienst te hebben, waarbij je alles doet wat je kunt om „goed te doen, rijk te zijn in voortreffelijke werken, vrijgevig te zijn, mededeelzaam” in het delen van de waarheid met anderen. — 1 Tim. 6:18.

7 Denk aan het voortreffelijke werk van het maken van discipelen: Elk jaar komen er geïnteresseerden naar de Gedachtenisviering. Zouden sommigen in de gemeente aandacht kunnen besteden aan degenen die aanwezig zijn maar momenteel niet studeren? Zouden er nabezoeken bij hen gebracht kunnen worden met het doel hen te helpen geestelijke vorderingen te maken? Misschien zijn sommige van de aanwezigen op de Gedachtenisviering familieleden van Getuigen. Anderen hebben misschien vroeger gestudeerd en hebben alleen maar wat aanmoediging nodig om weer met studeren te beginnen en op geregelde basis vergaderingen bij te wonen. Wat zou het ons een vreugde geven om te zien dat zij samen met ons actieve dienstknechten van Jehovah worden!

8 Als we in maart en daarna een groter aandeel aan de dienst hebben, zullen we zeer waarschijnlijk meer geïnteresseerden vinden naar wie we kunnen teruggaan. Probeer een vraag bij hen achter te laten. Beloof dan bij je volgende bezoek het antwoord te geven. Als we dat doen, zal de weg gebaand worden voor een nabezoek. Hoe sneller we het nabezoek kunnen brengen, hoe beter. Als we bij het eerste bezoek geen bijbelstudie hebben kunnen oprichten, willen we dat, als het maar enigszins mogelijk is, bij het eerstvolgende bezoek proberen.

9 Wanneer we straatgetuigenis geven, dienen we bewust te proberen een gesprek met mensen aan te knopen. Veel verkondigers hebben de naam, het adres en het telefoonnummer gekregen van geïnteresseerde personen die ze met straatwerk hebben ontmoet. Als de betreffende persoon niet in jouw gebied woont, geef je persoonlijke notitie dan aan de secretaris van de gemeente, die de informatie voor je zal doorsturen naar de gemeente in wier gebied de persoon woont, zodat een bekwame verkondiger de belangstellende kan nabezoeken. Mocht dit voor de secretaris onmogelijk zijn, dan zal hij de informatie ter afhandeling naar het bijkantoor sturen. Op die manier kan de belangstelling verder ontwikkeld worden.

10 Als je een telefoonnummer maar geen adres krijgt, breng dan een nabezoek door de persoon op te bellen. Bereid je van tevoren voor op wat je wilt bespreken. Heb je Redeneren-boek bij de hand om snel te kunnen raadplegen. Sommigen behalen goede resultaten door per telefoon met mensen te studeren, onder wie personen die ze moeilijk thuis konden treffen. Een zuster begon geïnteresseerde vrouwen die ze in de van-huis-tot-huisbediening tegenkwam om hun telefoonnummer te vragen en het resultaat was dat ze twee bijbelstudies kon oprichten.

11 Werk met de ouderlingen samen in het helpen van inactieven: De ouderlingen zijn er heel erg in geïnteresseerd zulke personen liefdevolle aandacht te geven. Heel wat van hen zijn er al, op eigen initiatief, weer mee begonnen gemeentevergaderingen bij te wonen. Ze zien er de noodzaak van in nauwe omgang te zoeken met Jehovah’s organisatie om de geestelijke zekerheid te genieten die in Psalm 91 wordt beschreven. Sommigen van hen zijn er nu aan toe weer in de velddienst te gaan. Als anderen die inactief zijn deze maand de Gedachtenisviering bijwonen, willen ze misschien graag een persoonlijke bijbelstudie hebben. In dat geval zullen de ouderlingen er regelingen voor treffen dat iemand gaat studeren met degenen die graag hulp krijgen. Word je gevraagd om op die manier te helpen, dan zal je medewerking zeer op prijs worden gesteld. — Rom. 15:1, 2.

12 ’Blijf voortreffelijke werken doen’: Velen die een of meerdere maanden in de hulppioniersdienst zijn geweest, hebben gemerkt dat hun velddienstactiviteit in de maanden erna is toegenomen. Ze hebben geïnteresseerde personen ontmoet bij wie ze de noodzaak voelden om terug te gaan. Dat heeft hen gemotiveerd extra moeite te doen om vaker in de velddienst te gaan zodat ze opnieuw contact konden opnemen met de geïnteresseerden. Sommigen hebben studies opgericht, en dat heeft hen geholpen een nog groter aandeel aan de dienst te hebben.

13 Weer anderen hebben er zoveel vreugde in gevonden meer te doen in de prediking en het maken van discipelen dat ze ertoe bewogen werden hun prioriteiten te onderzoeken. Het resultaat was dat sommigen minder konden gaan werken en in de vaste hulppioniersdienst konden gaan. Anderen waren in staat in de gewone pioniersdienst te gaan. Ze hebben hun hoop vollediger op God kunnen vestigen en niet op dingen die de wereld te bieden heeft. Ze hebben gemerkt dat ’vrijgevig en mededeelzaam’ zijn, rijke zegeningen van Jehovah heeft gebracht en hun hoop om „het werkelijke leven” te genieten, heeft versterkt (1 Tim. 6:18, 19). Natuurlijk heeft de hele gemeente er baat bij als meer personen in de pioniersdienst gaan. Pioniers praten vaak over hun ervaringen en vragen anderen met hen in de dienst te gaan, en dat brengt een betere geestelijke sfeer in de gemeente.

14 Laten we allemaal tijdens deze periode rond de Gedachtenisviering en daarna ’rijk zijn in voortreffelijke werken’ door ons aandeel aan de christelijke bediening te vergroten. Laten we onze dankbaarheid tonen voor wat Jehovah heeft gedaan door ons de hoop te geven om voor eeuwig op een rechtvaardige nieuwe aarde te leven. — 2 Petr. 3:13.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen