Afgezonderd van de wereld

„Deze dingen gebied ik u, dat gij elkaar liefhebt. Indien de wereld u haat, gij weet dat ze mij eerder dan u heeft gehaat.” — Joh. 15:17, 18.

1. Wat heeft Jehovah gedurende lange tijd gereedgemaakt, en voor wie?

IN ZIJN opwindende profetie over ’het teken van het besluit van het samenstel van dingen’ beschrijft Jezus de „weeën der benauwdheid” die de mensheid thans over de gehele wereld ondergaat. Vervolgens verbindt hij hiermee zijn komst in koninklijke heerlijkheid in de hemelen en een scheidingswerk onder de natiën. Nederige, met schapen te vergelijken mensen ontvangen zijn uitnodiging: „Komt, gij op wie de zegen van mijn Vader rust, beërft het koninkrijk dat sedert de grondlegging der wereld voor u is bereid” (Matth. 24:3-8; 25:31-34, 46). Sinds de tijd van de getrouwe Abel is Jehovah God ermee bezig dit Koninkrijksgebied voor de loskoopbare mensenwereld gereed te maken. — Luk. 11:50, 51; 2 Petr. 3:13.

2. (a) Wat is ervoor nodig om ’het koninkrijk te beërven’? (b) Waarom kunt u tegenstand verwachten?

² Wilt u graag deel uitmaken van de rechtvaardige wereld die met eeuwig leven in het aardse gebied van het Koninkrijk wordt beloond? Dan moet u kennis in u opnemen over Jehovah en zijn Zoon en geloof oefenen in Christus’ kostbare offerandelijke bloed (Joh. 17:3; 1 Petr. 1:18-21). Maar wanneer u dit doet, zult u met tegenstand te kampen krijgen, zelfs met bittere haat, van een andere wereld — de mensenwereld buiten de christelijke gemeente. Deze wereld haat Christus omdat hij „getuigenis betreffende haar [aflegt] dat haar werken goddeloos zijn”. Hij waarschuwt zijn discipelen: „Daar gij echter geen deel van de wereld zijt, maar ik u uit de wereld heb uitgekozen, daarom haat de wereld u” (Joh. 7:7; 15:19). Dit is de wereld die binnenkort in de vurige „grote verdrukking” zal vergaan. Ze zal nooit worden hernieuwd. — 2 Petr. 3:5-7; Matth. 24:21, 22; Nah. 1:9.

3. Voor welk scherp omlijnde strijdpunt zien christenen zich geplaatst?

³ Deze goddeloze wereld en haar samenstel van dingen staat onder het toezicht van Gods aartsvijand, Satan de Duivel (2 Kor. 4:3, 4; 1 Joh. 5:19). Wij dienen er daarom nooit bevriend mee te geraken. Dat zou overspel van de ergste soort zijn — geestelijk overspel. „Overspeelsters, weet gij niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap met God is? Al wie daarom een vriend van de wereld wil zijn, maakt zich tot een vijand van God” (Jak. 4:4). Het strijdpunt is scherp omlijnd. Christenen kunnen niets met de huidige goddeloze wereld te maken hebben.

WIE BEZIT DE WAARHEID?

4. Hoe worden ware christenen van de wereld afgezonderd?

⁴ Jezus verzocht zijn Vader betreffende zijn ware volgelingen hen „niet . . . uit de wereld te nemen, maar over hen te waken vanwege de goddeloze”. Zij moesten dus in de godloze mensenwereld blijven leven, maar moesten het vermijden er een deel van te worden. Zij moesten als Jezus zijn, die zei: „Zij zijn geen deel van de wereld, evenals ik geen deel van de wereld ben.” Maar hoe gaat deze afzondering in zijn werk? Jezus antwoordt, in gebed tot Jehovah: „Heilig hen door middel van de waarheid; uw woord is waarheid. Zoals gij mij in de wereld hebt uitgezonden, heb ook ik hen in de wereld uitgezonden. En ik heilig mij ten behoeve van hen, opdat ook zij door middel van waarheid geheiligd mogen zijn.” Wáárheid is hetgeen heiligt en christenen afzondert. — Joh. 17:15-19.

5. (a) Alleen waar kan thans waarheid worden gevonden? (b) Hoe verschillen Jehovah’s getuigen van alle andere organisaties die thans op aarde zijn?

⁵ Maar waar kan men thans waarheid vinden? U zult deze niet aantreffen in de Babylonische sekten van de christenheid en het heidendom, met hun ongefundeerde leerstellingen — maar in Gods geïnspireerde Woord de bijbel en bij de niet-sektarische organisatie die Gods Woord in deze tijd onderwijst. Dit is de theocratische maatschappij van Jehovah’s getuigen, die in 206 landen van de aarde in 26.524 gemeenten zijn georganiseerd. Iets opmerkelijks in verband met deze maatschappij van predikers is dat, hoewel zij in 160 verschillende talen prediken, allen dezelfde kijk hebben op bijbelse leerstellingen, allen in het ene werk en het ene voornemen zijn verenigd en allen het gemeenschappelijke doel van eeuwig leven hebben, terwijl zij vreugdevolle dienst voor Jehovah verrichten. — Zef. 3:9; Zach. 8:23.

6. (a) Waarom verschillen Jehovah’s getuigen van de wereld? (b) Welke beloften heeft de wereld niet vervuld, en waarom niet?

⁶ Gedurende de afgelopen honderd jaar zijn Jehovah’s christelijke getuigen voorstanders geweest van strikte gehoorzaamheid aan de bijbel als Gods geïnspireerde Woord, hetgeen hen deed verschillen van de geestelijken en de natiën. Deze natiën hebben heel wat door mensen gemaakte zegeningen voor deze wereld gepropageerd, zoals een wereld die veilig zou worden gemaakt voor democratie, vier vrijheden voor de mensheid, een betere wereld van morgen, vrede en harmonie voor de gehele mensheid, enzovoort. Maar kan de tegenwoordige corrupte wereld werkelijk enige zegen verwachten? De bijbel antwoordt: Verre van dat!

7. Welke voorspellingen bleken in 1914 waar te zijn?

⁷ Tegen het einde van de jaren 1870 vestigde de eerste president van het Wachttorengenootschap de aandacht op het jaar 1914 als een gekenmerkte datum in de bijbelse profetie. Maar zou dit het begin kenmerken van een tijdperk van zegening voor de wereld? Dat is wat wereldleiders zelfs tot op het „laatste normale jaar” in de menselijke geschiedenis, 1913, hadden gehoopt. In plaats daarvan kwam echter in 1914 — de eerste Wereldoorlog! In de New York World van 30 augustus 1914 werd hierover opgemerkt: „Het uitbreken van een verschrikkelijke oorlog in Europa heeft een buitengewone profetie in vervulling doen gaan. De afgelopen vijfentwintig jaar hebben [Jehovah’s getuigen] de wereld bekendgemaakt dat de Dag der Gramschap, waarover in de bijbel wordt geprofeteerd, in 1914 zou aanbreken. . . . En in 1914 breekt de oorlog uit, de oorlog die een ieder vreesde maar waarvan niemand had gedacht dat hij werkelijk zou kunnen komen.” Welke voorspellingen bleken waar te zijn — die van de wereldleiders of die van de getuigen van Jehovah wier overtuiging op de bijbel is gebaseerd?

8. Wie maakten de waarheid bekend over de Volkenbond? Leg dit uit.

⁸ Toen de oorlog eindigde, bracht een totaal ontredderde wereld haar Volkenbond voort, en het verantwoordelijke comité van de Federale Raad van Kerken van Christus in Amerika beval de voorgestelde Volkenbond aan als „de politieke uitdrukking van het Koninkrijk Gods op aarde” en zei vervolgens dat de Kerk „een krachtige sanctie [kan] geven door de nieuwe internationale orde iets van de profetische heerlijkheid van Gods Koninkrijk te schenken”.a In tegenstelling hiermee stelden Jehovah’s getuigen de Bond consequent aan de kaak als datgene wat hij werkelijk was — „het walgelijke ding dat verwoesting veroorzaakt”, zoals door Daniël en door Jezus was geprofeteerd (Dan. 9:27; 11:31; 12:11; Matth. 24:15; Openb. 13:14-18). In de jaren dertig viel de Bond uiteen en de jaren veertig werden niet door „profetische heerlijkheid” gekenmerkt, maar door de meest verwoestende oorlog van de gehele geschiedenis. Wie hadden een waarachtige bekendmaking gedaan — de wereldse geestelijken of Jehovah’s getuigen?

9. Als wat zijn de V.N. begroet, maar waar kan men hierover de waarheid aantreffen?

⁹ Nog voordat de Tweede Wereldoorlog eindigde, werd de Bond nieuw leven ingeblazen onder een nieuwe naam, de Verenigde Naties, ten einde ’onze kracht te verenigen om internationale vrede en veiligheid te handhaven’. Zowel religieuze als politieke leiders hebben de V.N. als ’s mensen laatste hoop op vrede begroet. Maar heeft deze organisatie die hoop vervuld? De steeds erger wordende crises in het Nabije en Verre Oosten, in Europa, in Afrika en in de beide Amerika’s bewijzen dat de mensheid ver verwijderd is van de vrede en veiligheid waarnaar zo vurig wordt verlangd. Jehovah’s getuigen vestigen de aandacht op de bijbelse profetieën die de Bond en de V.N. beschrijven als een ’wild beest’ dat van het toneel verdwijnt maar daarna weer te voorschijn komt en „de vernietiging tegemoet” gaat (Openb. 17:8). Wie hebben ware taal gesproken over de V.N. — de wereldleiders of Jehovah’s getuigen?

10. (a) Welke grootspraak is er ten behoeve van de materialistische maatschappij geuit? (b) Maar wat zijn de feiten, en wie heeft de waarheid over het materialisme bekendgemaakt?

¹⁰ Meer dan vijftig jaar lang hebben Jehovah’s getuigen door middel van het tijdschrift De Wachttoren consequent voor de gevaren gewaarschuwd die aan de materialistische maatschappij kleven. De wetenschap en de technologie gaan prat op materiële vooruitgang, maar in het tijdsbestek van een halve eeuw hebben zij in werkelijkheid de aarde geruïneerd (Openb. 11:18). Egoïstische materialisten hebben het produktieve land danig verwoest door lucht en grond, rivieren en zeeën te verontreinigen en de levende hulpbronnen van de aarde te decimeren. In sommige landen zijn de weinige rijken heel, heel erg rijk en de vele armen heel, heel erg arm. Met een bevolking die over de gehele aarde explodeert, staan veel natiën thans op de rand van hongersnood, terwijl experts voor het midden van de jaren zeventig rampspoed voorspellen. In plaats dat de politieke beloften van een schitterend, materialistisch morgen worden verwezenlijkt, vormt de verwoesting op aarde een vervulling van Jehovah’s profetieën over de weerspannigheid van de mensheid in de „laatste dagen” (Mark. 13:8; 2 Tim. 3:1, 2; Openb. 6:5-8). Wie hebben de waarheid bekendgemaakt over het materialisme — de propagandisten van de wereld of Jehovah’s getuigen?

11, 12. (a) Waarom heeft God de mensen gewaarschuwd Babylon de Grote te verlaten? (b) Hoe denken de geestelijken over de bijbelse waarheid? (c) In welk opzicht vervult de Babylonische religie thans de ware profetieën?

¹¹ Vele tientallen jaren lang hebben Jehovah’s getuigen op bijbelse profetieën gewezen waarin wordt aangetoond dat het wereldrijk van valse religie, het hedendaagse Babylon de Grote, binnenkort ten onder gaat. De op de bijbel gebaseerde waarschuwing heeft gedurende al deze tijd geluid: „Gaat uit van haar, mijn volk, indien gij niet met haar in haar zonden wilt delen, en indien gij geen deel van haar plagen wilt ontvangen.” De zonden van de Babylonische sektarische religie hebben zich helemaal tot God in de hemel opgehoopt, en binnenkort zal ze volledig worden vernietigd (Openb. 18:4-8). De geestelijken van de christenheid hebben zelfs de bijbel, het fundamentele leerboek van het christendom, verworpen! Volgens een recente enquête waarbij 7400 geestelijken in de Verenigde Staten waren betrokken, waren degenen die verklaarden dat zij de bijbel niet als het geïnspireerde Woord van God aanvaardden, in de grote meerderheid — 82 percent van de methodistische, 89 percent van de episcopale, 81 percent van de presbyteriaanse en 57 percent van de baptistische en lutherse geestelijken die werden ondervraagd. De geestelijken zijn werkelijk ’blinde gidsen van de blinden’ geworden. — Matth. 15:14.

¹² In de loop der jaren zijn eerlijke mensen in „christelijke” en „heidense” landen uit de valse religie gevlucht om te zamen met Jehovah’s getuigen de ware aanbidding te beoefenen. En nu, terwijl wij de jaren zeventig zijn binnengegaan, doet zich een verbazingwekkende situatie voor. De traditionele religieuze organisaties beginnen uiteen te vallen, terwijl zelfs de priesters en masse hun post verlaten. Het is alsof de aanhangers van Babylon de Grote, die zo lang uit commerciële hebzucht door haar zijn uitgebuit, nu onder haar ’opdrogen’ (Openb. 16:12). Wie hebben de waarheid over de Babylonische religie verteld — de geestelijken of Jehovah’s getuigen?

13. Waardoor wordt te kennen gegeven dat velen van de mensheid de waarheid nog steeds liefhebben?

¹³ Terwijl Satans organisatie afbrokkelt, geniet de organisatie van Jehovah onder zijn bescherming en leiding op wonderbare wijze voorspoed. Degenen die hun opdracht aan Jehovah door middel van de waterdoop symboliseren, nemen elk jaar snel toe — 82.842 in 1968, 120.905 in 1969 en 164.193 in het dienstjaar 1970. Aangezien meer dan 1.500.000 verkondigers elke maand in het veld werkzaam zijn, heeft de uitgeversorganisatie van Jehovah’s getuigen het er heel erg druk mee om aan de vraag naar publikaties te blijven voldoen. In 1967 bereikte de produktie van bijbels en gebonden boeken in de drukkerij te Brooklyn een totaal van 8.252.860 exemplaren, in 1968 waren dit 12.130.996 exemplaren en in 1969 werd een verbazingwekkend hoogtepunt bereikt van 24.038.531 exemplaren. Maar in 1970 bereikte het aantal gedrukte bijbels en boeken het totaal van 26.232.766 exemplaren. Ook de produktie van tijdschriften blijft enorm toenemen, en tegen het einde van 1969 deed het Wachttorengenootschap een noodzakelijke stap door zijn drukkerijruimte in Brooklyn door middel van de aankoop van nog een drukkerijcomplex bijna te verdubbelen. De vraag naar waarheid en naar bijbels onderricht van de zijde van mensen die rechtvaardigheid zoeken, neemt toe. Jehovah’s getuigen zijn buitengewoon blij dat zij de waarheid bezitten en die met anderen kunnen delen. „Gelukkig het volk welks God Jehovah is!” — Ps. 144:15.

DE WERELD VERMIJDEN

14. Hoe heeft de waarheid christenen van de wereld afgezonderd?

¹⁴ De waarheid zondert christenen van de wereld af. Zij kunnen geen aandeel hebben aan demonstraties of aan welke politieke emotionaliteit maar ook die over de gehele wereld wordt opgezweept. Als Jezus belangstelling had gehad voor wereldse politiek, zou hij in een minimum van tijd een heel leger van volgelingen op de been hebben kunnen brengen. Maar op de avond van zijn arrestatie stond hij zijn paar discipelen niet eens toe voor hem te strijden. Waarom niet? Jezus antwoordt: „Mijn koninkrijk is geen deel van deze wereld” (Joh. 18:10, 11, 36). De materialistische filosofie die thans de overhand heeft, is te ’eten, te drinken en vrolijk te zijn’ zonder aan morgen te denken. Maar zoals Jezus in Lukas 12:16-21 in zijn illustratie over „een zeker rijk mens” aantoonde, zal zo iemand onvermijdelijk door rampspoed getroffen worden. „Zo gaat het met iemand die schatten vergaart voor zichzelf, maar niet rijk is met betrekking tot God.”

15. Waarom is omgang in Gods organisatie verreweg boven wereldse omgang te verkiezen?

¹⁵ Hoewel wij enige tijd in deze wereld moeten doorbrengen, behoeven wij er niet onnodig omgang mee te hebben. Wij moeten onze waakzaamheid niet laten verslappen door op kantoorfuifjes, tijdens uitstapjes of in sportclubs vertrouwelijke omgang met wereldlingen te hebben (1 Kor. 15:33). Wereldse mensen laten zich niet door Gods beginselen leiden en een „mooi” uiterlijk kan slechte bedoelingen verbergen. Wanneer u in rechtschapenheid met Jehovah wandelt door wereldse omgang te mijden, zult u verheugd bemerken dat hij u niets onthoudt wat goed voor u is. Degenen die ijverig omgang in „tenten der goddeloosheid” vermijden, worden werkelijk herhaaldelijk beloond. „O Jehovah . . . Gelukkig zijn zij die in uw huis wonen! Zij blijven u nog steeds loven. . . . Want één dag in uw voorhoven is beter dan duizend elders.” — Ps. 84:3, 4, 10-12.

16. (a) Waartegen dienen ouders hun kinderen te versterken? (b) Welke wijze raad wordt in Exodus 23:2 gegeven?

¹⁶ Voor indrukken vatbare jongeren zijn vaak het doelwit van hebzuchtige materialisten. Ouders, versterkt uw kinderen. Ziet erop toe dat zij de slechte invloeden op school — dansen, fuifjes, afspraakjes met personen van de andere sekse — vermijden. Dit betoverende, sensuele tijdperk haalt zijn buitengewoon rijke oogst binnen aan jeugdimmoraliteit, verschrikkelijke venerische ziekten, diefstal, verslaving aan verdovende middelen en opstand tegen de maatschappij. Met een wijze vooruitziende blik gebood Jehovah Israël: „Gij moogt de grote massa niet volgen met kwade oogmerken” (Ex. 23:2). Dit is ook op onze jonge mensen in deze tijd van toepassing. Het gepeupel, met zijn ontaarde denkwijze, zal hen alleen maar van Jehovah’s voortreffelijke beginselen afbrengen. Wanneer het gepeupel in actie komt, loopt vaak de nieuweling of de nieuwsgierige omstander letsel op. Voor uw mentale, morele en fysieke welzijn is het verstandig ver van „de grote massa” vandaan te blijven.

17. (a) Hoe dient onderwijs beschouwd te worden? (b) Hoe kunnen wij in de waarheid blijven?

¹⁷ Alle wereldse carrières zullen spoedig eindigen. Waarom zou de jeugd van thans zich daarom voor ’hoger onderwijs’ interesseren met het oog op een toekomst die nooit zal komen? De universiteiten ontaarden toch al in een chaos. Jonge mensen kunnen het noodzakelijke onderwijs voor een nuttig leven verkrijgen door goed hun best te doen op de middelbare school, terwijl daarbij nog het ’hoogste onderwijs’ komt dat Jehovah door middel van zijn organisatie verschaft en waardoor men op een voldoening schenkende carrière van volle-tijddienst wordt voorbereid die eeuwig duurt (Ps. 71:5, 17; 61:8). Laten jonge mensen, en ook oudere mensen, bovendien lectuur, TV en films vermijden waarin de nadruk wordt gelegd op een wereldse gezindheid. Hoeveel verstandiger is het om niet te kijken hoe dicht men bij de handelwijze van de wereld kan blijven en toch nog in de waarheid kan zijn, maar hoe ver men van de belangen en gewoonten van de wereld vandaan kan blijven! — 2 Kor. 6:17; Rom. 12:2.

18. Hoe kunnen wij met succes het hoofd bieden aan de druk van het leven?

¹⁸ De zenuwachtige drukte van de twintigste-eeuwse levenswijze brengt haar problemen met zich. Als men er niet op toeziet, kunnen de theocratische belangen hierdoor uit iemands leven worden verdrongen. Sommigen zijn zo negatief dit toe te laten. Maar er bestaat een tegenmiddel. Dit is door meer dan gewone aandacht te schenken aan persoonlijke bijbelstudie, aan de vergaderingen en aan het dienen van Jehovah. Gebruik theocratische activiteit om onnodige materiële belangen uit uw leven te bannen, en u zult gezegend worden. Blijf niet in gebreke uw offers, het beste wat u bezit, aan uw God te geven. „’Stelt mij alstublieft in dit opzicht op de proef’, heeft Jehovah der legerscharen gezegd, ’of ik voor ulieden niet de sluizen van de hemel zal openen en werkelijk een zegen over u zal uitgieten totdat er geen gebrek meer is’” (Mal. 3:10). Jehovah komt zijn beloften altijd na. — Jes. 55:11.

19. Hoe kunnen wij persoonlijke problemen overwinnen?

¹⁹ Blijf dicht bij wat Jehovah verschaft. Vertrouw met geheel uw hart op hem (Spr. 3:5). Volg het geloof na van andere ijverige getuigen, zowel in de oudheid als in deze tijd (Hebr. 6:11, 12). Als persoonlijke problemen te groot blijken te zijn, leg ze dan aan de rijpe dienaren in de gemeente voor en volg de liefdevolle raad op die zij u geven (Hebr. 13:7, 17). Steun in tijden van beproeving of zwakte des te zwaarder op Jehovah in gebed, want hij is een Bron van kracht waardoor u elk probleem kunt overwinnen (Jes. 40:29, 31; Ps. 59:16, 17). Paulus geeft dan ook de aansporende raad: „Verheugt u altijd. Bidt zonder ophouden. Brengt in verband met alles dank. . . . Onthoudt u van elke vorm van goddeloosheid.” — 1 Thess. 5:16-22.

DE WERELD VERMIJDEN, SCHENKT ZEGENINGEN

20. Wat is de werkelijke situatie waarin de wereld zich thans bevindt, maar hoe wordt een christen hiervan bevrijd?

²⁰ Kan de wereld als „gelukkig” worden beschreven? Is iemand in zijn doodsweeën soms gelukkig? Dat is nu precies de situatie waarin deze wereld zich bevindt. Ze is ongeneeslijk ziek. In politiek, commercieel, religieus en moreel opzicht heeft deze wereld „haar tijd gehad”. Het onderwijs heeft met grote moeilijkheden te kampen. De prijzen van de noodzakelijke levensmiddelen vliegen omhoog. Demonstraties en rassenonlusten maken de verwarring alleen nog maar erger. Veel natiën staan op de rand van anarchie. Maar u behoeft niet in de angstige bezorgdheid, in de vrees of in de somberheid van de wereld te delen. U kunt een nauwkeurige kennis hebben betreffende datgene wat er in de wereld gebeurt, en door overeenkomstig die kennis te handelen, kunt u zich in een voldoening schenkende vrijheid verheugen. Jezus’ belofte luidt: „Indien gij in mijn woord blijft, zijt gij werkelijk mijn discipelen, en gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken.” — Joh. 8:31, 32.

21, 22. (a) Waarom is het voor allen die waarheid liefhebben dringend noodzakelijk om zonder uitstel Jezus’ discipelen te worden? (b) Hoe vormen de slaven van de gelukkige God een tegenstelling met de wereldse religie? (c) Waarom gaan dezen op naar Jehovah’s huis?

²¹ En hoe wordt iemand een vrije discipel? Door te luisteren naar en te studeren met degenen die reeds Jezus’ discipelen zijn en die Jezus’ gebod ten uitvoer brengen: „Gaat . . . maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende . . . en leert hun onderhouden alles wat ik u geboden heb.” De uit de doden opgewekte Jezus leidt dit werk, helemaal „tot het besluit van het samenstel van dingen”. Binnenkort zal het te laat zijn om een gedoopte discipel te worden (Matth. 28:19, 20). „Nu in het bijzonder is het de tijd van aanvaarding. Ziet! Nu is het de dag van redding” (2 Kor. 6:2). Nu is het voor mensen over de gehele wereld die rechtvaardigheid liefhebben de tijd om de waarheid te leren kennen en in een goedgekeurde, opgedragen verhouding tot God te komen. Naarmate de vervulling van Jezus’ profetie over „weeën der benauwdheid” haar hoogtepunt bereikt, is het tijd deze veroordeelde wereld en haar samenstel van dingen snel te ontvluchten. — Matth. 24:15-22.

²² Allen die een plaats zoeken in de losgekochte maatschappij van de mensheid, sluiten zich daardoor aan bij het gelukkigste volk op aarde — Jehovah’s getuigen. Zij zijn de enige mensen die zeker weten wat de toekomst hun zal brengen (Rom 5:1-5; 8:19-21). Zij zijn de gelukkige slaven van de gelukkige God (Matth. 5:3-12; 1 Tim. 1:11). Wat een tegenstelling vormen zij met de formalistische, schijnheilige religieuze sekten van Babylon de Grote! Wanneer men naar de Koninkrijkszaal van Jehovah’s getuigen gaat, treft men er geen koele gereserveerdheid aan, geen in verlegenheid brengend ceremonieel, geen gegroet van afgoden of symbolen, geen verheerlijking van schepselen, geen klasse van geestelijken, geen doorgeven van collecteschalen, geen dienstbaarheid aan dogma’s of tradities (Mark. 7:3-8). Deze zalen zijn plaatsen waar opgewektheid heerst en waar gelukkige mensen bijeenkomen. Dit zijn mensen met een schitterende hoop en zij verwelkomen vreugdevol anderen die komen om te leren en delen die hoop met hen. Hun houding wordt goed tot uitdrukking gebracht door David: „Ik verheugde mij toen men tot mij zei: ’Laten wij naar het huis van Jehovah gaan.’” In de theocratische omgang van Jehovah’s getuigen treft men verfrissende „vrede” en „onbezorgdheid” aan. — Ps. 122:1, 7; Jes. 2:2-4.

23. Welke vreugde ervaren degenen die van de wereld zijn afgezonderd thans?

²³ Naarmate de goddeloze wereld steeds goddelozer en de hoop van de rechtvaardigen steeds helderder wordt, wordt de tegenstelling tussen de stervende wereld en degenen die als Jehovah’s losgekochten zijn afgezonderd, groter. Deze laatstgenoemden hopen deel uit te maken van de mensenwereld die nooit zal voorbijgaan. Vreugdevol slaan zij acht op Jehovah’s raad: „Betreed het pad van de goddelozen niet . . . Mijd die, . . . wijk ervan af.” Wat bemerken zij wanneer zij dit doen? Dat „het pad van de rechtvaardigen is als het glanzende licht, dat steeds helderder wordt tot de dag stevig bevestigd is” (Spr. 4:14-18). Werkelijk, wat een vreugde is het een steeds duidelijker begrip te krijgen van Jehovah en zijn glorierijke Koninkrijksvoornemens die door bemiddeling van zijn Zoon, Christus Jezus, verwezenlijkt worden!

24. Welke weg vinden de losgekochten thans, en met welk resultaat?

²⁴ Een mensenwereld — Satans rijk — met haar onheilige samenstel van dingen, staat op het punt in te storten. Het waarschuwingssignaal is duidelijk voor allen zichtbaar: Heb er niets mee te maken! Zonder u af! Neem uw plaats in — en bewaar die ook — onder de losgekochten van de mensheid die „de Weg der Heiligheid” hebben gevonden. Dezen verheugen zich uitbundig over het feit dat Jehovah, door bemiddeling van Christus, thans met Koninkrijksmacht op de hemelse Berg Sion regeert. Zij „[komen] naar Sion . . . met vreugdegeroep, en verheuging tot onbepaalde tijd zal op hun hoofd zijn. Tot uitbundige vreugde en verheuging zullen zij geraken, en droefheid en zuchten moeten wegvlieden”. — Jes. 35:8-10.

[Voetnoten]