Lied 91
Door Jehovah onderwezen worden
1. Als Grootse Onderwijzer zendt
Jehovah licht en waarheid.
Hij leidt zijn „schapen” met geduld
En schenkt hun steeds meer klaarheid.
Het is nu tijd dat ieder leert
Dat hij, die Soeverein is,
Zachtmoedigen door onderricht
Vol liefde helpt actief te zijn.
Zijn Meesterwerker heeft op aard
— Door God zelf onderwezen —
Geheimen van Gods rijk verklaard;
Zijn leer was onvolprezen.
Zoals een hen haar kuikens leidt,
Helpt hij thans ieder toegewijd
En leert hij, als in vroeger tijd,
Zijn „schapen”, die hij heeft bevrijd.
2. Jehovah zorgt dat herders ons
Met inzicht instrueren.
Zij zijn oprecht en tonen dit
In al wat zij ons leren.
Weerspannigen vermanen zij;
Vermoeiden gaan zij helpen.
Zij geven raad en onderricht,
Hetgeen Jehovah zeer behaagt.
Jehovah onderwijst zijn volk;
Zijn Zoon geeft daarbij leiding.
Wij zijn bevoorrecht, want ons hart
Ontvangt de waarheidstijding.
Wordt liefdevol door ons getracht
Om ieder die naar waarheid smacht
Te leren van Jehovah’s macht,
Dan worden zij tot hem gebracht.
3. ’Kom, leer van God, die redding biedt’,
Is onze invitatie.
Wij doen een onderwijzingswerk
In elke stam en natie.
Door drukwerk en gesproken woord
Wordt ’t Koninkrijk verkondigd
En wordt het goede nieuws op heel
De aard aan ieder volk gebracht.
Als medewerkers volgen wij
Het waarheidslicht gedurig.
Wij bouwen aan een sterk geloof,
Verwachten Gods rijk vurig.
’t Millennium stemt ons verblijd:
Wie uit de doodsslaap wordt bevrijd,
Krijgt onderwijs, te rechter tijd,
Dat hem tot eeuwig leven leidt.