De aarde — eeuwig erfdeel voor de zachtmoedigen
„DE HEMEL is mijn troon”, zegt Jehovah, „en de aarde mijn voetbank.” Met betrekking tot zijn voetbank belooft Jehovah: „De plaats van mijn voeten zal ik heerlijk maken” (Jesaja 66:1; 60:13). Dit zal hij doen voor de zachtmoedigen die de aarde zullen beërven. Onder hun erkentelijke zorg zal de aarde een plaats van paradijselijke schoonheid worden die Jehovah, de Schepper ervan, tot eer zal strekken.
Sommigen zullen echter betogen: ’Zullen de zachtmoedigen de aarde beërven? Zachtmoedige mensen zijn zwakkelingen! Hoe kunnen die sterk genoeg zijn om de aarde te besturen?’ Het woord „zachtmoedigen” wordt in de Schrift gebruikt voor mensen die beminnelijk, vriendelijk en zachtaardig zijn maar zo sterk als staal. Het was een woord dat werd gebruikt voor een wild dier dat wel getemd maar toch nog sterk was.
Het Griekse woordenboek van W. E. Vine definieert zachtmoedig als volgt: „Het is een intense welwillendheid van de ziel; en de uitingen ervan richten zich bovenal op God. Het is die geestesgesteldheid waarin wij Zijn bemoeienissen met ons als goed aanvaarden, dus zonder te redetwisten of tegen te stribbelen.” De zachtmoedigen voegen niets aan Gods Woord toe, nemen er niets van af, zwakken het niet af en verdraaien het niet — zoals sommigen tegenwoordig doen met het oog op hun immoraliteit. — Deuteronomium 4:2; 2 Petrus 3:16; Openbaring 22:18, 19.
„Mozes was verreweg de zachtmoedigste van alle mensen die op de oppervlakte van de aardbodem waren” (Numeri 12:3). Maar was hij zwak? Hij maakte zijn opwachting bij de machtige farao van Egypte en eiste dat hij de Hebreeuwse slaven zou laten gaan. Farao was onvermurwbaar, zijn antwoord luidde nee! Maar Mozes ging onverschrokken steeds weer terug om de plagen aan te kondigen die over de Egyptenaren zouden komen (Exodus hfdst. 7–11). Zachtmoedig, ja; maar zwak? Beslist niet!
Christus Jezus was zachtmoedig, maar hij trotseerde de religieuze fanatici van zijn tijd, hoewel hij wist dat zij hem zouden martelen en doden. „Wij trekken nu op naar Jeruzalem,” zei Jezus tegen zijn discipelen, „en de Zoon des mensen zal aan de overpriesters en de schriftgeleerden worden overgeleverd, en zij zullen hem ter dood veroordelen en aan mensen uit de natiën overleveren, en zij zullen de spot met hem drijven en hem bespuwen en geselen en doden” (Markus 10:33, 34). Dat alles hebben zij hem aangedaan, maar hij was onwankelbaar in zijn rechtschapenheid aan God. Zachtmoedig, ja; maar zwak? Beslist niet!
Aan de in schriftuurlijke zin zachtmoedigen zal Jehovah God dus de aarde geven. En de theorieën van wetenschappers en de leer van valse religies ten spijt zal de aarde „tot onbepaalde tijd, of voor eeuwig,” blijven (Psalm 104:5). Jehovah heeft „haar niet louter voor niets . . . geschapen”. Hij heeft „haar geformeerd . . . om ook bewoond te worden” (Jesaja 45:18). En wat geweldig zal het leven dan zijn! God „zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:4.
Verdwenen zullen dan alle vervuilers zijn die de aarde ziek hebben gemaakt! Dan zullen „de zachtmoedigen . . . de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede” (Psalm 37:11; Spreuken 2:21, 22). Ook u kunt u in eeuwig leven op die paradijselijke aarde verheugen indien u sterk genoeg bent om als een van degenen die in schriftuurlijke zin zachtmoedig zijn aangemerkt te worden.