Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w69 15/10 blz. 611-612
  • Hoed u voor een al te grote zelfverzekerdheid!

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hoed u voor een al te grote zelfverzekerdheid!
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1969
  • Vergelijkbare artikelen
  • Pas op voor trots en overmoed
    Leven en dienen als christenen: werkboek voor vergaderingen 2021
  • „Zijt waakzaam met het oog op gebeden”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1958
  • De invloed van het weer op de loop van de geschiedenis
    Ontwaakt! 2011
  • Mensen „met dezelfde gevoelens als wij”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1969
w69 15/10 blz. 611-612

Hoed u voor een al te grote zelfverzekerdheid!

EEN vertrouwen dat op zijn plaats is, is goed en nuttig, doch zowel de wereldlijke als de bijbelse geschiedenis waarschuwen ons voor de strik van al te grote zelfverzekerdheid. Het Babylon uit de oudheid was al te zelfverzekerd, met als gevolg dat het in handen van de legers van Cyrus of Kores viel. En Victor Hugo, de bekende Franse schrijver en historicus uit de vorige eeuw, spreekt over de al te grote zelfverzekerdheid die Napoleon vóór de slag bij Waterloo aan de dag legde:

„De keizer was nog nooit in zo’n goede stemming geweest als vandaag. . . . De man die bij Austerlitz [waar Napoleon jaren daarvoor zijn glansrijkste overwinning had behaald] somber was geweest, was bij Waterloo vrolijk. Op het moment dat Wellington terugtrok, was Napoleon opgewonden. Er restte alleen nog de taak de terugtocht met vernietiging te voltooien. Napoleon die zich abrupt omkeerde, zond een depêche naar Parijs om bekend te maken dat de slag gewonnen was.”

Was de slag toen echter gewonnen? Was de overwinning werkelijk binnen zijn bereik? Zijn al te grote zelfverzekerdheid maakte dat hij die voorbarige conclusie trok, doch de geschiedenis zou het tegendeel boekstaven. Zozeer zelfs dat „Waterloo” spreekwoordelijk is geworden voor „een beslissende of noodlottige nederlaag of ommekeer”.

Er bestaat een goede reden de gevolgtrekking te maken dat Napoleons nederlaag bij Waterloo op zijn minst gedeeltelijk het gevolg was van zijn al te grote zelfverzekerdheid. Zo vertelt een autoriteit, die dit bespreekt, ons dat „de Franse keizer in zijn orders geen blijk gaf van zijn gewone voorzichtigheid en grondigheid, noch van zijn gewone ruime oordeel in de uitvoering ervan”. Zeker als hij was, had hij toch moeten bedenken dat er tal van dingen, zoals het weer, waren waarover hij wellicht geen zeggenschap zou kunnen uitoefenen, en deze factoren veroorzaakten dan ook inderdaad zijn ondergang.

Ook de bijbelse geschiedenis wijst op de valstrikken van een al te grote zelfverzekerdheid. De bijbel zegt dat de Syrische koning Benhadad eens van Israëls koning „uw zilver en uw goud . . . en uw mooiste vrouwen en kinderen” eiste.

Israëls koning achtte het verstandig toe te geven en gaf daarom ten antwoord: „Zoals gij beveelt, mijn heer de koning; ik en al het mijne behoren u toe.” Hiermee echter nog niet tevreden, werd koning Benhadad al te zelfverzekerd en ging nog veel meer eisen stellen. Nu eiste hij dat het zijn dienaren zou worden toegestaan de huizen van de koning van Israël en van zijn dienaren zorgvuldig te doorzoeken en „alles wat in uw ogen begeerlijk is” te nemen. Dit ging echter al te ver en Israëls koning liet dus weten: „Dit kan ik niet doen.”

Vervolgens sneed Benhadad erover op wat hij met Samaria zou doen. Op die grootspraak gaf Israëls koning ten antwoord: „Wie zich aangordt [zijn wapenrusting], beroeme zich niet, als wie zich ontgordt” na een zegevierende terugkeer uit de strijd. Toen de twee koningen en hun legers slaags raakten, zorgde Jehovah ervoor dat Israëls koning ondanks een grote overmacht de overwinning behaalde. — 1 Kon. 20:1-21.

De christelijke apostel Petrus ondervond ook moeilijkheden door een al te grote zelfverzekerdheid. Jezus had zijn elf getrouwe apostelen op de avond waarop hij verraden zou worden, verteld: „In deze nacht zult gij allen in verband met mij tot struikelen worden gebracht.” Petrus was echter al te zelfverzekerd en zei: „Ook al worden alle anderen in verband met u tot struikelen gebracht, ik zal nimmer tot struikelen worden gebracht! . . . Zelfs al moest ik met u sterven, ik zal u geenszins verloochenen.” Petrus’ al te grote zelfverzekerdheid kwam hem echter duur te staan! Kort daarna heeft hij zijn Meester driemaal verloochend. — Matth. 26:31-35, 69-75.

Wij kunnen er niet aan ontkomen, een al te grote zelfverzekerdheid is iets waarvoor wij op onze hoede moeten zijn. Niet alleen omdat de toekomst altijd onzeker is, maar ook omdat juist onze al te grote zelfverzekerdheid kan veroorzaken dat wij onoordeelkundig handelen en onszelf aldus hartzeer bezorgen. Daarom gaat de apostel Paulus, na voorbeelden te hebben gegeven van de ernstige fouten die de Israëlieten uit de oudheid hadden gemaakt, verder met op te merken dat deze dingen „werden opgeschreven tot een waarschuwing voor ons . . . Wie daarom denkt te staan, passe op dat hij niet valt”. — 1 Kor. 10:5-12.

Verre van al te zelfverzekerd te zijn met betrekking tot de toekomst, schrijft wijsheid ons voor te zeggen: „Indien Jehovah wil, zullen wij leven en ook dit of dat doen.” Te allen tijde en bij al ons doen en laten moeten wij acht slaan op Jehovah. — Jak. 4:15; Spr. 3:6.

Staat u voor een nieuwe taak, betrekking of toewijzing? Hoed u dan voor de neiging al te zelfverzekerd te zijn door de houding aan te nemen: „Dit is gemakkelijk!” of dat u veel beter weet wat er gedaan dient te worden dan degenen die er veel ervaring in hebben opgedaan. Het is inderdaad een waar spreekwoord: „Wijsheid is bij de bescheidenen.” Wees dus bescheiden. — Spr. 11:2, NW.

Jongeren moeten vooral op hun hoede zijn voor de strik van al te grote zelfverzekerdheid. Zij mogen dan al enige kennis hebben verkregen, maar zijn zij in staat deze te allen tijde toe te passen? Zij besturen dolgraag een auto, maar hoe goed is hun oordeel? Hun verlangen te trouwen kan, althans gedeeltelijk, het gevolg zijn van een al te grote zelfverzekerdheid. Velen van hen vatten de verantwoordelijkheden en lasten die met het huwelijk gepaard gaan licht op. Deze worden bovendien groter als er sprake is van emotionele onrijpheid. Geen wonder dat één van de twee tienerhuwelijken op echtscheiding uitloopt!

Men moet vooral voor een al te grote zelfverzekerdheid oppassen in verband met de prediking van het Woord van God vanaf het openbare podium. Een al te grote zelfverzekerdheid maakt dat men nalaat zich goed voor te bereiden. Het gevolg is dat de spreker zich wellicht schuldig maakt aan schoonschijnende algemeenheden en onnauwkeurigheden. Vooral degenen die kunnen „praten als Brugman” moeten ervoor oppassen en in gedachten houden dat zij niet alleen maar spreken om de toehoorders bezig te houden, doch om hen geestelijk op te bouwen. De apostel Paulus heeft in dit opzicht een goed voorbeeld gesteld, want hij vroeg zijn christelijke broeders voor hem te bidden dat hij in staat mocht zijn het goede nieuws bekend te maken zoals hij behoorde te doen, met alle vrijmoedigheid van spreken. — Ef. 6:18-20.

Het is buiten kijf, een al te grote zelfverzekerdheid is altijd onverstandig. Het is verstandig voorzichtigheid te betrachten en bescheiden te zijn en naar Jehovah God op te zien voor hulp. Dit wordt, zoals wij hebben gezien, door zowel de wereldlijke als de bijbelse geschiedenis gestaafd.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen