Neem een voorbeeld aan de profeten — Hosea
1. Wat heb je je misschien weleens afgevraagd?
1 Welke offers ben ik bereid voor Jehovah te brengen? Misschien heb je je dat weleens afgevraagd als je nadacht over zijn overvloedige goedheid en barmhartigheid (Ps. 103:2-4; 116:12). Hosea deed bereidwillig wat Jehovah hem opdroeg, ook al waren daar persoonlijke offers voor nodig. Hoe kunnen we Hosea navolgen?
2. Hoe kunnen we Hosea’s goede voorbeeld van volharding in de prediking volgen?
2 Predik „in moeilijke tijd”: Hosea’s boodschap was vooral gericht tot het tienstammenrijk Israël, waar de ware aanbidding bijna uitgeroeid was. Koning Jerobeam II deed wat kwaad was in Jehovah’s ogen en hield de kalveraanbidding die door Jerobeam I was ingevoerd in stand (2 Kon. 14:23, 24). Onder de daaropvolgende koningen ging het tienstammenrijk in religieus opzicht steeds verder achteruit totdat het uiteindelijk in 740 v.Chr. werd vernietigd. Ondanks alle valse religie om hem heen heeft Hosea minstens 59 jaar trouw als profeet gediend. Zijn wij ook zo vastbesloten om jaar in jaar uit te prediken, zelfs als we met onverschilligheid of tegenstand te maken hebben? — 2 Tim. 4:2.
3. Hoe was Hosea’s leven illustratief voor Jehovah’s barmhartigheid?
3 Blijf gefocust op Jehovah’s barmhartigheid: Jehovah gaf Hosea instructies om met „een vrouw van hoererij” te trouwen (Hos. 1:2). Hoewel zijn vrouw, Gomer, hem een zoon baarde, bracht ze later kennelijk twee onwettige kinderen ter wereld. Hosea’s bereidheid om zijn vrouw te vergeven was illustratief voor Jehovah’s grote barmhartigheid tegenover het eigenzinnige Israël als het berouw toonde (Hos. 3:1; Rom. 9:22-26). Zijn wij bereid onze persoonlijke voorkeur opzij te zetten om Jehovah’s barmhartigheid aan alle soorten van mensen bekend te maken? — 1 Kor. 9:19-23.
4. Wat zijn enkele offers die we voor Jehovah zouden kunnen brengen?
4 Sommige aanbidders van Jehovah hebben een lucratieve carrière opgeofferd om meer tijd aan de dienst te besteden. Andere zijn vrijgezel of kinderloos gebleven om zich in te zetten voor het Koninkrijk. Wanneer we over het leven van Hosea nadenken, zeggen we misschien bij onszelf: ’Wat hij deed, zou ik nooit kunnen.’ Maar als onze waardering voor Jehovah’s onverdiende goedheid verder groeit en als we voor kracht op zijn heilige geest vertrouwen, zouden we net als Hosea door hem gebruikt kunnen worden op manieren die we nooit voor mogelijk hadden gehouden (Matth. 19:26; Fil. 2:13).