TERUGBLIK OP HET AFGELOPEN JAAR

Het licht wordt steeds helderder

GODS volk erkent dat Jehovah de Bron van geestelijk licht is. Ze bidden of zijn ‘licht en waarheid’ hen mag leiden (Ps. 43:3). Terwijl de wereld in geestelijke duisternis verkeert, blijft God licht op zijn volk schijnen. Hun pad is ‘als het glanzende licht, dat steeds helderder wordt’ (Spr. 4:18). Dat toenemende licht verlicht hun pad op organisatorisch, leerstellig en moreel gebied. Wat zijn enkele leringen die we de afgelopen jaren beter zijn gaan begrijpen?

2012
‘Al deze koninkrijken’ (Dan. 2:44)	w12 15/6 17
Mordechai en Esther ‘verdelen buit’ (Gen. 49:27)	w12 1/1 29
Verderf gesticht door ‘een koning met bars gelaat’ (Dan. 8:23, 24)	w12 15/6 16
De tenen van het beeld uit Nebukadnezars droom (Dan. 2:41-43)	w12 15/6 16
Wanneer verscheen de zevende wereldmacht?	w12 15/6 15, 19
2013
‘Getrouwe en beleidvolle slaaf’ (Matth. 24:45-47)	w13 15/7 8, 20-25
‘Boze slaaf’ (Matth. 24:48-51)	w13 15/7 24
Gezalfden zullen Armageddon niet op aarde meemaken	w13 15/7 5
‘De Assyriër (...) komt in ons land’ (Micha 5:5)	w13 15/11 20
Uitverkorenen bijeenvergaderd (Matth. 24:31; Mark. 13:27)	w13 15/7 5
Grote verdrukking	w13 15/7 3-8
Illustratie van de tarwe en het onkruid (Matth. 13:24-30)	w13 15/7 13, 14
Jezus’ komst (Matth. 24, 25)	w13 15/7 7, 8, 24
Jezus inspecteert geestelijke tempel, 1914-1919 (Mal. 3:1-4)	w13 15/7 11, 12
Betekenis van de naam Jehovah	sgd 5
2014
Aanstelling van ouderlingen en dienaren in de bediening	w14 15/11 28, 29
Waarom Joden in de eerste eeuw de Messias verwachtten (Luk. 3:15)	w14 15/2 26, 27; w14 15/6 22
Duur van reiniging geestelijke tempel (Mal. 3:1-4)	w14 15/11 30
Het huwelijk na de opstanding (Luk. 20:34-36)	w14 15/8 29, 30
‘Het vaste fundament van God’ (2 Tim. 2:19)	w14 15/7 8, 9, 13
Twee getuigen (Openb. 11)	w14 15/11 30
2015
Gog van Magog (Ezech. 38, 39)	w15 15/5 29, 30
Hoofdbedekking voor een zuster die een Bijbelstudie leidt	w15 15/2 30
Illustratie van de talenten (Matth. 25:14-30)	w15 15/3 20-24
Illustratie van de tien maagden (Matth. 25:1-13)	w15 15/3 13-16
Beeld en tegenbeeld	w15 15/3 9-11, 17, 18; w15 15/6 32