Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • w70 15/1 blz. 37-40
  • Blijft u vorderingen maken?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Blijft u vorderingen maken?
  • De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • GELOOF ESSENTIEEL VOOR VOORUITGANG
  • DE NOODZAAK TOE TE NEMEN IN NAUWKEURIGE KENNIS
  • EEN OPENBARE BEKENDMAKING DOEN VAN UW GELOOF
  • ZICH OPENLIJK AAN GODS ZIJDE STELLEN
  • Het op de proef stellen van uw getrouwheid
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1955
  • Geloof in geloof — Is dat uw geloof?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1961
  • Toegenomen kennis werpt duurzame voordelen af
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1958
  • Blijf geestelijke vorderingen maken!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1998
Meer weergeven
De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1970
w70 15/1 blz. 37-40

Blijft u vorderingen maken?

Welke vooruitgang is van het grootste belang en hoe maakt men die?

IN ALLE lagen van de maatschappij bestaat belangstelling voor vooruitgang. Regeringen stellen programma’s op voor de vooruitgang van hun onderdanen op het gebied van cultuur, onderwijs en economie. Handelmaatschappijen zijn altijd op de uitkijk naar vooruitstrevende personen die een administratieve positie kunnen bekleden. En welke ouders zijn niet verheugd als zij op het rapport dat hun kind van school mee naar huis brengt, een prijzende opmerking over zijn vorderingen zien?

Het doet er dus niet toe waar wij tegenwoordig kijken, wij bemerken dat de mensen belangstelling hebben voor vooruitgang. Bij nadere beschouwing blijkt evenwel dat de vooruitgang waar het merendeel zich voor interesseert van economische of materiële aard is. Er wordt weinig of geen nadruk gelegd op morele of geestelijke waarden. Het gevolg is dat wij op wereldomvattende schaal zien gebeuren wat de natie Israël uit de oudheid is overkomen toen er te veel nadruk werd gelegd op de materiële kant van het leven.

Het feit beseffend dat mensen die in stoffelijk opzicht rijk zijn gemakkelijk God kunnen vergeten en op zichzelf gaan vertrouwen, waarschuwde Gods profeet Mozes die natie toen ze op het punt stond het rijke land in bezit te nemen dat God haar had beloofd: „Neem u in acht dat gij Jehovah, uw God niet vergeet door zijn geboden en zijn rechterlijke beslissingen en zijn inzettingen, die ik u heden gebied, niet te onderhouden; uit vrees dat gij eet en u inderdaad verzadigt, en goede huizen bouwt en ze ook bewoont, en uw rund- en uw kleinvee zich vermeerdert, en zilver en goud zich voor u vermeerderen, en alles wat van u is, zich vermeerdert, en uw hart zich inderdaad verheft en gij Jehovah, uw God, inderdaad vergeet.” — Deut. 8:11-14.

De latere geschiedenis van de bijbel vertelt ons dat dit precies is wat er gebeurde: „Israël ging zijn Maker vergeten” (Hos. 8:14). Ja, zij begonnen zelfs een materialistische valse god, Baäl genaamd, te aanbidden en hun stoffelijke welvaart aan hem toe te schrijven! In plaats van toe te nemen in gunst bij de ware God, Jehovah, ging de natie dus achteruit, of, zoals Jehovah het zelf uitdrukte, ’begaven zij zich achterwaarts en niet voorwaarts’ (Jer. 7:24). Wegens het feit dat de natie door gebrek aan geloof in geestelijk opzicht geen vorderingen maakte, werd ze ten slotte door God verworpen. — Hebr. 3:19.

Betreffende de oordelen die God over de natie Israël voltrok, schreef de christelijke apostel Paulus: „Deze dingen nu bleven hun overkomen als voorbeelden en ze werden opgeschreven tot een waarschuwing voor ons” (1 Kor. 10:11). Welnu, welke waarschuwende lering dienen wij uit die natie die „zich achterwaarts en niet voorwaarts” begaf, te trekken? Deze, dat als wij niet in geloof in God blijven groeien en in geestelijk opzicht geen vorderingen blijven maken, wij ons Gods afkeuring op de hals zullen halen.

Maakt u in geestelijk opzicht dus vorderingen? Groeit u in geloof?

GELOOF ESSENTIEEL VOOR VOORUITGANG

Bij het noemen van geloof zijn velen geneigd te antwoorden: „Maar ik geloof wel in God!” Toch hebben velen van hen niet eens de bijbel, het Woord van God, gelezen. Wat zij dan al over God mogen weten, is daarom alleen wat anderen hun hebben verteld. En in deze tijd, nu zovelen God in een verkeerd daglicht plaatsen, stellen wij terecht de vraag: „Hebben zulke personen werkelijk een nauwkeurige kennis van God?” Meestal niet. Als wij nauwkeurige kennis begeren, is het beslist noodzakelijk persoonlijk de bijbel te bestuderen.

Waarachtig geloof is een vaste overtuiging, gebaseerd op nauwkeurige kennis van Gods Woord, dat de waarheid is (Rom. 10:17; Joh. 17:17). De bijbel omschrijft waarachtig geloof als „de verzekerde verwachting van dingen waarop wordt gehoopt, de duidelijke demonstratie van werkelijkheden die echter niet worden gezien”. Werkelijk geloof is gebaseerd op „werkelijkheden” en heeft men niet van horen zeggen. — Hebr. 11:1.

Zonder een nauwkeurige kennis van Gods Woord is het dus onmogelijk het geloof te hebben waarmee wij God kunnen behagen. Of u wel of niet in geestelijk opzicht vorderingen blijft maken, hangt in werkelijkheid af van de diepte van uw waardering voor God en voor zijn voorzieningen voor het leven. Zulk een waardering gloeit naar gelang van de kennis die u omtrent hem verkrijgt. Wat doet u dus om uw kennis van God te vermeerderen, ten einde uw waardering te verdiepen en aldus uw geloof op te bouwen?

DE NOODZAAK TOE TE NEMEN IN NAUWKEURIGE KENNIS

Het kan zijn dat u enige kennis van de bijbel hebt omdat u hem hebt gelezen. Of misschien hebt u zelfs wel de bijbel bestudeerd met degenen die dit tijdschrift verspreiden, de christelijke getuigen van Jehovah. Misschien ook hebt u enkele van hun vergaderingen in de plaatselijke Koninkrijkszaal bijgewoond. Als u nadenkt over de kennis die u thans van de bijbel hebt, vergeleken met de kennis die u ten tijde van uw eerste contact met Jehovah’s getuigen bezat, zult u zeer waarschijnlijk van mening zijn dat u bent toegenomen in nauwkeurige bijbelkennis. Blijft u echter in geestelijk opzicht vorderingen maken? Kunt u op dit moment zeggen dat u „geloof [bezit,] wat tot het in leven behouden van de ziel leidt”? (Hebr. 10:39) Of hebt u toegelaten dat de zorgen van het leven uw geestelijke vooruitgang in de weg staan?

Jezus toonde in zijn illustratie van de zaaier aan dat er personen zouden zijn die het woord der waarheid zouden horen, maar die hun geestelijke vooruitgang door „de zorg van dit samenstel van dingen en de bedrieglijke kracht van de rijkdom” zouden laten belemmeren (Matth. 13:22). Het is waar dat het in de meeste delen der aarde moeilijker wordt in de eerste levensbehoeften te voorzien, doch is dit een reden ’het woord te laten verstikken’? Jezus toonde aan dat het degenen die zich al te veel bekommeren om de dagelijkse levensbenodigdheden, zoals wat zij zullen aantrekken en wat zij zullen eten, in werkelijkheid aan geloof ontbreekt (Matth. 6:30). Als wij hetzelfde verlangen hebben als Jezus’ apostelen, die zeiden: „Geef ons meer geloof”, dan zullen wij onze geestelijke behoeften niet wegens bezorgdheid over materiële dingen veronachtzamen. — Luk. 17:5.

Er zijn ook tal van mensen die liefde voor Gods Woord hebben, doch die er zich door familieleden of vrienden van laten afhouden de studie van Gods Woord ernstig op te nemen. Er kan worden gezegd dat zulke personen belet worden in geestelijk opzicht vorderingen te maken omdat zij in een strik zijn geraakt, want „het beven voor mensen, dát spant een strik” (Spr. 29:25). Bent u in die strik geraakt? Als dit zo is, dan moet u eraan herinnerd worden dat niet de mens, maar Jehovah God ’het voorwerp van uw vrees dient te zijn, en dat hij Degene dient te zijn die u doet beven’. — Jes. 8:13.

Wij dienen een eerbiedige vrees voor God te hebben, de vrees hem te mishagen. „Jehovah heeft een welgevallen in hen die hem vrezen”, maar in degene die „terugdeinst, heeft mijn ziel geen behagen”, zegt hij (Ps. 147:11; Hebr. 10:38). Willen wij de goedkeuring ontvangen van Degene die ons met eeuwig leven kan belonen, dan is het dus duidelijk dat wij niet kunnen terugdeinzen of schipperen.

Degenen die met succes het hoofd bieden aan de uitdagingen aan hun geloof, beseffen de noodzaak hun geloof door geregelde studie van de bijbel en door geregeld met Gods naamvolk samen te komen, op te bouwen. Zij beseffen de noodzaak om, ten einde standvastig in het geloof te worden, „gevoed [te worden] met de woorden van het geloof” (1 Tim. 4:6). In hun wens ’tot redding te groeien’ hebben zij „een verlangen naar de onvervalste melk behorend tot het woord” aangekweekt (1 Petr. 2:2). Zij zijn er niet tevreden mee te hooi en te gras de bijbel te bestuderen of zich af en toe aan Gods geestelijke tafel in de gemeentevergaderingen te goed te doen. Wilt u blijven ”toenemen in de nauwkeurige kennis van God”, dan moet u hun voortreffelijke voorbeeld van geloof navolgen. — Kol. 1:10.

EEN OPENBARE BEKENDMAKING DOEN VAN UW GELOOF

Naarmate u in kennis en inzicht van de waarheid van Gods Woord blijft groeien, zult u bemerken dat uw geloof in God toeneemt. De verzekerde verwachting van de vervulling van Gods beloften met betrekking tot een nieuwe ordening van rechtvaardigheid zal úw verwachting worden. Als u in de bijbel de profetische voorafschaduwingen van Gods nieuwe samenstel van dingen leest, zal de hoop in u worden aangekweekt dan te mogen leven ten einde de zegeningen ervan te genieten (2 Petr. 3:13; Openb. 21:3, 4). En heel vanzelfsprekend zult u de drang gevoelen anderen over uw op de bijbel gebaseerde hoop te vertellen en uit de overvloed van uw hart te spreken. — Matth. 12:34.

De christelijke apostel Paulus voelde de drang een openbare bekendmaking van zijn geloof te doen (Rom. 10:10). Hij wist dat het Gods „wil . . . is dat alle soorten van mensen worden gered en tot een nauwkeurige kennis van de waarheid komen” (1 Tim. 2:4). Door de nauwkeurige kennis die hij van de waarheid had beschouwde hij zich als een schuldenaar jegens allen. In verband met de bekendmaking van het goede nieuws zei hij: „Ik popel van verlangen om . . . het goede nieuws bekend te maken. Want ik schaam mij niet voor het goede nieuws; het is in feite Gods kracht tot redding voor een ieder die geloof heeft” (Rom. 1:14-17). Zult u er blijk van geven net als Paulus te popelen van verlangen om het goede nieuws met anderen te delen? Of zult u zich schamen voor het goede nieuws en daarom blijven zwijgen?

De apostel Paulus was er de persoon niet naar om de onverdiende goedheid van God te aanvaarden en het doel ervan te missen (2 Kor. 6:1). Hij besefte dat hij in werkelijkheid in een wedloop liep, met als prijs eeuwig leven, en hij was vast besloten zo te lopen dat hij die prijs zou verkrijgen. „Daarom”, zei hij, „is de wijze waarop ik hardloop, niet onzeker” (1 Kor. 9:24-27). In plaats daarvan ’strekte hij zich uit naar de dingen die vóór hem lagen’ en streefde hij „naar het doel om de prijs”. Hij maakte vorderingen op de weg die tot het leven leidt en moedigde ons aan dit eveneens te doen, zeggende: „Laten wij in ieder geval, in de mate waarin wij vorderingen hebben gemaakt, voortgaan in deze zelfde routine ordelijk te wandelen.” — Fil. 3:13-16.

Tot in welke mate hebt u vorderingen gemaakt? Betekent voor u het verkrijgen van de prijs van het leven evenveel als voor Paulus? Of loopt u onzeker en hinkt u als het ware op twee gedachten? Als u God nog niet met geheel uw hart dient, zijn dan in uw geval niet de volgende woorden van de christelijke apostel Petrus van toepassing: „Het is voldoende dat gij in de voorbijgegane tijd de wil van de natiën hebt volbracht”? (1 Petr. 4:3) Dient u niet, daar u weet dat de wil van de natiën niet boven de wil van God kan gaan, positief te reageren op de vraag: „Wie staat aan Jehovah’s zijde?” (Ex. 32:26) Misschien vraagt u zich echter af: „Hoe kan ik openlijk te kennen geven dat ik aan Gods zijde sta?”

ZICH OPENLIJK AAN GODS ZIJDE STELLEN

U kunt u openlijk aan Gods zijde stellen door nederig te erkennen dat hij ’waardig is de heerlijkheid en de eer en de kracht te ontvangen, want hij heeft alle dingen geschapen’ en dat wij ’door hem het leven hebben en ons bewegen en zijn’ (Openb. 4:11; Hand. 17:28). Aan deze erkenning moet kracht worden bijgezet door uw besluit de wil van God te doen. Dit dient een beslissing te zijn die is gebaseerd op de kennis die u van God en zijn voornemens hebt verkregen en het innige verlangen zijn wil te doen. En hoe dienen deze nederige erkenning en dit besluit om God te dienen aan hem bekend te worden gemaakt?

Ze worden op passende wijze in gebed aan God bekendgemaakt, evenals Jezus dit deed toen hij zich aanbood om de wil van zijn Vader te doen. Bij die gelegenheid zei hij: „Zie! Ik ben gekomen om uw wil te doen” (Hebr. 10:9). Uw besluit of het feit dat u zich aan God hebt opgedragen om zijn wil te doen, is een zeer belangrijke stap voorwaarts in uw leven van lofprijzing voor Jehovah. Na dit besluit te hebben genomen, dient u anderen te laten zien dat u de keuze hebt gemaakt u aan Jehovah’s zijde te stellen, door u, in navolging van het voorbeeld van Jezus, aan de waterdoop te onderwerpen. — Matth. 3:13-17.

Gezien in het licht van bijbelse profetieën, geven de huidige wereldtoestanden duidelijk te zien dat de overgebleven tijd waarin u kunt laten zien dat u aan Gods zijde staat, heel kort is geworden. Zeer binnenkort zal God in de geest van de regeerders van de aarde leggen, totaal te vernietigen wat er van het wereldrijk van valse religie, „Babylon de Grote”, is overgebleven. Die dag van Gods oordeelsvoltrekking over de valse religie zal snel en plotseling komen. Dan zal het te laat zijn de vlucht te nemen uit dat met een hoer te vergelijken stelsel dat allen die niet de vrijheid genieten die alleen de ware aanbidding kan geven, in gevangenschap houdt. Het is daarom dringend noodzakelijk de positieve stap te doen u openlijk en onverwijld aan Jehovah’s zijde te stellen. — Openb. 17:5, 16, 17; 18:21.

Er vloeit grote vreugde uit voort als men in geestelijk opzicht vorderingen maakt, en omdat iemands eeuwige bestemming erbij is betrokken, is er dan ook geen vooruitgang die dringender is. Laat u niet ontmoedigen door de progressieve stappen die bij het verkrijgen van christelijke rijpheid betrokken zijn. Naarmate uw geloof groeit doordat u het Woord van God in een juist en goed hart ontvangt, zal het u aansporen elke logische stap voorwaarts te doen.

Op dezelfde wijze als een kind beetje bij beetje tot volwassenheid groeit, kunt ook u verwachten in geestelijk opzicht volwassen te worden. En evenals liefdevolle ouders klaar staan om hun kind tot lichamelijke, mentale en emotionele rijpheid te helpen groeien, willen de christelijke getuigen van Jehovah u graag helpen vorderingen te maken in de richting van geestelijke rijpheid. Zij beleven een ongeëvenaarde vreugde wanneer zij mensen, met wie zij de bijbel bestuderen, in zulk een mate vorderingen in kennis en inzicht van Gods voornemens zien maken dat ook zij actieve dienstknechten van God worden. Aanvaard daarom hun hulp in de volle verzekerdheid dat deze wordt aangeboden zonder bijbedoeling, maar wel uit oprechte „liefde” die ’niet haar eigen belang zoekt’. — 1 Kor. 13:4, 5.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen