Vragen van lezers
◼ Waarom kan er, aangezien geleerden beweren dat sommige sterren opbranden of exploderen, in Jesaja 40:26 staan dat ’er niet één aan ontbreekt’?
Jehovah bespreekt hier niet of hij toelaat dat er sterren verdwijnen. Hij beklemtoont hoe ver zijn wijsheid en vermogen reiken.
Aan koning Hizkía bracht de profeet Jesaja Gods waarschuwing over dat de Babyloniërs de joden in gevangenschap zouden voeren (Jesaja 39:5-7). Zouden de Babyloniërs in staat zijn Gods volk voor altijd vast te houden? Nee. Jehovah nam zich niet alleen voor hen na zeventig jaar te bevrijden maar hij zou dat ook stellig doen. Niets zou een belemmering vormen voor Degene die in staat is ’de wateren te meten in de holte van zijn hand en de afmetingen van de hemel op te meten met louter een span’. Hij zou niemand hoeven raadplegen, want „de natiën zijn als een druppel uit een emmer” voor hem (Jesaja 40:12-17). Om de nadruk te leggen op zijn verbluffende vermogen vestigde Jehovah de aandacht op zijn macht zoals die in de schepping aan de dag trad, hetgeen Hizkía voordien al had erkend (Jesaja 37:16, 17). God verklaarde:
„’Met wie kunt gij mij . . . vergelijken, zodat ik zijns gelijke zou worden gemaakt?’ zegt de Heilige. ’Heft uw ogen naar omhoog en ziet. Wie heeft deze dingen geschapen? Het is Degene die het heerleger daarvan zelfs naar het getal uitleidt, ze alle zelfs bij name roept. Vanwege de overvloed van dynamische energie, en omdat hij sterk is in kracht, ontbreekt er niet één aan.’” — Jesaja 40:25, 26.
Geleerden schatten dat er miljarden sterren in ons Melkwegstelsel zijn, en er zijn zo’n honderd miljard sterrenstelsels. Toch kent God iedere ster bij naam, hetzij een individuele naam of een als naam fungerende aanduiding, misschien in goddelijke taal. Hij beheerst hun situatie. Als een generaal die zijn troepen kan laten verzamelen voor inspectie, zou Jehovah de sterren kunnen monsteren. Als hij dat deed, zou er geen ’ontbreken’. Met zijn kennis van de situatie van elke ster zou het, zelfs als sommige ervan een natuurlijk einde vinden, geen verrassing zijn voor Degene die op de hoogte is van alles wat er gebeurt. — Vergelijk Jesaja 34:16.
Sterrenkundigen en natuurkundigen denken dat sterren opbranden of exploderen. In Red Giants and White Dwarfs ontvouwt Robert Jastrow hoe dit in theorie zou kunnen gebeuren: „Binnen in de . . . ster begon een reeks kernreacties waarin alle andere elementen van het universum werden gemaakt uit het basis-ingrediënt waterstof. Uiteindelijk hielden deze kernreacties op en kwam het leven van de ster tot een einde. Beroofd van zijn bronnen van kernenergie stortte de ster onder zijn eigen gewicht ineen, en in de nasleep van die ineenstorting vond er een explosie plaats waarbij alle stoffen die gedurende de levensduur van de ster in zijn binnenste waren gemaakt, de ruimte in werden geslingerd.”
Naar men veronderstelt, veranderen sommige sterren, als hun waterstof op raakt, in rode reuzen en vervolgens in witte dwergen of supernova’s, waarbij sommige uiteindelijk eindigen als neutronensterren of, aldus de theorie, zwarte gaten.
Hoewel zulke verklaringen door velen worden aanvaard, is het laatste woord hier misschien nog niet over gehoord; er valt nog heel wat kennis aan te vullen. Beschouw bijvoorbeeld eens enkele opmerkingen die werden gemaakt in The New York Times van 24 januari 1989: „Geleerden geloven dat zij op het punt staan belangrijke ontdekkingen te doen betreffende de nu nog in duister gehulde periode in de geschiedenis van het universum, de kritieke periode namelijk van drie minuten na het explosieve moment van schepping tot het verschijnen van enorme sterrenstelsels. . . . Met zo weinig directe aanwijzingen is het ontstaan van structuur iets waar de geleerden geen raad mee weten. James S. Trefil, een fysicus van de George Mason University in Fairfax, Va., heeft geschreven: ’Het bestaan van sterrenstelsels te verklaren blijkt een van de lastigste problemen in de hele kosmologie te zijn. Eigenlijk zouden ze er niet moeten zijn, maar ze zijn er.’”
Het artikel besprak wat er kan zijn gebeurd gedurende „de eerste drie minuten”, zoals dat werd uitgelegd door dr. John Mather, een astrofysicus. Wij lezen echter: „De stijgende verwarring bij zijn interviewer aanvoelend, onderbrak dr. Mather zijn verhandeling over het algemeen aanvaarde scheppingsscenario met de woorden: ’Dit hele verhaal is uiteraard iets wat wij erbij gemaakt hebben’ — anders gezegd, het is een verdere uitwerking van theorieën die gebaseerd zijn op gevolgtrekkingen.”
Ja, geleerden zijn erg beperkt in wat zij echt weten en kunnen weten. Hoe anders is dat echter met de Schepper. Zijn kennis en dynamische energie moeten ons beslist met ontzag vervullen. Terecht zei de psalmist: „Hij telt het getal der sterren; hij noemt ze alle bij hun naam. Onze Heer is groot en overvloedig in kracht; zijn verstand is onmetelijk. . . . Looft Jah!” — Psalm 147:4, 5, 20.
[Illustratieverantwoording op blz. 31]
NASA photo