Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • „Deze dingen moeten geschieden”
    De Wachttoren 1999 | 1 mei
    • Tijdgenoten zouden het meemaken

      11. Wat zei Jezus over „dit geslacht”?

      11 Veel joden waren van mening dat hun stelsel van aanbidding, met de tempel als middelpunt, tot onbepaalde tijd zou blijven bestaan. Maar Jezus zei: „Leert . . . van de vijgeboom . . . het volgende: Zodra zijn jonge tak zacht wordt en in het blad schiet, weet gij dat de zomer nabij is. Zo ook gij, wanneer gij al deze dingen ziet, weet dan dat hij nabij is, voor de deur. Voorwaar, ik zeg u dat dit geslacht geenszins zal voorbijgaan voordat al deze dingen geschieden. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen geenszins voorbijgaan.” — Mattheüs 24:32-35.

      12, 13. Hoe zouden de discipelen Jezus’ vermelding van „dit geslacht” begrepen hebben?

      12 In de jaren voorafgaande aan 66 G.T. zouden christenen veel van de inleidende onderdelen van het samengestelde teken in vervulling zien gaan — oorlogen, hongersnoden, zelfs een omvangrijke prediking van het goede nieuws van het Koninkrijk (Handelingen 11:28; Kolossenzen 1:23). Maar wanneer zou het einde komen? Wat bedoelde Jezus toen hij zei: ’Dit geslacht [Grieks: geʹne·a] zal niet voorbijgaan’? Jezus had de grote massa van de destijds levende joden die hem tegenstonden, met inbegrip van de religieuze leiders, vaak ’een goddeloos, overspelig geslacht’ genoemd (Mattheüs 11:16; 12:39, 45; 16:4; 17:17; 23:36). Toen hij op de Olijfberg dus weer over „dit geslacht” sprak, bedoelde hij kennelijk niet het hele joodse geslacht door de geschiedenis heen; ook had hij het niet over zijn volgelingen, hoewel zij „een uitverkoren geslacht” waren (1 Petrus 2:9). Evenmin zei Jezus dat „dit geslacht” een tijdsperiode is.

      13 Jezus had het veeleer over de joden die hem destijds tegenstonden en die de vervulling van het door hem uitgesproken teken zouden zien. Met betrekking tot de verwijzing naar „dit geslacht” in Lukas 21:32 merkt professor Joel B. Green op: „In het Derde Evangelie heeft ’dit geslacht’ (en soortgelijke zinsneden) geregeld betrekking op een categorie mensen die het voornemen van God tegenstaan. . . . [Het duidt] op mensen die het goddelijke voornemen hardnekkig de rug toekeren.”b

      14. Wat maakte dat „geslacht” mee, maar hoe anders liep het voor christenen af?

      14 Het goddeloze geslacht van joodse tegenstanders dat kon zien dat het teken in vervulling ging, zou tevens het einde meemaken (Mattheüs 24:6, 13, 14). En dat gebeurde ook! In 70 G.T. kwam het Romeinse leger onder aanvoering van Titus, de zoon van keizer Vespasianus, terug. Het lijden van de in de stad ingesloten joden was bijna ongelooflijk.c Flavius Josephus, die er ooggetuige van was, bericht dat er tegen de tijd dat de Romeinen de stad verwoestten ongeveer 1.100.000 joden waren omgekomen en zo’n 100.000 gevangengenomen, van wie de meesten weldra op gruwelijke wijze de dood zouden vinden door honger of in Romeinse theaters. Ja, de verdrukking van 66–70 G.T. was de grootste die Jeruzalem en het joodse samenstel ooit hadden meegemaakt of ooit zouden meemaken. Hoe anders was de afloop voor christenen die Jezus’ profetische waarschuwing ter harte hadden genomen en Jeruzalem na de aftocht van de Romeinse legers in 66 G.T. hadden verlaten! De gezalfde christelijke „uitverkorenen” werden in 70 G.T. „gered” of bleven veilig behouden. — Mattheüs 24:16, 22.

  • „Deze dingen moeten geschieden”
    De Wachttoren 1999 | 1 mei
    • b De Britse geleerde G. R. Beasley-Murray merkt op: „De uitdrukking ’dit geslacht’ dient voor uitleggers geen moeilijkheid op te leveren. Hoewel het woord genea in het vroegere Grieks weliswaar geboorte, nageslacht en derhalve geslacht in de zin van door gemeenschappelijke afstamming gekenmerkte groep betekende, . . . wordt het in de [Griekse Septuaginta] het meest gebruikt ter vertaling van de Hebreeuwse term dôr, die mensenleeftijd, tijdperk, of geslacht in de zin van tijdgenoten betekent. . . . In aan Jezus toegeschreven uitspraken schijnt de term een tweeledige betekenis te hebben; enerzijds wordt daarmee altijd op zijn tijdgenoten gedoeld, en anderzijds ligt er altijd kritiek in opgesloten.”

Nederlandse publicaties (1950-2025)
Afmelden
Inloggen
  • Nederlands
  • Delen
  • Instellingen
  • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Privacybeleid
  • Privacyinstellingen
  • JW.ORG
  • Inloggen
Delen