Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g73 8/9 blz. 5-9
  • De maan — Wat werd er ontdekt?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • De maan — Wat werd er ontdekt?
  • Ontwaakt! 1973
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Allerlei ontdekkingen
  • Niet in baan gebracht door toeval
  • „Dat iets” identificeren
  • Gemaakt om het „kleinste hemellicht” te zijn
  • Maan
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Maan
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Na de maanlandingen — wat nu?
    Ontwaakt! 1974
  • Waarom de maan schijnt
    Ontwaakt! 1971
Meer weergeven
Ontwaakt! 1973
g73 8/9 blz. 5-9

De maan — Wat werd er ontdekt?

DE REIS van de mens heen en weer naar de maan zou beslist enkele verrassende ontdekkingen opleveren. Wetenschappelijk gesproken, waren het er zelfs vele. Een ervan betrof de maan zelf, voordien beschouwd als een betrekkelijk eenvoudig hemellichaam.

Dit bleek echter niet het geval te zijn. Dr. R. J. Allenby, adjunct-directeur van de NASA voor maanonderzoek merkte op: „Het belangrijkste dat wij te weten zijn gekomen is waarschijnlijk wel dat de maan een zeer ingewikkeld lichaam is — niet slechts de eenvoudige ’steenklomp’ waarvoor veel mensen haar hielden. De Apollo-missies hebben heel wat geleerden naar het tekenbord teruggestuurd. Het zal vele jaren vergen om nieuwe zienswijzen te ontwikkelen die algemeen aanvaard zullen worden.”

Allerlei ontdekkingen

Aangezien de maan niet louter een eenvoudige „steenklomp” is, hoe staat het dan met de wijdverbreide theorie dat de maan oorspronkelijk van het aardoppervlak is losgeschoten? Een recent wetenschappelijk rapport vermeldde: „De opvatting dat de maan van de bovenste lagen van de aarde is losgescheurd, bestaat door de Apollo-bevindingen vrijwel niet meer.” — New York Times van 4 december 1972.

Wat de samenstelling van de maan betreft heeft de Apollo 16 ontdekt dat de maanmaterie rijk is aan aluminium en calcium. Er was ook ijzer in het maangesteente aanwezig. De maanstenen die de Apollo 11 meebracht, bleken achtenzestig bekende elementen te bevatten. Maangesteente is in wezen uit dezelfde grondstoffen samengesteld als aardgesteente. Er bestaat echter een verschil — en wel in verhouding.

Zo heeft men bijvoorbeeld ontdekt dat de verhouding van uranium tot kalium in maanstenen viermaal zo hoog was als in karakteristiek aardgesteente. Titanium bleek in maangesteente meer dan tweemaal zoveel voor te komen als in het meest titaniumrijke aardgesteente. Niet de elementen zelf maar de combinaties van elementen die in maanstenen worden aangetroffen waren onmiskenbaar „onaards” te noemen. Een maangeleerde stelde het als volgt: „Het is hetzelfde alfabet maar een andere grammatica.”

De Apollo 12 deed in 1969 de ontdekking dat de maan een magnetisch veld bezit. Vroegere onbemande ruimtevaartuigen hadden geen maanmagnetisme bespeurd.

De temperaturen op de maan bleken te liggen tussen de 170 °C onder nul en 120 °C boven nul. Een boring in de maangrond heeft onthuld dat de temperatuur geleidelijk aan naar de diepte toeneemt, iets minder dan 1 °C per vijftig centimeter. Er bestaat echter nog altijd enige twijfel over de vraag of de kern van de maan gedeeltelijk vloeibaar of betrekkelijk koel is. Seismische waarnemingen wezen op een gedeeltelijk vloeibare kern. Gegevens verkregen met magnetometers op het maanoppervlak en in een baan rond de maan, hebben enkele geleerden echter doen geloven dat de maan een tamelijk koud „interieur” heeft.

Wat het zoeken naar geëvolueerd leven buiten de aarde betreft, de maanlandingen hebben duidelijk gemaakt dat er niets te vinden is dat daar ook maar in de verste verte op lijkt. Er werden microscopische onderzoekingen verricht om te trachten enig levend, of van vroeger leven afkomstig, fossiel materiaal te vinden, maar niets van dit alles werd op de maan aangetroffen.

Hebt u zich afgevraagd hoe oud de maan is? De stenen van de eerste Apollo-missies werden op 3,3 tot 3,7 miljard jaar geschat. Aan één steen ter grootte van een citroen werd echter een leeftijd van 4,6 miljard jaar toegekend. De ouderdom van de maanbodem wordt nu op 4,2 tot 4,9 miljard jaar gesteld. Zo stond in Science World van 16 februari 1970: „Verscheidene onderzoekers hebben bevestigd dat de maan ongeveer 4,6 miljard jaar oud is. De aarde en meteorieten zijn ongeveer even oud.”

Men is het er thans dus algemeen over eens dat de leeftijd van de maan dezelfde is als die van het gehele zonnestelsel, met inbegrip van de aarde. Dit is een opmerkenswaardige bevestiging van het bijbelverslag in Genesis 2:4, dat te kennen geeft dat de aarde en de hemel in dezelfde globale tijdsperiode zijn gevormd.

Niet in baan gebracht door toeval

Een opvallende bijzonderheid die de mens door zijn ruimtevluchten omtrent de maan aan de weet is gekomen, is het volgende feit: De maan zou met geen mogelijkheid toevallig of per ongeluk in haar baan verzeild kunnen zijn geraakt. Commentaar leverend op deze ontdekking schrijft W. R. Shelton in het boek Winning the Moon:

„Het is belangrijk eraan te denken dat iets de maan in of nabij haar huidige omloopbaan rond de aarde heeft moeten brengen. Evenals een Apollo-ruimteschip dat op een hoogte van 160 kilometer elke 90 minuten om de aarde cirkelt, een snelheid van ruwweg 29.500 kilometer per uur moet hebben om in zijn baan te blijven, moet er ook iets zijn geweest dat de maan haar precieze snelheid heeft gegeven, zoals die door haar gewicht en afstand van de aarde wordt vereist. Ze zou bijvoorbeeld niet met een willekeurige snelheid en in een willekeurige richting van de aarde kunnen zijn losgeschoten. Wij hebben dit ontdekt toen wij voor het eerst probeerden kunstmanen in een baan om de aarde te brengen. Wij ontdekten dat als een satelliet geen bepaalde hoogte met een bepaalde snelheid in een bepaalde koers parallel aan het oppervlak van de aarde bereikte, hij niet de noodzakelijke middelpuntvliedende kracht had om het delicate evenwicht met de aantrekkingskracht van de aarde te kunnen bewaren en zodoende in de gewenste baan te blijven.

Op het oude Cape Canaveral keek ik op de avond van 5 maart 1958 bijvoorbeeld naar het lanceren van de Explorer 2 die volgens plan de tweede Amerikaanse satelliet moest worden die met succes in een baan om de aarde zou worden gebracht. Alles werkte perfect totdat de vierde en laatste trap de vereiste precieze snelheid en hoogte trachtte te bereiken. In dit geval werd de moeilijke combinatie echter niet bereikt en onze geplande kunstmaan dook al heel snel in de atmosfeer van de aarde terug. . . .

De snelheid die noodzakelijk is om een satelliet in een baan te brengen, is telkens anders wanneer óf de hoogte óf het gewicht van bedoelde satelliet verschilt; objecten die verder van de aarde verwijderd zijn, hebben meer tijd nodig om rond de aarde te cirkelen. Bij de afstand en het gewicht van de maan is die tijd, de omlooptijd genaamd, ten naaste bij 27,3 dagen. Waar het om gaat — en dit wordt bij het nagaan van de oorsprong van de maan zelden opgemerkt — is dat het uitermate onwaarschijnlijk is dat een hemelobject louter door een toeval de juiste combinatie van factoren verkrijgt die nodig zijn om het in een permanente baan te houden. ’Iets’ heeft de maan op haar hoogte, in haar koers en op haar snelheid moeten brengen. De vraag is: wat was dat iets?”

„Dat iets” identificeren

Is „dat iets” dat onze maan in een blijvende baan heeft gebracht een onintelligente kracht? Welnu, laten wij, als wij in de ruimte kijken, niet alleen onze maan, maar alle hemellichamen beschouwen. Wij zien materie in beweging. Hoe is dit tot stand gekomen? Dit is des te wonderlijker als men beseft dat een massa materie die aan zichzelf wordt overgelaten, bewegingloos, inert, is. En wil materie in beweging worden gezet, heeft ze dan geen zet of stoot nodig? Bovendien moet deze aandrijvende kracht van buiten de materie komen, aangezien materie niet zelfbewegend is.

Bij waarneming van de stoffelijke lichamen in de ruimte, is het interessant te zien dat ze een cirkelvormige baan beschrijven. En ze beschrijven hun baan met zo’n wonderbaarlijke regelmaat en precisie dat mensen kunnen navigeren op de stand van zon, maan, planeten en sterren. Ver van tevoren kunnen er berekeningen worden gemaakt van de nauwkeurige positie die een hemellichaam op een willekeurig tijdstip in de toekomst zal innemen. World Book Encyclopedia zegt hierover: „De stuurman van het schip heeft een boek bij zich dat de Zeevaartkundige Almanak wordt genoemd. Dit boek geeft de exacte positie van elk hemellichaam voor precieze tijden en datums weer. Het zegt precies wat op een gegeven tijdstip de aardse projectie van een hemellichaam is, d.w.z. waar het op aarde terecht zou komen als het op dat moment loodrecht naar de aarde zou vallen. Door het azimut of de peiling van een ster te bepalen en door haar hoek boven de horizon te meten, kan de stuurman uitrekenen hoe ver hij van de aardse projectie van de ster verwijderd is.”

Wanneer wij al deze dingen — materie in beweging, precieze baanomloop, enzovoort — beschouwen, wijst dit erop dat er buiten de kosmische ruimte een regelende, leidende kracht is; dat wil zeggen, dat er iemand is die weet welke precieze snelheid en afstand een hemellichaam moet hebben om in een permanente baan te blijven. Er moet een Wetgever zijn die de beweging van deze normaliter bewegingloze materie bestuurt. Er moet een intelligentie zijn die ervoor zorgt dat deze lichamen, zoals onze maan, gaan bewegen en in hun baan blijven.

Wij zien dus dat deze kracht achter de beweging van materie niet louter een onintelligent „iets” zou kunnen zijn. Er moet een intelligente Ontwerper zijn die al deze massa’s materie in verhouding tot elkaar heeft gebracht en ze zo heeft gecoördineerd dat er geen botsingen of catastrofes kunnen plaatsvinden. De bekende geleerde Albert Einstein heeft eens gezegd: „Het is voor mij genoeg het mysterie van het bewuste leven dat zich door alle eeuwigheid heen in stand houdt, te overdenken; de wonderbaarlijke structuur van het universum, dat wij vaag kunnen waarnemen, te overpeinzen, en nederig te trachten zelfs maar een oneindig klein gedeelte te begrijpen van de intelligentie die in de natuur openbaar is.”

De hele „natuur”, zoals de geleerden van de wereld het noemen, duidt dus op intelligentie. En waar intelligentie is, daar is sprake van persoonlijkheid, met daaraan verbonden een persoon. En die Persoon, die de grote kracht achter de beweging van op zichzelf bewegingloze materie is, heeft de materie de oorspronkelijke stoot gegeven en haar in haar baan gebracht. Wanneer wij de reusachtige massa’s materie beschouwen die in beweging zijn, moet deze persoon een Machtig Iemand zijn.

Die persoon wordt in de bijbel „God” genoemd. De psalmist uit de oudheid erkende dat de hemelen een Ontwerper en Maker moesten hebben: „De hemelen maken de heerlijkheid van God bekend.” En de christelijke apostel Paulus kwam tot dezelfde conclusie toen hij zei: „Natuurlijk wordt elk huis door iemand gebouwd, maar hij die alle dingen heeft gebouwd, is God.” — Ps. 19:1; Hebr. 3:4.

Met betrekking tot deze intelligente Persoonlijkheid die de verhouding heeft bepaald waarin de zon en de maan tot de aarde zouden staan, zegt de bijbel: „God ging ertoe over de twee grote hemellichten te maken, het grootste hemellicht om te heersen over de dag en het kleinste hemellicht om te heersen over de nacht, en ook de sterren.” — Gen. 1:16.

Gemaakt om het „kleinste hemellicht” te zijn

Een andere opmerkelijke ontdekking die het maanonderzoek heeft opgeleverd, is dat de maan werd ontworpen om het „kleinste hemellicht” te zijn. Het maanonderzoek heeft de aanwezigheid van een, zoals men het noemde, „verrassende overvloed van glas” onthuld.

Een onderzoek van het oppervlak van de maan heeft tot de schatting geleid dat ongeveer 50 percent van haar „grond” uit kleine glasdeeltjes bestaat. Het glas is in verschillende vormen te vinden. Sommige deeltjes zijn rond, sommige elliptisch en sommige druppel- of haltervormig. De glasbolletjes variëren in grootte van uiterst kleine korreltjes tot heel kleine knikkers, en ze zijn buitengewoon glanzend als er licht op valt.

Zelfs de maanstenen getuigen ervan dat ze werden gemaakt om licht te weerkaatsen, want ze zitten vol kleine, met glas beklede putjes. Toen ruimteonderzoeker W. R. Shelton voor het eerst maangesteente zag, zei hij dat hij naar een steen ter grootte van een citroen keek die als een juweel bezet was met fragmentjes glas: „De steen zelf zag eruit als grijs houtskool. Iemand naast mij zei dat als hij er toevallig op een parkeerplaats was langsgelopen, hij niet de moeite zou hebben genomen hem op te rapen. Ik zou dat echter wel gedaan hebben. Ik zou onmiddellijk geboeid zijn geweest door de glimmende fragmentjes die mij bijna aankeken alsof ze leefden.” — Winning the Moon.

Ja, sommige van de glasachtige sferoïden glinsterden in de grijze maanstenen als kleine diamantjes! Andere stenen waren bedekt met glasspetters en zagen eruit alsof ze geglazuurd waren.

Dat zo’n groot deel van het maanoppervlak uit glas bestaat, is ongewoon omdat er in de aardbodem heel weinig natuurlijk glas wordt gevonden. Waarom is er dan zoveel glas op de maan? Omdat de bijbel onthult dat de maan door God werd gemaakt om als „kleinste hemellicht” of ’nachtlicht’ te dienen. De kleine glasbolletjes vervullen dezelfde functie als de glasbolletjes in de reflectoren langs wegen, die het licht van autokoplampen opvangen en dan helder oplichten. Ook het glas op de stenen draagt bij tot het weerkaatsend vermogen van de maan, evenals de glasachtige bekleding in de steenputjes.

De ontdekkingen die met betrekking tot de maan zijn gedaan, bevestigen werkelijk wat de bijbel over haar zegt: Dat ze door God werd geschapen, dat ze tot nut van de mens zou zijn en als een licht zou dienen.

Maar de ruimtevaartuigen van de mens zijn tot voorbij de maan, zelfs naar andere planeten gegaan. Wat hebben deze „planeetverkenners” aan het licht gebracht?

[Illustratie op blz. 6]

Door hun ruimtevluchten zijn mensen aan de weet gekomen dat een ruimtevaartuig in een baan om de aarde brengen een precieze afstands- en snelheidsbepaling vereist. Hoe is dan de maan in haar baan om de aarde gekomen? Ook dit vereist een precisie waar het toeval niet voor heeft kunnen zorgen

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen