HERBERG
Het Griekse woord voor herberg is pan·do·cheiʹon, wat letterlijk „een plaats waar allen worden ontvangen of opgenomen” betekent, dat wil zeggen, een plaats waar reizigers een onderkomen konden vinden voor zichzelf en hun dieren. Waarschijnlijk zagen de herbergen in het Midden-Oosten er in de oudheid net zo uit als de herbergen die daar in recentere tijd zijn gebouwd. Deze bestaan meestal uit een rechthoekige, ommuurde ruimte, die slechts één ingang heeft. Langs de muren bevinden zich op een soort van verhoging een aantal ongemeubileerde kamers voor de reizigers en hun bagage. Deze kamers zijn vanuit de binnenplaats te bereiken. De dieren verblijven op de grote binnenplaats, waar zich in het midden vaak een put bevindt. In de oudheid voorzag de waard de reizigers van het hoognodige en zorgde voor personen die aan zijn hoede waren toevertrouwd, waarvoor hij een vergoeding ontving. — Lu 10:33-35.