Zendelingen werden voorbereid op de voor hen liggende obstakels
„WE WETEN waarheen we gaan, we weten wat voor omstandigheden we kunnen verwachten, en we zijn gereed om te gaan!” verzekerde Mark Albers. Aldus gaf hij uiting aan de bereidwilligheid van zijn medezendelingen van de 66ste klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead toen zij hun toewijzingen voor 11 landen aanvaardden.
De uitdagingen die voor hen liggen, zullen niet gemakkelijk zijn. De meesten van hen zullen geconfronteerd worden met een nieuwe taal, een heel andere levensstandaard en vreemde gewoonten. Zij hadden beslist nuttige raad nodig om hen te helpen aan zulke grote veranderingen het hoofd te bieden.
In de loop van het graduatieprogramma dat op 11 maart 1979 werd gepresenteerd, begon het gehoor van 1952 aanwezigen geleidelijk aan te beseffen dat de gegeven raad ook voor hen nuttig was — en niet alleen voor de 26 afgestudeerden. Een van de sprekers, V. Wisegarver, zei: „In dit samenstel worden wij regelmatig geplaagd door een verscheidenheid van problemen. Er zijn tegenslagen en andere obstakels die een werkelijke beproeving kunnen vormen. Soms worden wij geconfronteerd met bedroevende omstandigheden, die ons hele leven beïnvloeden, omstandigheden die wij eenvoudig niet kunnen veranderen.”
Wat is er nodig om het hoofd te bieden aan zulke omstandigheden die niet te veranderen zijn? De spreker antwoordde: „Geduld!” Hij vestigde de aandacht op Jakobus 5:7, waar gesproken wordt over het geduld dat een boer moet hebben. „Wat kan de boer behalve planten en verzorgen van het gewas nog meer doen?” vroeg Wisegarver. „Wel, hij zou zich overmatig bezorgd kunnen maken, of hij zou kunnen stampvoeten en schreeuwen. Maar dit alles zou hem alleen maar van zijn kracht, gezondheid, en vreugde kunnen beroven en zou zeker geen druppel regen opleveren!”
Dus wat is het „geheim” om onder tegenspoed en wisselende omstandigheden rustig te blijven? Als antwoord richtte een andere spreker, R. Rains, de aandacht op de in Filippenzen 4:12, 13 opgetekende woorden van iemand die lange tijd als zendeling had gediend, de apostel Paulus. „Wat was het ’geheim’ dat Paulus had geleerd?” vroeg Rains. „Het is alle bestaande omstandigheden, welke het ook zijn, te aanvaarden en zich ernaar te schikken, en voortdurend op Jehovah te vertrouwen voor de sterkte om voort te gaan.”
In de praktijk, zo toonde Rains, is de bereidheid zich aan te passen nodig om binnen de christelijke gemeente met verschillende persoonlijkheden te kunnen omgaan. Hij las een brief voor van iemand die het „geheim” had geleerd. Daarin stond: „In ons zendelingenhuis heerst een heerlijke geest van samenwerking. Iedereen laat ieder ander zichzelf zijn en toch is iedereen zo behulpzaam.” Er hoeft dus geen conflict te ontstaan omdat iemands persoonlijkheid als een obstakel zou worden gevoeld, als men maar het „geheim” in gedachte weet te houden.
In het volgende programma-onderdeel gaf D. Olson de studenten raad over de noodzaak hun deel bij te dragen in plaats van met elkaar te wedijveren, ondanks het feit dat wij in een wereld leven waar velen menen dat ’winnen het belangrijkste is’. Allen luisterden aandachtig toen hij liet zien hoe diep wedijver ingeworteld kan raken, zelfs bij sommige christenen. Als wij echter de instelling overnemen om met milde hand te geven of ons deel bij te dragen, ongeacht hoe weinig wij hebben om te geven, dan kunnen wij de strik vermijden om dingen uit ’twistgierigheid of egotisme’ te doen. — Fil. 2:3.
De 85 jaar oude president van de school, F. W. Franz, sprak over het boeiende thema „Wat zijn, vanuit een andere gezichtshoek bezien, de volgende gebeurtenissen op het wereldtoneel?” Hij besprak de vervulling van de plagen uit Openbaring hoofdstuk 15 en 16. Deze vertegenwoordigden op plagen gelijkende boodschappen die Gods volk in 1922 begon ’uit te gieten’. Franz toonde de overeenkomst tussen deze hedendaagse uitspraken en de zeven laatste plagen waardoor het oude Egypte werd getroffen (Ex. 8:20–11:10). Na de laatste plaag trokken de Israëlieten uit Egypte, waarna zij bemerkten dat zij bij de Rode Zee ’voor een muur stonden’. God zorgde echter voor de uitweg bij deze schijnbaar onoverkomelijke hindernis.
Franz waarschuwde dat het heel goed mogelijk is dat wij voor een situatie komen te staan die net zo’n onoverkomelijke hindernis lijkt te zijn als die waartegenover de bevrijde Israëlieten bij de Rode Zee stonden. Als dit gebeurt, zouden wij de woorden van God aan Mozes in gedachte moeten houden: „Houd op met bidden en laat het volk optrekken! Voorwaarts, mars!” (Ex. 14:15, The Living Bible) „Dus dat is hetgeen je in gedachte moet houden”, vervolgde Franz. „Wanneer je tegenover deze schijnbaar onoverkomelijke situatie komt te staan, moet je voorwaarts blijven gaan onder leiding van de Grotere Mozes, de Heer Jezus Christus.”
Een muzikaal programma dat werd verzorgd door de studenten en getiteld was „Het gebruik van Jehovah’s gave van muziek” verschafte wat heerlijke ontspanning. Het programma behandelde wat de bijbel over muziek te zeggen heeft, vanaf de tijd van Jubal, de stamvader van allen die de harp en de schalmei hanteren, tot het zingen van het „nieuwe lied” door een groot hemels koor, zoals beschreven in Openbaring. — Gen. 4:21; Openb. 14:3.
Om te laten zien hoe vermeden kan worden dat zich op moreel gebied obstakels ontwikkelen, werd door de afgestudeerden een bijbeldrama opgevoerd met de titel „Wordt veranderd door uw geest te hervormen”. Het belichtte de subtiele morele strikken van onze tijd door zorgvuldig de situatie te bespreken die op de vlakten van Moab onder de Israëlieten bestond, kort voordat zij het Beloofde Land binnengingen. Een tweede drama behandelde situaties in het leven van David die de noodzaak van oprechte loyaliteit illustreerden. De kerngedachte van het thema, „Jehovah zal de weg van zijn loyalen bewaken”, kwam goed naar voren.
Die graduatiedag — 11 maart 1979 — zal inderdaad niet alleen de afgestudeerden, maar ook alle andere aanwezigen nog lang in de herinnering blijven.
[Illustratie op blz. 25]
Afgestudeerden van de zesenzestigste klas van de Wachttoren-Bijbelschool Gilead
66th Class March 1979
In onderstaande lijst zijn de rijen genummerd van voren naar achteren, en de namen in elke rij verwijzen naar de studenten in volgorde van links naar rechts.
(1) A. Del Carlo, E. Lahker, B. Albers, A. Todaro, G. Peay.(2) R. Del Carlo, K. Lahker, V. Scott, D. Rochfort, K. Aaro. (3) D. Todaro, V. Taylor, D. Geringer, L. Graves, W. Geringer. (4) R. Peay, M. Albers, D. Cole, J. Cole, M. Molina. (5) F. Graves, G. Scott, D. Taylor, M. Rochfort, H. Fritz, T. Munz.