19In die tijd, toen er geen koning in Israël was,+ was er een Leviet die in een afgelegen deel van het bergland van Efraïm+ woonde. Hij nam een bijvrouw uit Bethlehem+ in Juda.
19Nu gebeurde het in die dagen dat er geen koning in I̱sraël was.+ Het geschiedde dan dat een zekere leviet voor enige tijd in de meest afgelegen streken van het bergland van E̱fraïm+ vertoefde. Mettertijd nam hij zich uit Be̱thlehem+ in Ju̱da een bijvrouw+ tot echtgenote.