en belangstellende personen die wij in het veld ontmoeten, uitnodigen en helpen aanwezig te zijn. Wij dringen erop aan dat er plaatselijk goede regelingen worden getroffen om deze mensen uit te nodigen en wanneer zij ook inderdaad naar het Avondmaal komen, te ontvangen en welkom te heten. Stel hen aan anderen voor. Bied hun een persoonlijke bijbelstudie aan als zij die nog niet hebben. Na het Avondmaal willen wij hen op warme wijze uitnodigen de week daarop de Wachttoren-studie bij te wonen. Zorg ervoor dat nieuwelingen die aanwezig zijn, een exemplaar van De Wachttoren van 1 april ontvangen en laat hen achter in het tijdschrift het studieschema zien. Bied aan hen te helpen de Wachttoren-studie voor 26 april voor te bereiden. Moge dit alles een werkelijke hulp zijn voor toekomstige schapen van de ware Herder.

Bezoek het districtscongres van 1981

¹ „Koninkrijksloyaliteit”-districtscongres van Jehovah’s Getuigen. Wat een schitterend thema om ons ertoe aan te sporen het districtscongres van 1981 te willen bezoeken! Aangezien de toestanden in de wereld steeds slechter worden en het nationalisme hoogtij viert, is het beslist noodzakelijk dat getrouwe christenen bijeenkomen om hun loyaliteit jegens Jehovah en zijn koninkrijk te versterken (Hebr. 10:23-25). Deze komende zomer zal er een werkelijk fijne gelegenheid zijn om met duizenden loyale broeders en zusters samen te komen op de diverse congressen. Bovendien verschaffen wij de volgende noodzakelijke inlichtingen opdat je zelf regelingen kunt treffen om het congres bij te wonen en ook anderen kunt helpen die misschien hulp nodig hebben om daar met jou aanwezig te zijn.

HUISVESTINGSREGELINGEN

² Wie graag huisvesting wil hebben, kan hiervoor een Aanvraagformulier invullen. De betreffende aanvraagformulieren zullen spoedig naar de gemeenten verzonden worden. Dit formulier dient netjes en nauwkeurig te worden ingevuld en aan de congrescoördinator te worden gegeven. Deze zal het zorgvuldig controleren en ondertekenen en naar het congresbureau opsturen. Als je een toewijzing voor een kamer ontvangt en later je plannen moet wijzigen, licht dan zo spoedig mogelijk het gastadres en de afdeling Congreshuisvesting hierover in zodat de kamer voor een nieuwe toewijzing gebruikt kan worden. Regelingen voor een eigen tentenkamp in de verschillende congressteden zijn dit jaar niet getroffen. Mocht je toch een kampeergelegenheid willen aanvragen, dan zal het congresbureau wellicht een plaats voor jou kunnen reserveren op een van de wereldse kampeerterreinen. Wanneer jullie hier gebruik van willen maken, moedigen wij jullie aan zo spoedig mogelijk het aanvraagformulier in te vullen en aan de congrescoördinator te geven.

³ SPECIALE BEHOEFTEN: De meeste regelingen om zorg te dragen voor degenen die speciale behoeften hebben, worden gewoonlijk door de plaatselijke gemeente getroffen waartoe zulke personen behoren. Ouderlingen en anderen die op de hoogte zijn van dergelijke omstandigheden, hebben op liefdevolle wijze hulp geboden, hetgeen prijzenswaardig is. Dit hield dikwijls in dat zij anderen — volle-tijddienaren en oudere, gebrekkige of behoeftige personen — in hun eigen groep meegenomen hebben. Ook in andere opzichten hebben zij voor hun behoeften gezorgd, door hen bijvoorbeeld te helpen bij het treffen van regelingen of door hen zo mogelijk en indien noodzakelijk zelfs in financieel opzicht te helpen (Jak. 2:15-17; 1 Joh. 3:17, 18). Wat de broeders en zusters en belangstellenden betreft die van de vingertaal afhankelijk zijn, zij kunnen geholpen worden voordeel te trekken van de speciale regelingen die voor gehoorgestoorden getroffen zullen worden op het congres van 23-26 juli te Leiden. Wij zijn ervan overtuigd dat er ook nu weer zo’n liefdevolle zorg jegens al zulke loyale medegelovigen zal worden getoond. — Joh. 13:35; Gal. 6:10.

⁴ AFGEVAARDIGDEN DIE EEN ANDER CONGRES BEZOEKEN DAN WAAR ZIJ TOEGEWEZEN ZIJN: Districtscongressen worden op verscheidene plaatsen georganiseerd om de congresgangers zo min mogelijk te laten reizen. In bijna alle gevallen is de aanbevolen congresgelegenheid de dichtstbijzijnde voor jouw gemeente. Bij de planning van zitplaatsen, lectuur, voedselbestellingen, enz. wordt ervan uitgegaan dat de meesten het congres zullen bezoeken waaraan zij toegewezen zijn. Wellicht zullen enkelen echter om diverse redenen een ander congres willen bezoeken dan het voor hun gemeente aanbevolen congres.

VOEDSELDIENST

⁵ Opnieuw zullen, alleen voor de verkoop van voedsel, congresbonnen — verdeeld in 40 coupons van 25 cent — op de congressen worden gebruikt. Zeer binnenkort zullen hiervoor bestelformulieren naar de gemeenten worden gestuurd, en wij moedigen jullie ertoe aan de congresbonnen beslist vroeg te bestellen. Wij zullen dan de tijd hebben om de bonnen via de lectuurdepots naar de gemeenten te sturen, hetgeen niet alleen een aanzienlijke besparing van portokosten zal betekenen, maar ook zeer betrouwbaar is gebleken. Jullie medewerking in verband met het systeem van de congresbonnen wordt bijzonder op prijs gesteld; het is immers veiliger wanneer zodoende op het congres minder met geld gewerkt behoeft te worden, terwijl het ook prettig is op de eerste dag niet het ongemak te hebben van lange rijen bij de kassiers. Voor de goede orde maken wij jullie erop attent dat congresbonnen van vorig jaar niet meer geldig zijn en dus ook niet gebruikt kunnen worden.

HET UITKIEZEN VAN JOUW CONGRES

⁶ Wij hopen dat iedereen die Jehovah liefheeft, indien enigszins mogelijk op het „Koninkrijksloyaliteit”-districtscongres aanwezig zal zijn. In de meeste gevallen zul je het voor jouw gemeente dichtstbijzijnde congres bezoeken. Op het mededelingenbord van de gemeente zal duidelijk worden aangegeven welk congres jullie gemeente bezoekt.

⁷ Je vastbeslotenheid om het „Koninkrijksloyaliteit”-districtscongres te bezoeken, zal rijkelijk beloond worden daar Jehovah je krachtsinspanningen zal zegenen. Moge je vreugde volledig worden doordat je plannen maakt om alle vier de dagen van het begin tot het eind aanwezig te zijn en niets van het programma te missen.

AAN HET LICHAAM VAN OUDERLINGEN

Net als in de afgelopen jaren zullen jullie ook nu weer een congrescoördinator kiezen. Dit kan de secretaris zijn of een andere bekwame ouderling die jullie hiervoor geschikt achten. Het lijkt ons verstandig dat dit een ouderling zal zijn die niet voor het congres met vakantie gaat, zodat hij steeds aanwezig zal zijn om alle congresaangelegenheden te behartigen. Mocht dit echter niet kunnen, laat hij er dan voor zorgen dat iemand van de andere ouderlingen in die tijd voor deze taak zorg zal dragen.

Na ontvangst van dit inlegvel zal het de verantwoordelijkheid van de congrescoördinator zijn om samen met de presiderende opziener vast te stellen aan welk congres de gemeente is toegewezen. Dit congres zal dan duidelijk worden onderstreept op bijgaande strook, die daarna aan het mededelingenbord bevestigd dient te worden. De tweede strook kan de congrescoördinator zelf houden.

In bijna alle gevallen zal de ouderling die de congrescoördinator is, het dienstvergaderingonderdeel behartigen waarin dit inlegvel, zoals aangegeven, wordt besproken, en zal hij tevens andere congresmededelingen doen en congresmateriaal op de vergaderingen behandelen. Hierdoor zal de gemeente beter vertrouwd raken met hun congrescoördinator, terwijl hijzelf beter in staat zal zijn om congresaangelegenheden te coördineren. Wanneer dit inlegvel op de dienstvergadering wordt behandeld, zou het goed zijn een bekwame broeder de genummerde paragrafen te laten lezen die op jullie gemeente van toepassing zijn.

Alle ouderlingen dienen op de hoogte gebracht te worden van de congresregelingen. Zij zullen hun volledige medewerking willen geven en suggesties aan de hand doen om een prompte, enthousiaste en doeltreffende behandeling van congresmateriaal te verzekeren. Wij hebben veel waardering voor de enthousiaste ondersteuning en vriendelijke aandacht die jullie aan deze aangelegenheden geven.

Niet bewerkt gebied

Enkele gemeenten hebben gebieden die een half jaar niet bewerkt zijn, of gebieden die door omstandigheden minder vaak bewerkt zijn. Soms ook hebben gemeenten zoveel gebied dat zij iets daarvan aan gemeenten in de omgeving hebben uitgeleend. Om nu in al deze gevallen hulp te bieden, stellen wij de volgende regeling voor. De kringopzieners hebben een lijst van dergelijke gemeenten ontvangen en wij hebben hun gevraagd er in hun kring regelingen voor te treffen dat alle gemeenten daar hulp gaan bieden waar dat nodig is. Het is niet de bedoeling dat die gemeenten permanent hulp ontvangen, maar wij hopen dat ze gedurende deze lente- en zomermaanden erin zullen slagen dat alle gebieden die gedurende geruime tijd niet bewerkt zijn, ten minste één- of tweemaal bewerkt worden. Wanneer jullie in de gelegenheid zijn gedurende de zomermaanden elders hulp te bieden, licht jullie kringopziener hier dan alsjeblieft over in.

Bovendien blijft nog steeds de behoefte bestaan aan verkondigers, pioniers of gezinnen die bereid zijn te verhuizen naar gebieden waar de behoefte sterker wordt gevoeld. Daartoe behoren ook enkele anderstalige groepen en gemeenten. Indien je meent ten behoeve van het Koninkrijkswerk te kunnen verhuizen, raden wij je aan het Koninkrijksdienst-artikel „Kom over naar Macedonië en help” uit de uitgave van juli 1980, alsook de achtste mededeling uit de uitgave van september 1980, te lezen.

Wij hopen dat er dit jaar, wanneer wij allemaal een volledig aandeel aan de Koninkrijksprediking zullen hebben, in ons gehele gebied een grondig getuigenis gegeven zal worden.

Een goed gebruik maken van het kringopzienerverslag

¹ Kringopzieners bezoeken geregeld alle gemeenten in een poging om hun broeders te stimuleren en geestelijk aan te moedigen. Bij het beëindigen van hun bezoek zenden zij een geschreven verslag naar het Genootschap en laten een kopie in de gemeente achter. Hoe kan zo’n verslag zo goed mogelijk door de ouderlingen worden benut?

² Op bladzijde 82 van het Organisatie-boek staat over deze regeling onder andere: „Voordat de kringopziener de gemeente verlaat, maar na zijn bijeenkomst met het lichaam van ouderlingen, vult hij een verslag voor het bijkantoor in waarop wordt vermeld welke dienst hij tijdens zijn bezoek heeft verleend hoe de geestelijke toestand van de gemeente is, welke aangelegenheden met de ouderlingen werden besproken, enzovoort.”

³ Dit verslag dient onder alle ouderlingen te rouleren, zodat zij het persoonlijk kunnen doornemen en waar nodig, aantekeningen kunnen maken. Ook dient het bij daaropvolgende ouderlingenvergaderingen als een hulp te worden gebruikt om zowel de behoeften van de gemeente, als de waarnemingen en suggesties van de kringopziener te analyseren. Ouderlingen zullen in overeenstemming met de in dit verslag gegeven suggesties willen handelen, en deze op de activiteiten van de gemeente van toepassing willen brengen. Zij kunnen, wat dit betreft, een goed gebruik maken van de tijd die in de dienstvergadering gereserveerd wordt voor het schenken van aandacht aan plaatselijke behoeften. Indien er een goed gebruik van dit verslag wordt gemaakt, zullen zowel de plaatselijke ouderlingen als de gemeente in haar geheel nog vollediger voordeel kunnen trekken van de bezoeken van de reizende opzieners.

Vreugden van de hulppioniersdienst

¹ De apostel Paulus maakte gewag van het beginsel dat ’indien de bereidwilligheid er eerst is, ze vooral aanvaardbaar is naar hetgeen men heeft, niet naar hetgeen men niet heeft’. — 2 Kor. 8:12.

² Dit beginsel kan van toepassing worden gebracht op de hoeveelheid tijd die christenen aan hun predikingsactiviteit kunnen besteden. De omstandigheden van sommigen stellen hen in staat als speciale pioniers werkzaam te zijn en 140 uur per maand aan de dienst te besteden. Anderen kunnen als gewone pioniers 90 uur aan de dienst besteden. En voor degenen die niet in staat zijn elke maand 90 uur aan deze heilige dienst te besteden, maar die toch meer kunnen doen dan de gemiddelde Koninkrijksverkondigers, werd de voorziening van de hulppioniersdienst getroffen, met als vereiste dat men 60 uur per maand aan de dienst besteedt. De hulppioniersdienst is feitelijk een iets gestroomlijnde vorm van de vakantie- of tijdelijke pioniersdienst en wordt bijzonder gewaardeerd, zoals blijkt doordat velen meer er nu een aandeel aan hebben en de daarmee gepaard gaande zegeningen ontvangen.

³ Een Getuige op Barbados schreef bijvoorbeeld: „In 1976 werd op de ’Heilige dienst’-districtsvergadering een nieuwe tak van het predikingswerk aangekondigd — de hulppioniersdienst, met het maandelijkse doel van 60 uur. Ik was dolgelukkig, omdat ik wist dat ik dit doel van de Koninkrijksdienst kon bereiken. De vele zegeningen die ik gedurende deze vreugdevolle jaren heb ondervonden, wegen stellig ruimschoots op tegen de vele problemen waaraan ik het hoofd heb moeten bieden.” Vervolgens vertelt zij hoe ze een fijne huisbijbelstudie met een moeder en dochter heeft opgedaan. Deze beiden bezoeken al vergaderingen in de Koninkrijkszaal.

⁴ Een 15-jarige Getuige die nog op school zit, vertelt hoe zij haar tweeweekse voorjaarsvakantie heeft gebruikt om in de hulppioniersdienst te staan en zegt: „Ik kan werkelijk het verschil zien, want ik ben nu beter in staat gesprekken te voeren. Ik had geweldige resultaten en kon veel meer gesprekken met de mensen aan de deur voeren.”

⁵ Een andere Getuige schrijft: „Ik wil graag mijn waardering voor de regeling van de hulppioniersdienst tot uitdrukking brengen. Als huisvrouw en moeder ben ik in staat geweest in de hulppioniersdienst te staan en het heeft mij en mijn gezin geestelijk opgebouwd.”

⁶ Dan is er een 81-jarige hulppionier in de Verenigde Staten. In acht maanden verspreidde hij meer dan 4200 tijdschriften. Wegens zijn leeftijd mag hij van vele winkelchefs op een stoel in hun winkel zitten en de tijdschriften aanbieden.

⁷ Een andere broeder uit dat land vertelt hoe hij zijn wereldse werk zo regelt dat hij een maand in de hulppioniersdienst kan staan. Hij zegt: „Ik zou bijna een boek kunnen schrijven over de vele ervaringen die ik heb opgedaan: 60 uur, 130 tijdschriften, 6 boeken, 6 nabezoeken en één nieuwe huisbijbelstudie. Alle lof gaat naar mijn hemelse Vader dat hij mij als 65-jarige man vergunt 40 uur per week te werken en 60 uur per maand dienst voor Hem te verrichten!”

⁸ Een 8-jarig dochtertje van een zuster die pionierster is, besloot dat zij één maand aan de vereisten voor de hulppioniersdienst wilde voldoen. Zij predikte 61 uur, verspreidde 3 boeken, 7 brochures en 140 tijdschriften, sloot twee abonnementen af en richtte één huisbijbelstudie op. In een andere gemeente werden jonge Koninkrijksverkondigers die nog niet waren gedoopt, ertoe aangemoedigd het urendoel voor hulppioniers te halen. Elf jongeren wilden het proberen. Vijf van hen haalden het quotum van 60 uur, één haalde het op vier uur na, en de overigen predikten meer uren dan het hele voorgaande jaar. Drie nieuwelingen sloten zich bij hen aan in het verrichten van heilige dienst en hebben die dienst voortgezet. Deze 14 jongeren hebben gezamenlijk 121 boeken en 264 tijdschriften verspreid en gemiddeld 41 uur per persoon met anderen over Gods koninkrijk gesproken.

⁹ Een andere hulppionier schreef: „Ik werk nu van 11 uur ’s nachts tot 7 uur ’s morgens. Dit betekent dat ik de hele dag vrij heb, op slapen na. Dus besloot ik een paar keer in de hulppioniersdienst te gaan. Na acht uur werelds werk nog eens het urenquotum voor hulppioniers te halen, is niet gemakkelijk, maar ook niet te moeilijk, als men bereid is zich opofferingen te getroosten. Door de hulppioniersdienst heb ik in mijn hart meer liefde voor het stervende mensengeslacht aangekweekt. Ik leer beter te converseren en veelzijdiger te zijn wanneer ik met de mensen spreek. Ik geloof dat de zegen waar ik wel het meest enthousiast over ben, is dat Jehovah mij in de zeven maanden dat ik in de hulppioniersdienst heb gestaan, met 12 huisbijbelstudies heeft gezegend.”

¹⁰ Ongetwijfeld ondervinden degenen die hun aangelegenheden zo hebben geregeld dat zij in de hulppioniersdienst kunnen staan, talloze zegeningen. Aan de bovenstaande ervaringen zouden vele anderen toegevoegd kunnen worden, die er allemaal op neerkomen dat de handelwijze die Jezus heeft aanbevolen, zeer lonend is. Hij was een volle-tijdprediker bij uitstek en hij moedigde anderen ertoe aan hem hierin na te volgen. Zijn woorden, „Komt achter mij en ik zal u vissers van mensen maken”, zijn ook nu nog volledig van kracht (Matth. 4:19). Bovendien zijn de velden wit om geoogst te worden. Het is hartverwarmend te zien hoe in vele gemeenten van Jehovah’s Getuigen de pioniersgeest zich vaak uit doordat in speciale maanden velen de hulppioniersdienst ter hand nemen. Dus als je nog niet in de volle-tijddienst bent — ofschoon velen die op Bethelhuizen dienen, van tijd tot tijd ook in de hulppioniersdienst staan — zie je dan misschien kans je in het voorrecht van de hulppioniersdienst te verheugen? Bedenk dat ’wie overvloedig zaait, ook overvloedig zal oogsten’. — 2 Kor. 9:6.

Vragenbus

● Is het juist naar het Genootschap of een van de bijkantoren te schrijven voor adressen van personen met wie wij kunnen corresponderen?

Wij adviseren verkondigers die met broeders en zusters in andere steden en zelfs in het buitenland willen corresponderen, zulke zaken zelf te regelen. Fijne vriendschappen zijn vaak gegroeid uit een kennismaking op grote vergaderingen. Door een geregelde briefwisseling kwam vervolgens een warme en duurzame vriendschap tot stand. Er schuilt niets verkeerds in een dergelijke persoonlijke correspondentie. Zulke correspondentieadressen dienen echter door iedereen zelf te worden gezocht. Alle adressen in de archieven van het Genootschap en van de gemeenten zijn vertrouwelijk en kunnen niet voor persoonlijk gebruik worden afgestaan.

Enkele scholen moedigen hun leerlingen aan om met correspondentievrienden een briefwisseling te onderhouden ten einde zich in bepaalde vakken te bekwamen. In sommige gevallen hebben jonge verkondigers via een briefwisseling doeltreffend getuigenis gegeven en zijn zij erin geslaagd oprechte belangstelling voor de waarheid aan te wakkeren. Een ieder moet echter zelf bepalen of hij of zij aan zulk een door de school georganiseerd correspondentieprogramma zal meedoen. Met het oog op de bijbelse waarschuwing tegen „slechte omgang” doen zij die met wereldse personen corresponderen er goed aan in gedachte te houden dat het hun doel moet zijn een Koninkrijksgetuigenis te geven in plaats van belangstelling voor wereldse zaken te ontwikkelen. — 1 Kor. 15:33.

Gemeenteboekstudie

Schema voor de gemeenteboekstudie uit het boek Een gelukkig gezinsleven opbouwen:

1 maart: Bladzijden 139 t/m 146

8 maart: Bladzijden 147 tot 156*

15 maart: Bladzijden 156 t/m 161

22 maart: Bladzijden 162 tot 169*

29 maart: Bladzijden 169 tot 177*

* Tot onderkopje.