Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g90 22/4 blz. 6-9
  • Hoe lang kunnen wij leven?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Hoe lang kunnen wij leven?
  • Ontwaakt! 1990
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Gemaakt om te leven, niet om te sterven
  • „Als de dagen van een boom”
  • Wat weten wij over de levensduur van de mens?
    Ontwaakt! 1971
  • Hoe u eeuwig kunt leven
    Ontwaakt! 1995
  • Wonderbaar gemaakt om te leven, niet om te sterven
    Ontwaakt! 1988
  • Is eeuwig leven echt mogelijk?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1999
Meer weergeven
Ontwaakt! 1990
g90 22/4 blz. 6-9

Hoe lang kunnen wij leven?

„VEEL MENSEN die nu leven, zullen kans hebben op een aanzienlijk langere levensduur. Zelfs onsterfelijkheid schijnt nu mogelijk.”

„Miljoenen nu levende mensen zullen nimmer sterven.”

Wat is het verschil tussen deze twee uitspraken? De eerste is een uitspraak van dr. Lawrence E. Lamb, medisch columnist en hoogleraar, in zijn in 1975 verschenen boek Get Ready for Immortality. De tweede is de titel van een, later in brochurevorm uitgegeven, openbare toespraak van J. F. Rutherford, de tweede president van het Wachttorengenootschap. De openbare toespraak werd voor het eerst gehouden in Los Angeles (Californië), in 1918.

De redenatie achter de twee ogenschijnlijk overeenkomstige verklaringen en het onderzoek dat eraan voorafging, verschilden echter aanzienlijk. Dr. Lambs woorden zijn typerend voor de velen die van mening zijn dat door de vorderingen in de medische wetenschap, met inbegrip van de resultaten van het onderzoek naar het ouder worden, het mysterie waarom wij verouderen spoedig opgelost zal zijn en uiteindelijk de dood zelf overwonnen zal worden. Maar ondanks de prestaties van de moderne wetenschap, waardoor de gemiddelde levensverwachting is verlengd en velen een beter leven is vergund, blijven onsterfelijkheidsvoorspellingen gewoon wat ze zijn — optimistische voorspellingen.

J. F. Rutherford daarentegen deed geen op de wetenschap of geneeskunde gebaseerde voorspellingen. Zijn bespreking was gebaseerd op de bijbel. Hij toonde aan de hand van vervulde bijbelprofetieën aan dat de mensenwereld haar „tijd van het einde” was ingegaan (Daniël 12:4). Vervolgens wees hij op de bijbelse hoop dat net zoals Noach en zijn gezin in hun tijd het einde van de wereld overleefden, miljoenen heelhuids door de vernietiging van deze wereld zullen komen en dan eeuwig verder zullen leven in een rechtvaardige nieuwe wereld, op een paradijselijke aarde. — Matthéüs 24:37-39; Openbaring 21:3, 4.

Voor velen in zijn publiek was Rutherfords toespraak schokkend. Ook nu nog vinden veel mensen zulke uiteenzettingen over eeuwig leven op aarde onder de heerschappij van Gods koninkrijk irreëel en moeilijk te geloven (Psalm 37:10, 11, 29). Maar is dat wat de bijbel zegt over de reden waarom wij oud worden en sterven, werkelijk zo ongeloofwaardig? Wat zegt de bijbel in feite over dat onderwerp?

Gemaakt om te leven, niet om te sterven

Logischerwijs begint de bijbel met het verslag over het begin van het menselijk leven. In het eerste hoofdstuk van Genesis lezen wij dat God het eerste mensenpaar na hen geschapen te hebben, zegende en tot hen zei: „Weest vruchtbaar en wordt tot velen en vult de aarde en onderwerpt haar, en hebt de vissen der zee en de vliegende schepselen van de hemel en elk levend schepsel dat zich op de aarde beweegt, in onderworpenheid.” — Genesis 1:28.

Wilde het eerste mensenpaar, Adam en Eva, zich van die toewijzing kunnen kwijten, dan zou het noodzakelijk zijn dat zij heel lang zouden leven, en hun nakomelingen eveneens. Maar hoe lang? Als wij verder lezen in het bijbelboek Genesis komen wij geen enkele vermelding tegen van een specifieke, voor Adam en Eva bepaalde levensduur. Niettemin was er één voorwaarde waaraan zij zouden moeten voldoen wilden zij in leven blijven. God zei tegen Adam: „Wat de boom der kennis van goed en kwaad betreft, gij moogt daarvan niet eten, want op de dag dat gij daarvan eet, zult gij beslist sterven.” — Genesis 2:17.

De dood zou dus alleen over hen komen als zij Gods gebod ongehoorzaam waren. Bij gehoorzaamheid hadden zij het vooruitzicht voor onbepaalde tijd in dat aardse paradijs, Eden genaamd, te blijven leven. Het is duidelijk dat de mensen werden gemaakt om te leven, niet om te sterven.

Het Genesisverslag vertelt echter vervolgens dat het eerste mensenpaar Gods uitdrukkelijke gebod verkoos te negeren en dus zondigde. Door hun ongehoorzaamheid brachten zij het doodsoordeel over zichzelf en vervolgens over hun nakomelingen. Eeuwen later legde de apostel Paulus uit: ’Door één mens is de zonde de wereld binnengekomen en door de zonde de dood, en aldus heeft de dood zich tot alle mensen uitgebreid omdat zij allen gezondigd hadden.’ — Romeinen 5:12.

De wet der erfelijkheid zegt dat Adam en Eva alleen aan hun nageslacht konden doorgeven wat zij zelf bezaten. Zoals zij geschapen waren, hadden zij volmaakt, oneindig leven aan toekomstige generaties kunnen doorgeven. Maar nu hun leven ontsierd was door zonde en dood, konden zij dat grootse erfdeel niet meer aan hun nageslacht vermaken. Zonde, onvolmaaktheid en dood zijn sindsdien het lot van de gehele mensheid geworden, ondanks de pogingen om de levensduur van de mens te verlengen.

Dit is in zekere zin te vergelijken met een computerprogramma waarin een fout zit. Als de fout niet wordt gevonden en gecorrigeerd, zal het programma niet goed werken, en de resultaten kunnen rampzalig zijn. De mens is er niet in geslaagd de inherente fout te lokaliseren — laat staan te corrigeren — waardoor ons menselijk lichaam slecht functioneert, met veroudering en dood als gevolg. De Schepper van de mens, Jehovah God, heeft echter regelingen getroffen om de fout te verhelpen. Wat is zijn oplossing?

God heeft voorzien in het volmaakte menselijke leven van zijn Zoon, Jezus Christus, „de laatste Adam”, die aldus in feite de oorspronkelijke Adam vervangt als onze vader en levengever. Daardoor kunnen gehoorzame mensen, in plaats van tot sterven gedoemd te zijn als kinderen van de zondaar Adam, waardig worden gerekend eeuwig leven te ontvangen als kinderen van hun „Eeuwige Vader”, Jezus Christus. Jezus zelf legde uit: „Dit is de wil van mijn Vader, dat een ieder die de Zoon aanschouwt en geloof in hem oefent, eeuwig leven moge hebben.” — 1 Korinthiërs 15:45; Jesaja 9:6; Johannes 3:16; 6:40.

Aan het einde van zijn aardse bediening verklaarde Jezus Christus in een gebed tot zijn hemelse Vader wat het basisvereiste is voor het verwerven van deze grootse beloning, leven: „Dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus.” — Johannes 17:3.

„Als de dagen van een boom”

Stelt u zich eens voor dat u een sequoiazaadje in de grond stopt en dan ziet hoe er een boom uit groeit, die zo’n honderd meter hoog wordt, en dat u er zolang hij leeft van geniet. Stelt u zich dan eens voor dat u die boom overleeft en er duizenden jaren later weer een zaait en weer van de groei en schoonheid ervan geniet.

Is zo’n idee realistisch? Beslist, want het is gebaseerd op de belofte van de Schepper van de mens, Jehovah God, die zegt: „Als de dagen van een boom zullen de dagen van mijn volk zijn” (Jesaja 65:22). Deze belofte helpt ons de vraag te beantwoorden: Hoe lang kan de mens leven? Het antwoord luidt: Tot in de oneindige toekomst, ja, in feite eeuwig. — Psalm 133:3.

Er wordt nu een uitnodiging gedaan, namelijk: „’Kom!’ En laat een ieder die het hoort, zeggen: ’Kom!’ En een ieder die dorst heeft, kome; een ieder die wil, neme het water des levens om niet” (Openbaring 22:17). Dit is een uitnodiging die Jehovah God aan alle oprechten van hart laat toekomen. Zij worden uitgenodigd gebruik te maken van Gods geestelijke voorzieningen voor eeuwig leven op een paradijselijke aarde.

Kiest u ervoor deze uitnodiging aan te nemen? Uw vooruitzichten op een langer leven, eeuwig leven, hangen af van de keuze die u nu doet!

[Kader op blz. 7]

LEVENSVERWACHTING

Iemand die tegen het einde van de achttiende eeuw in Noord-Amerika of West-Europa werd geboren, kon verwachten een leeftijd van 35 of 40 jaar te bereiken. Thans kunnen mannen en vrouwen in de Verenigde Staten verwachten respectievelijk ongeveer 71 en 78 jaar te worden, en in andere landen is overeenkomstige vooruitgang geboekt. Wij verwezenlijken meer van onze mogelijkheden als het om onze levensduur gaat. Is er echter een limiet aan het verlengen van de levensverwachting?

In de recente geschiedenis is er niemand geweest die 500, 300 of zelfs 200 jaar heeft geleefd of verwacht heeft zo lang te leven. Ondanks de vooruitgang in de medische wetenschap ligt de levensverwachting thans nog steeds onder de 80. Niettemin zijn er berichten over personen die 140 of zelfs 150 jaar hebben geleefd. En in bijbelse tijden werden mensen honderden jaren oud. Zijn dat slechts mythen of legenden?

Het is interessant dat in The New Encyclopædia Britannica wordt gezegd dat „de exacte duur van het menselijk leven onbekend is”. Het artikel legt uit dat als wij ervan uitgaan dat er inderdaad een mens 150 jaar is geworden, „er geen geldige reden is om de mogelijkheid te verwerpen dat iemand anders 150 jaar en één minuut zou kunnen leven. En als 150 jaar en één minuut aanvaard wordt, waarom dan niet 150 jaar en twee minuten, enzovoort?” Het artikel vervolgt: „Op basis van de bestaande kennis over de levensduur kan een exact cijfer voor de duur van het menselijk leven niet gegeven worden.”

Wat kunnen wij hieruit concluderen? Eenvoudig dat wat de medische wetenschap over het ouder worden en de dood te weten is gekomen, gebaseerd is op de conditie van de mens zoals wij die nu kennen. De vraag waar het om gaat is, of de menselijke conditie altijd gelijk is geweest of altijd gelijk zal blijven. Gods belofte luidt: „Zie! Ik maak alle dingen nieuw.” In de snel naderbij komende nieuwe wereld zal hij „elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:4, 5.

[Illustratie op blz. 8, 9]

’Een rivier van water des levens, helder als kristal, stroomde uit de troon van God.’ — Openbaring 22:1

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen